Spring naar de content
bron: ANP

“Nu niet twijfelen. Weg met alle symbolen van het individualisme” 

class="paragraph" style="vertical-align: baseline;">Het gemeenteraadslid, dat voor het verwijderen van de reusachtige letters op het Museumplein had gestemd, stond heel vroeg op die dag. Zijn hoofd voelde zwaar aan, als de A van de I Amsterdam-letters. Was de hoofdpijn een voorbode van griep of voelde hij zich zwak omdat zijn lijf aangaf het helemaal niet eens te zijn met wat hij straks zou meemaken? Een rilling ging door zijn lichaam. Hij keek in de spiegel en prevelde in alle ernst: “Nee, nee, nu niet twijfelen. Weg met alle symbolen van het individualisme.” 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Gastauteur

Hij zette koffie, smeerde pindakaas op het drie dagen oude biologische brood, nam er een hapje van, slurpte aan de koffie en checkte zijn agenda op zijn smartphone. Vandaag geen raadsvergadering. Wel jammer, hij zou de gezichten van zijn tegenstanders op de avond van de historische gebeurtenis op het Museumplein wel willen zien. Hij kon een stoute glimlach niet onderdrukken toen hij eraan dacht hoe die smeerlappen zouden kijken als ze straks een leeg Museumplein zouden aantreffen. Haatte hij hen? Zo was hij toch niet opgevoed? Hij opende de krant, zag het gezicht van een van zijn politieke tegenstanders en kon zich niet inhouden: “individualistische klootzak!” 

Okay, toegegeven, hij was ook niet het type dat in groepen optrok en zijn manier van denken en handelen liet bepalen door een religieuze autoriteit of door de regels van de traditie, maar hij werkte wel degelijk aan de verbetering van zijn contacten met de medemens. De moskeebestuurder, die hij bij een iftar-maaltijd had leren kennen, had tegen hem gezegd dat het mooie collectivistische leven stond of viel met de bereidheid van de mens om het eigen geluk op te offeren voor het belang van de gemeenschap, de staat, de kerk, de Diyanet en de familie. 

Het gemeenteraadslid sprong op zijn fiets, liet zijn haren wapperen in de wind. Het was alsof de wind deze mooie dag ook vierde. Zo’n prachtige dag en toch knaagde het aan hem. De woorden van de moskeebestuurder weerklonken in zijn hoofd. Kon hij ooit de moraal van een geloofsgemeenschap omarmen, om maar iets te noemen… Je had mensen die de kracht van de gemeenschap en een door religie bepaalde moraliteit nodig hadden om beter te functioneren in het leven. Was dat ook de remedie voor zijn pijn? Of kwam hij dan juist in een nachtmerrie terecht?    

Op deze vroege ochtend had de vriendelijke Marokkaanse eigenaar van de Snackbar aan de Wibautstraat zijn deur al geopend. Hij ging daar naar binnen en bestelde koffie. Hij had eigenlijk gehoopt dat de man ondanks zijn beperkte beheersing van de Nederlandse taal een antwoord had op de vragen die zijn ziel verscheurden, maar was niet verbaasd toen het gesprek na een paar zinnen over het weer en de voetbalwedstrijd van gisteravond weer stokte. Hij ging zitten, proefde aan de tweede koffie van de ochtend en durfde het eindelijk aan om zichzelf de meest pijnlijke vraag uit zijn leven te stellen.  

Beschouwde hij zijn eigen persoon nu als het middelpunt van het bestaan? En nam hij al zijn belangrijkste beslissingen vanuit de individualistische gedachte dat hij het epicentrum van alles was? Hij stond godverdomme dynamisch in het leven, maakte carrière en joeg in zijn eentje het geluk na. Hij keek naar de Marokkaanse eigenaar van de snackbar die verzen van het heilige van zijn geloof had laten inlijsten en aan de muren van zijn zaak had opgehangen en bewonderde de man. Waarom was hij toch zo individualistisch ingesteld en stond het keurslijf de Marokkaan toch zo goed? 

Waarom was hij toch zo individualistisch ingesteld en stond het keurslijf de Marokkaan toch zo goed? 

Even later fietste hij weer naar het plein. De wind voelde kouder aan dan ooit. Hij dacht aan de letters I Amsterdam die straks voor altijd uit zijn leven zouden verdwijnen. Hij dacht aan de mensen die altijd bij die letters hadden gestaan. Niet zelden had hij zich tussen die vrolijke lui begeven om zich op te warmen aan hun warmte. Het gemeenteraadslid besefte dat de letters als de warme handen van een boswachter waren geweest die gewonde dieren naar zijn huisje draagt. Het gemeenteraadslid zag in de verte dat de letters in de vrachtwagen geladen werden. Het gemeenteraadslid huilde.

Onderwerpen