Spring naar de content
bron: ANP

Herdenken en vergeten van 2 november

Vele jaren geleden had ik een vriendin op wie ik smoorverliefd was. Wij woonden vooral in bed, dat inmiddels was omringd door aangekoekte etensborden en volle asbakken. Door de kamer klonk harde muziek, meestal Neil Young, the Kinks of Del Shannon. De kamer was gedompeld in een geur die je na je studententijd nooit meer zo sterk zult ruiken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Max Pam

Juist boog ik mij weer voorover naar mijn lustobject, toen de telefoon ging. In die tijd was een mobieltje nog pure sciencefiction, dus ontworstelde ik mij aan de warme omhelzing en verliet met tegenzin het bed, waarbij ik met mijn ene blote voet midden in het pak bami stapte, dat ik nog de vorige avond – omwikkeld in vetvrij papier – had gehaald bij de Chinees om de hoek, maar dat wij slechts half hadden verorberd. Gewapend met een klompvoet in satésaus hinkte ik naar de telefoon, die aan de muur hing.

Mijn vader.

“Je moeder en ik wachten op je. Het is bijna 8 uur. Waar blijf je?”

“Hoezo?”

Het gevoel voor datum en tijd was ik in bed verloren, dus het genoemde tijdstip van 8 uur zei mij niets.

“Het is 4 mei. Je wilt toch niet zeggen dat je dat vergeten bent?”

Een steek ging door mijn hart. 4 mei was een ijzeren traditie bij ons in huis. De familie – of beter: wat daarvan over was – verzamelde zich des avonds, stipt om 5 voor 8, bij het raam om een minuut stilte in acht te nemen. Zodra de lichten aangingen stonden wij, mijn ouders, mijn halfzusje en ik, stram in de houding en keken naar buiten, waar de wereld geacht werd even al haar activiteiten op te schorten. Helaas hield de wereld zich niet altijd aan de afspraak en reed er wel eens een auto gevoelloos door de stilte heen. Mijn vader keek de auto na met een blik van verontwaardiging en ingehouden woede, want spreken mocht hij op dat moment niet, laat staan dat hij de deur zou uitrennen om met zijn jachtgeweer de bestuurder dwars door de achterruit van diens auto neer te knallen.

“Eh…,” antwoordde ik, “op dit moment zit ik met Anja in Arnhem. Ze heeft me aan haar ouders voorgesteld. We gaan die één minuut stilte hier houden. Dat hebben wij zojuist afgesproken.”

“Wat zeg je?” riep mijn vader.

Ik maakte een handgebaar om aan te geven dat Anja de muziek zachter moest zetten. Daarna herhaalde ik tegen mijn vader wat ik had gezegd. Hij had duidelijk moeite mij te geloven, maar het ontbrak hem aan verificatiemogelijkheden. “Dan had je wel eens mogen vertellen,” mopperde hij en machteloos hing hij op.

Deze herinnering kwam bij mij op, toen ik op 3 november j.l. in een column van Theodor Holman las dat Theo van Gogh de dag tevoren, maar dan veertien jaar geleden, was vermoord. Op 2 november 2004. Het was ook de eerste keer in veertien jaar dat deze dag geheel aan mij voorbij was gegaan. In de kranten had ik er ook niets over gelezen. Veertien jaar is niks, zullen de redacties hebben gedacht. Pas in het jubileumjaar 2029 weer aandacht worden besteed aan de dood van Theo.

Dan is het 25 jaar later. Dan zal de moordenaar Mohammed B. 25 jaar in de gevangenis zitten. Hij heeft levenslang en vervroegde in vrijheidstelling zit er niet in, getuige zijn pogingen om medegevangenen met geweld te bekeren. Toch zal er tegen die tijd een discussie zijn ontstaan of levenslang echt levenslang moet zijn. Ik herinner mij nog dat B. geen beroep wenste te doen op verzachtende omstandigheden. Daar was hij te trots voor. Liever voor altijd achter de tralies dan toegeven dat je minder toerekeningsvatbaar bent.

Tijdens zijn proces verklaarde B. zijn daad met het volgende verhaal: Mozes en Mohammed lopen langs een meertje. Iets verderop is een jongen stenen aan het gooien. Toen de jongen een steen in de buurt van de profeten wierp, liep Mohammed naar de jongen toe en beet hem dood. Mozes schrok en vroeg Mohammed of hij soms zijn verstand had verloren, maar die antwoordde dat hij juist een goede daad had verricht door te verhinderen dat er op deze wereld nog een ongelovige bijkwam. Ter toelichting zei B. dat hij ook zijn eigen vader zou vermoorden wanneer die de profeet mocht beledigen.

Je eigen vader, zoiets geeft een kijkje in de gedachtewereld van de dader.

Ik voelde me schuldig dat ik de traumatische gebeurtenis van Theo’s moord kennelijk zo had verwerkt dat er intussen een jaar voorbij was gegaan, zonder dat ik er nog aan had gedacht. Nooit had ik vermoed dat zoiets kon gebeuren. Nog zie ik de dode Theo voor me, liggend in het mortuarium met het laken dat zijn lichaam bedekte, zover opgetrokken dat de snee in zijn keel net niet zichtbaar was.

Alles slijt, maar niet helemaal. Tegenwoordig houd ik mij op 4 mei stipt aan die ene minuut stilte, die in de loop der jaren is verdubbeld tot twee minuten. Ik sta dan voor het raam met mijn eigen zoon.

Onderwerpen