Spring naar de content
bron: anp

‘Je zei, bijna terloops: ik wou dat ik nog eens verliefd kon worden’

Joop Goudsblom (1932) was hoogleraar sociologie aan de UvA. Hij overleed op 17 maart. Christien Brinkgreve schrijft hem een brief.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Christien Brinkgreve

Beste Joop,

Je bent, en blijft, mijn leermeester, al ben je er niet meer en ben ik al 71. Je hebt me de vragen gegeven waarmee ik de chaos in hoofd en wereld enigszins mentaal de baas kon, een soort basisuitrusting waarmee je onbekende en bekende gebieden kon verkennen. Wie is de baas over wie? – de vraag naar de macht. Wie doet wat? – de vraag naar de arbeidsdeling. Van wie is wat? – de vraag naar de bezitsverhoudingen. Wie hoort bij wie? – de vraag naar de loyaliteit. Daar kwam later de vraag bij: wie is wie? – de vraag naar de identiteit, die in deze tijd weer krachtig naar voren is gedrongen. Met dit gereedschap in de hand kon je je beter oriënteren in wat er gaande is, bovengronds en ondergronds. Het zijn nog altijd de goede vragen. Je werk veroudert niet.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Hoe was verder onze band? Ik was je assistent – de functie van kandidaat- assistent bestond toen nog – en was daar trots op. Ik promoveerde bij je, en was ook daar trots op, want je eisen aan precisie in denken en formuleren waren hoog.

Je was verlegen, en maakte verlegen.

Ik mocht je graag, maar voelde me zelden bij je op mijn gemak. Eigenlijk pas later, toen je gepensioneerd was, als ik weleens koffie bij je kwam drinken, thuis aan de keukentafel, waar nooit iets veranderde.

Zo verlegen als je was in het sociale leven, zo onverschrokken was je in het denken, de vragen die je je stelde, de onderwerpen waarmee je je bezighield, zoals de beheersing van het vuur en de wereldgeschiedenis. Niet kinderachtig, je werd met stevige slagen mentaal meegenomen naar grote verten. Maar de laatste jaren maakte je een andere beweging: naar de microwereld van het eigen verleden, en die onderzocht je met grote precisie, uitmondend in een autobiografie waarvan het eerste deel is verschenen.

Was onze band persoonlijk? Niet echt, of misschien op een stille beheerste manier, een soort vertrouwelijkheid van jaren met elkaar optrekken, via ons vak, maar dat was verweven met het eigen leven, altijd in de context van de tijd bezien.

De persoonlijkste zin die je me ooit toevertrouwde, een paar jaar geleden, zittend aan die keukentafel, trof me. Je zei, bijna terloops, toen ik aanstalten maakte om te vertrekken: ik wou dat ik nog eens verliefd kon worden. Ik werd er stil van. Opeens was die zin er, het verlangen om nog één keer meegevoerd te worden, uit de beheersing te breken. Uit het harnas van de zelfbeheersing, sociaal gevormd, zoals een van de thema’s was in je werk en in dat van je leermeester Norbert Elias.

Ik had het je zo gegund.

Christien

Christien Brinkgreve is socioloog en emeritus hoogleraar sociale wetenschappen.