Spring naar de content
bron: Foto:Martijn van de Griendt

Van Roosmalen: ‘Een boek schrijven is pas leuk als het af is en verkoopt’

Over ex-voetballer en befaamd cultheld Theo Janssen verscheen vorige week het boek Theo Janssen: Marcel van Roosmalen op pad met de Dikke Prins. We bellen met schrijver Marcel van Roosmalen (Arnhem, 1968) die later op de dag met zijn kinderen “naar de voorstelling Peppa Pig moet.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Robbert van Rijswijk

Waar komt uw belangstelling voor Theo Janssen vandaan?
“Ik heb al vijf boeken over Vitesse geschreven, dus dan leer je Theo wel kennen als het middelpunt van de club. Toen we elkaar tien jaar geleden ontmoetten, had hij al zo’n uitstraling waardoor mensen hem eigenlijk geen vraag durfden te stellen. Dat intrigeerde me. Hij straalt echt uit: ‘Jullie zijn allemaal waardeloos.’
“Ik was niet geïnteresseerd in het verhaal van ‘ik groeide op in een volksbuurt’ en dat soort shit, maar ik zag al heel snel het cultgehalte. Hij is van jongs af aan gewend dat iedereen doet wat hij wil. Ook tegenover mij had hij de afgelopen maanden een houding van ‘zoek het maar uit, jouw probleem.’ Daar draait het hele boek om. Maar hoewel hij de touwtjes in handen had, gingen we wel gelijkwaardig met elkaar om. Ik heb veel met hem gelachen. Theo staat ongeveer hetzelfde in het leven als ik. Hij heeft ook wel een zwart gevoel voor humor. Hij zit nou niet echt op een terrasstoel het leven te vieren. Nou, ik ook niet.”

Iemand van het Vitesse-supportershome vroeg of ze iets naar me mochten vernoemen.
‘Doe dan maar de rookruimte,’ heb ik geantwoord.

Zelf, zo bleek, heeft hij het boek niet gelezen.
“Een prima verdedigingsmechanisme tegen iedereen die hem erop aanspreekt. Lex Lammers, een journalist van De Gelderlander, staat in het boek beschreven als Idioot 1.0. Zo noemde Ester Bal (oud-persvoorlichter Vitesse, RvR) hem –bij de Vitesse noemt iedereen hem trouwens zo. Dat moest van Theo in het boek. Maar hij wist dus niet dat ik dat ook had gedaan.
“Theo liep laatst op Papendal (trainingslocatie van Vitesse, RvR) en Lex Lammers viel hem zo’n beetje aan: ‘Theo waar ben je mee bezig? Nu staat er in dat boek dat ik een idioot ben. Ik ben altijd aardig tegen jou geweest!’
Daar moest hij hard om lachen.”

Wat is de mooiste zin uit het boek?
Iemand van het Vitesse-supportershome vroeg of ze iets naar me mochten vernoemen.
‘Doe dan maar de rookruimte,’ heb ik geantwoord.
“De club heeft het uiteindelijk verboden. Het hoorde niet bij uitstraling van Vitesse, als topsportbedrijf. Daar merken we verder overigens niks van.”

En de slechtste zin?
“Er staan wel wat zinnen in met teveel spreektaal. Zinnen als: Komt er weer één. Dat zei hij iedere keer als hij een scheet liet. Slechte zin.”

Waar schrijft u mee?
“Een MacBook Air. Ik ben niet helemaal tevreden. Hij is relatief duur en niet heel stevig. De d en de e zijn al helemaal kapotgeslagen. Die zitten met plakbandjes vast.”

En hoe ziet een gemiddelde schrijfdag er uit?
“Nou, je gaat zitten, zet de computer aan, en dan ga je naar het scherm zitten staren. De ene keer begin ik gelijk te typen, en de andere keer ga ik eerst wat Googelen of op Facebook of Twitter kijken. Dan ben je zo een uur verder. Uitstel, heet dat. Ik zag er wel tegenop en had er echt geen zin in. Een boek schrijven is voor mij pas echt leuk als het af is en goed verkoopt.
“Om het boek af te maken heb ik uiteindelijk drie dagen op kantoor geslapen. Ik heb twee kinderen, weet je wel, en dan komt het er niet van als ik thuis werk. Bovendien ben ik verhuisd naar een dorp, Wormer, en daar wil ik ook niet de hele week zitten. Ik huur dus een eigen kantoortje in Amsterdam. Er staat een prima bank en er is een douche.
“Die drie dagen heb ik alleen maar in dat kantoor gezeten. Vroeger was dat lastiger, dan wilde ik graag naar buiten om te roken bijvoorbeeld. Nu ben ik anderhalf jaar gestopt. Of dat bevalt? Nou, nee. Ik zag mezelf laatst terug op tv, zat ik daar te kauwen op van die nicotinepillen. Zielig is dat. Maar ik ben blij dat ik ben gestopt, het nam potsierlijke vormen aan. De hele tijd buiten staan; zelfs bij de crèche roken; je wordt door mensen aangekeken. En ik moet ook zeggen dat eerst de leuke mensen nog rookten, maar het losergehalte nam toch steeds meer toe.”

Hoeveel verdient u met zo’n boek?
“Theo en ik krijgen allebei 10 procent. Ik heb begrepen dat de eerste druk uit 15.000 exemplaren bestaat, en er is al een tweede druk van 5.000. Tot nu toe gaat het goed met de verkoop. Ik denk dat bij mensen een enorme behoefte is aan meer Theo Janssen in hun leven. Ze vinden het schitterend als iemand schijt heeft aan alles.”

Wie is uw favoriete Nederlandstalige schrijver?
“Dat zijn er meerdere, mag dat ook? In willekeurige volgorde:
Michel van Egmond
Joris van Casteren
Henk Spaan
Arjen van Veelen
Nico Dijkshoorn
Boudewijn van Houten
en Carolina Trujillo.
Waarom? Nee, Jezus, dat vind ik teveel gedoe hoor, dat vind ik pathetisch. Ik vind ze gewoon goed. Ik vind dat ze heel goed situaties kunnen neerzetten, waar ik dan soms om moet lachen. Ze doen ook niet zo moeilijk en ik hoef niet bij iedere zin na te denken wat er bedoeld wordt.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?
“Is dit die rubriek waarin iemand een raket wilde afschieten op het huis van Thierry Baudet? Daar werden mensen boos over. Ik ga dat soort dingen niet zeggen in een interview. Dat is niet mijn manier.”

Marcel van Roosmalen

Theo Janssen: Marcel van Roosmalen op pad met de Dikke Prins van Overamstel Uitgevers is nu verkrijgbaar.