Spring naar de content

Ga kijken naar Robin van Persie – nu het nog kan

Het meest afschuwelijke sportmoment van afgelopen week vond plaats op donderdagavond. Mogelijk heeft u het gemist, want het vond plaats in de wedstrijd tussen FAP Spancadelic en Hrvatska, op een besneeuwd kunstgrasveld in een oksel van snelwegen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Omdat ik er toevallig bij was, zal ik kort uitleggen hoe het zat.

Voorafgaand aan de wedstrijd tussen FAP Spancadelic en Hrvatska ging het over Robin van Persie. Iemand had het interview met Van Persie gelezen dat deze week in Voetbal International stond. Een ander, die zich nog maar recent tot de god van de lange noppen heeft bekeerd, had een hele avond Youtube-compilaties van Van Persie zitten knallen, met een zak chips erbij.
‘Die was góed,’ zei die ander tijdens het rituele hakkenbillen vooraf. ‘Niet. Nor. Maal.’
‘Ís,’ zei een derde.
‘Speelt hij dan nog?’

Bassie & Adriaan

Robin van Persie speelt nog. Bijna wekelijks. Hij is bezig aan een soort afscheidstournee door Nederland, als een bejaarde zanger die nog één keer zijn greatest hits komt kwelen in een theater bij u in de buurt. Hij lijkt nog in weinig op de aanvaller van Arsenal en Manchester United. Hij is grijs geworden, en rustiger. Socialer ook, lijkt het. Soms, als het niet zo wil vlotten bij Feyenoord (wel wat vaker dan soms, laten we eerlijk zijn), oogt hij als Bassie & Adriaan in hun laatste jaren: te oud, te stram en te lang doorgegaan. Hij verdwijnt als het ware tussen het dertien-in-een-dozijnerige spel van zijn teammaats. Middelmatigheid is besmettelijk.
En dan gebeurt het. Iets kleins. Iets achteloos. Een tikje met de buitenkant. Een balletje in een ruimte die er net nog niet was, die zich voor hem alleen lijkt te openen.

Zaterdag, in Zwolle, was het een aanname, als een heldere noot in een koor van valse stemmen. Een verre pass, zwanger van middelmatigheid, suisde door de vrieskou, richting de grijsaard voorin, die tot dan toe vooral wat afwezig naar het niet-groeien van het kunstgras had staan staren. Robin van Persie deed iets met zijn voet, en daarna deed hij nog iets met zijn voet – beter kan ik het niet uitleggen. Omdat ik het niet begreep, en nu, na nadere bestudering, nog steeds niet. Omdat het mijn begripsvermogen te boven gaat, denk ik.
Je zou kunnen schrijven dat hij de bal in één keer doodmaakte, maar dat was niet zo. Het was anders, het was meer het bezielen van iets wat wel leefde, maar zonder veel enthousiasme. Die bal suisde daar wat voor de vuist weg en Van Persie ving hem op en gaf hem betekenis. Of zo. Kijk zelf maar terug.
De kans die in deze tovertel werd geschapen, werd verprutst.

Van Persie is de artistiekste Nederlandse voetballer van de laatste twintig jaar. Robben was beter, Sneijder belangrijker, Van der Vaart unieker, maar Van Persie bezat dat wat in het voetbal vaak wordt omschreven met iets als ‘waarvoor je naar het stadion gaat’. Bergkamp was ook zo’n speler, maar die koos zijn momenten met zo veel zorg dat hij steeds vaker de indruk gaf van een ontstellend getalenteerde poëet die zich beperkt tot twee strofes per kwartaal. Van Persie leverde, op zijn hoogtepunt, vijftien tot twintig gedichten per maand in. Er hoefde nauwelijks nog iets aan vertimmerd te worden.
In dat VI-interview werd de vraag opgeworpen of hij opzag tegen een leven zonder voetbal. Van Persie antwoordde dat hij opzag tegen de routine die doorbroken zou worden, maar dat hij zich verheugde op de pingpongpotjes die hij nu zonder inhouden zou kunnen spelen. Tussen het van en naar school halen van zijn kinderen, althans.
(Ik sprak eens iemand die tegen Van Persie had gepingpongd. Hij had twee punten gehaald en was daar erg trots op.)
Als Robin van Persie weer eens met zoveel oningehouden plezier spreekt over sporten en spelen, op die enthousiaste toon van ‘m, dan zou het kunnen gebeuren dat je even denkt: hé, die man lijkt op mij. Ik word ook strammer. En ik ben ook al jaren benieuwd hoe goed ik met pingpong kan worden als ik me er helemaal op zou toeleggen.
Het kan zelfs zijn dat je even denkt dat je net als Robin van Persie bent.

Van Persie is de artistiekste Nederlandse voetballer van de laatste twintig jaar

Ga kijken
Donderdag, ongeveer halverwege de wedstrijd tussen FAP Spancadelic en Hrvatska, schoot een van de Hrvatska-verdedigers de bal hoog en hard naar voren. Vlak voor de spits zette het ding plots de daling in, klaar om met de binnenkant te worden stilgelegd. Zo vaak gezien hoe het moet.
Daar kwam-ie, hoor.
Ik deed iets met mijn voet en daarna deed ik nog iets met mijn voet – beter kan ik het uitleggen. Hoe dan ook: het volgende moment stuitte de bal achter en lag ik in het gras, Ik begrijp nog steeds niet precies hoe ik het deed.
Wat ik maar wil zeggen, is, geloof ik: ga kijken naar Robin van Persie, als je kan. Nu het nog kan.