Moeder aller terreinwagens
72 jaar na de introductie van de Land Rover Defender is er een nieuwe versie gekomen van de klassieke terreinwagen. Hij rijdt geweldig, maar is wel stevig aan de prijs.
De eerste waar ik mee reed was een dinky toy-versie. Een knaloranje exemplaar, de ene helft van mijn totale verzameling speelgoed – de andere helft was een geel-blauwe Bedford-kiepwagen. Ik moet er elke keer weer aan denken als ik een Land Rover Defender zie, de moeder aller terreinwagens.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen: de Amerikaanse Jeep was er al in WO II, de Defender ‘pas’ vanaf 1948. Voor het eerst aan de wereld getoond op de Amsterdamse autotentoonstelling in de RAI. Een terreinwagen van Engels makelij, gefabriceerd op een stalen ladderchassis en met een carrosserie van aluminium, dat in grote hoeveelheden van overtollige vliegtuigen uit de oorlog voorradig was. Hij zag er in principe in 2016 nog net zo uit, toen de laatste na ruim twee miljoen exemplaren van de band liep. Te onhandig voor massaproductie, uit veiligheidsoverwegingen niet meer van de tijd, een oncomfortabel ding dat na 72 jaar schreeuwde om vervangen te worden door iets moderners. Maar een moderne Defender?
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
