De manier waarop de media gisteren massaal op het in mijn ogen niet uitzonderlijke incident in Groningen sprongen, stuit mij tegen de borst. Wekelijks komen berichten voorbij van opgerolde jongerenfeestjes, in verschillende steden, niet uitsluitend met een universiteit. Dat het ditmaal in een bus was, mag voor de niet-studenten onder ons misschien tot verbazing hebben geleid, maar waar het de meesten toch vooral om ging, was de naam Vindicat. Waar het normaal gesproken blijft bij een schamele vermelding in de corona-liveblog van de NOS, werd aan dit incident overal aandacht besteed. Ook bij talkshow OP1 kon presentator Jort Kelder het niet laten een balletje op te gooien, waarop D66-fractievoorzitter Rob Jetten reageerde met: “Tja, het is wel altijd Vindicat, hè.”

Ik wil de heer Jetten en degenen die zijn mening delen bij dezen graag uit hun droom helpen: jongeren feesten nu eenmaal, vereniging of geen vereniging, studerend of niet. Het zou naïef zijn om te denken dat dit incident op zichzelf staat of uitsluitend bij verenigingen als Vindicat plaats kan vinden. De coronamoeheid is er bij deze leeftijdsgroep na een zomer waarin alles weer leek te mogen gewoonweg ingeslopen. Dat is de realiteit.

Natuurlijk mag het gedrag van de studenten niet worden goedgepraat en de voorzitter van de Groningse club noemde de actie terecht onacceptabel. Vindicat zelf is echter alleen begin dit studiejaar zeer beperkt geopend geweest en sinds de tweede lockdown opnieuw volledig dicht. Zij kan als vereniging dan ook op generlei wijze verantwoordelijk worden gehouden voor wat eerder deze week gebeurde. Toch prijkt hun naam boven elk nieuwsartikel, want: clicks gegarandeerd! Makkelijk praten, zult u denken, hier gebeurt momenteel toch precies hetzelfde?

Ik neem aan dat het fenomeen feestbus nergens in onze grondwet is opgenomen, dus misschien eens beginnen met hier paal en perk aan te stellen

Dat klopt, maar in dit stukje zou ik graag een andere weg inslaan. Trek bijvoorbeeld eens de vergelijking met het ‘lockdown-aftelfeestje’ van afgelopen oktober op Het Plein in Den Haag. Ook toen was voor nieuwsvolgend Nederland de wereld te klein, maar wezen de vingers uiteindelijk een heel andere kant op. Geheel terecht was het de eigenaar van de horecazaak die het boetekleed aangetrokken kreeg. De feestgangers gingen vrijuit, weten wij veel of er al dan niet leden van welke vereniging dan ook tussen stonden.

Het is daarom nu ook niet zo relevant wat de Rector van Vindicat van deze kwestie vindt. Veel benieuwder zouden we naar de feestbusfirma moeten zijn, die was immers gastheer. Hoe kan het überhaupt dat nachtclubs al sinds maart gesloten zijn, terwijl deze discotheken op wielen blijkbaar vrolijk door de mazen in de wet glippen? Ik neem aan dat het fenomeen feestbus nergens in onze grondwet is opgenomen, dus misschien eens beginnen met hier paal en perk aan te stellen.

Overigens zal de symbolische schorsing voor de rest van het verenigingsjaar waarschijnlijk niet heel hard zijn aangekomen bij de jaarclubs in kwestie. De kans is groot dat verenigingen als Vindicat hun deuren nog wel even dicht moeten houden, waardoor ze weinig zullen missen. Slim opgelost dus, daar zijn het tenslotte studenten voor.

Ondertussen blijft de jeugd in alle grote steden binnenshuis rustig samenkomen. We zouden er derhalve beter aan doen ons bezig te houden met belangrijkere zaken dan op zichzelf staande incidentjes als in Groningen. Hoe bijvoorbeeld om te gaan met deze leeftijdsgroep tijdens de jaarwisseling?

Voorzitter van het Veiligheidsberaad Hubert Bruls liet enkele weken geleden al weten na te willen denken over gereguleerde oudjaarsfeestjes voor jongeren. Misschien dat dit iets is? Zo kan de avond in elk geval in betere banen worden geleid, en misschien dat de horeca er op die manier ook nog enigszins profijt van heeft. Ik durf er namelijk vergif op in te nemen dat de jeugd in de nacht van 2020 op 2021 niet stil zal blijven zitten en handhaven achter de voordeur blijkt vooralsnog een lastig verhaal.