Spring naar de content
bron: Wilco Versteeg

Boeren en banlieusards: enkele dagen tussen de gele hesjes

Zaterdag 8 december was het weer raak in Parijs. Tientallen auto’s gingen in vlammen op, winkels zijn vernield en leeggeroofd. Een ongekende politiemacht van 8000 man en een recordaantal van meer dan 1000 aanhoudingen heeft niet kunnen voorkomen door de gehele stad, van de Champs-Élysées tot République, rellen uitbraken. Een verslag vanuit het strijdgewoel.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Wilco Versteeg

De smaak van een Madeleine bracht bij de verteller van Prousts Op zoek naar de verloren tijd een wereld van herinneringen boven. Mijn Madeleine is het geluid van een rubberkogel die inslaat op een torso. Zaterdag 8 december klonk dit geluid met enige regelmatig op Place de la République, waar die avond een bonte verzameling gele hesjes en andere demonstranten zich verzamelden. De fel-doffe plop van dit geluid bracht me naar hetzelfde plein terug, waar op 7 mei 2017 onder het toeziend oog van Marianne de verkiezingsoverwinning van Macron met massaal geweld en zware politierepressie gevierd werd. Waar veel commentatoren zich de laatste weken afvragen hoe het zo mis heeft kunnen gaan met Macrons presidentschap, vraag ik me af hoe een intelligent politicus al minstens 18 maanden doofstom is gebleken voor stemmen vanuit alle geledingen van de maatschappij die al vanaf zijn machtsovername schreeuwen om gehoord te worden.

Het ongeleide, gedecentraliseerde populaire protest van de gele hesjes heeft Frankrijk in een geweldsspiraal gestort. De politiek lijkt machteloos te staan tegenover een beweging die niet volgens de regels van de maatschappij speelt. Waar voor veel commentatoren deze uitbarsting als een verrassing komt, is het voor iemand die de verschillende marginale protestbewegingen de laatste decennia heeft gevolgd, niet vreemd dat de bom van decennia weggeslikte frustratie barst. Iedereen lijkt boos om iets anders, maar de woede richt zich op hetzelfde: Macron en de arrogantie van de grootsteedse elite. Het gemarginaliseerde Frankrijk van links tot rechts, van wit tot zwart, van land en dorp brengt hun woede naar het hart van het politiek, financiële en culturele centrum van het land. Inmiddels sluiten ook scholieren en studenten zich bij de beweging aan door mee te demonstreren en scholen te bezetten.

Tijdens wat de geschiedenisboeken zal ingaan als de Slag om Avenue Kléber, sprak ik op 1 december een groepje demonstranten uit Rouen. “Het is toch niet normaal dat ik met een ijzeren staaf in mijn handen naar Parijs moet komen voor Macron naar me luistert?” Deze dag hangt in Parijs, door de zwarte rook van brandende auto’s en het traangas, een post-apocalyptische sfeer, waar de duisternis slechts gebroken wordt door gele hesjes. Net als een week later zijn ze niet met veel: hooguit 10.000, en komen ze overal en nergens vandaan: veelal uit de provincie maar ook grootstedelijke (anti)fascisten, middenklassers en jeugd uit de vervallen en zwarte buitenwijken. Volgens politici en commentatoren gaat het om professionele relschoppers die slechts komen om te rellen, maar dit is te gemakkelijk gezegd: het is niet omdat sommige aanwezigen naar Parijs afreizen om chaos te schoppen, dat zij niet ook om dezelfde reden ontevreden zijn. De symbiotische relatie tussen blanke provincialen en zwarte banlieusards is opmerkelijk: beiden voelen zich uitgesloten van Frankrijk. Aan het eind van de avond, bij het chique Parc Monceau, wijst een hesje een luxueus appartement in: ‘kijk die gigantische schermen is! De rijken!’. Size matters, zeker als je je achtergesteld voelt. De plunderingen van supermarkten en cafés, waar men met de drankvoorraad naar buiten kwam, is wat dat betreft tekenend voor de economische-sociale onvrede die verschillende groepen als nooit tevoren lijkt te verbinden.

Het protest begon tegen de inmiddels afgeschafte verhoging op accijns, maar de woede die losbarst gaat om meer dan de benzineprijs. Benzine staat voor mobiliteit, en juist daar zit het probleem. De provincie kampt met leegloop: het verdwijnen van ziekenhuizen, supermarkten sluiten ten behoeve van grote winkelketens, de politie is minder aanwezig. De Franse manier van leven, op en van het land, met sociale cohesie en met een duidelijke orde, is al jaren aan het verdwijnen, terwijl het belastinggeld naar de hoofdstad vloeit en daar blijft. Frankrijk kampt al jaren met gettovorming in de buitenwijken rond grote steden, maar langzaam verandert het achterland ook in een getto. Juist hierom is het zij aan zij vechten tussen banlieusards en boer te verklaren. De saamhorigheid tussen de lagere en middenklasse, tussen wit en zwart en zelfs tussen rechts en links, maakt dit protest zo potent en ondefinieerbaar: politiek, politie en journalistiek worstelen om de opstand te plaatsen, omdat die zich lijkt te onttrekken aan klassieke referentiekaders.

politiek, politie en journalistiek worstelen om de opstand te plaatsen, omdat die zich lijkt te onttrekken aan klassieke referentiekaders

Macron heeft inmiddels het imago van een arrogante, vervreemde bureaucraat die slechts voor de rijken opkomt. Met een steun van 70 procent van de Fransen voor de gele hesjes (tegen minder dan 30 procent voor de president) lijkt Macron weinig bewegingsruimte te hebben. Het is afwachten welk effect de juist aangekondigde maatregelen van de president zullen hebben, maar verwacht wordt dat de hesjes ook komende zaterdag weer de straat opgaan. De politieke crisis die zich met alle geweld aandient, bouwt al decennia op en lijkt niet zomaar te gaan liggen. De twee opties die openstaan zijn verdere politionele repressie van een politieke beweging met meer doden en meer gewonden, of het terugdraaien van zijn hervormingen en verdere maatregelen die zowel de belastingdruk van de middenklasse verlagen, als de provincie beter laten aansluiten bij de grote stad. Beide opties lijken zijn agenda flink te doorkruisen.

Eerder schreef ik al over sleutelmomenten in de recente Franse sociale geschiedenis en over het vertekende beeld dat we in Nederland van Frans protest hebben. We zien het voornamelijk als een charmante Franse hobby en kijken met verbazing naar demonstranten die traangas wegschoppen. Een Franse demonstratie is absoluut een spektakel, maar het is meer dan dat: de onvrede, armoede, en hopeloosheid mee te kunnen praten met Parijs die achter deze protesten zitten. In Frankrijk is de crisis die 10 jaar geleden begon nog niet voorbij, met een algemene werkeloosheid van rond de 10 procent, en rond de 20 procent voor jongeren onder de 25. Frankrijk telt ruim 8 miljoen armen, waar ook jongeren oververtegenwoordigd zijn. Waar vooral de top 1 procent van Frankrijk veel profiteert van Macrons beleid, zoals de afschaffing van de vermogensbelasting, zijn het de middenklassen die in een decennium hun besteedbare inkomen met soms wel 400 euro per maand zien dalen door belastingen. Waar armoede en vervreemding van de politiek traditioneel gezien een probleem van de lagere klassen zijn, raakt het nu de politiek-redelijke middenklassen. Dit is een probleem weten we dankzij Piketty, die aantoonde dat het hebben van een baan niet langer garant staat voor vermogensgroei, waar ook andere West-Europese landen mee worstelen. In de straten van Parijs en andere Franse steden wordt de toekomst van Europa en de EU mede vormgegeven: waar Griekenland, Portugal en Spanje misbaar zijn voor de EU in het geval van faillissement, kan de stevige griep waar Frankrijk aan lijdt, zomaar omslaan in een dodelijk Europees virus.

Verder lezen: zie de schokkende reportages die de oorlogsjournalist Anne Nivat over land in crisis maakte: Dans quelle France on vit (2017).