Spring naar de content
bron: anp

Hoe Rwanda corona eronder kreeg

Lange tijd tijd had Rwanda als enige Afrikaanse land code geel: omdat het aantal coronabesmettingen er zo laag was (en is), kun je er veilig naartoe reizen. Dat komt door de zeer strenge maatregelen van de geliefde president Kagame, waar vrijwel iedereen zich braaf aan houdt. Protest is er nauwelijks. ‘Waarom zou je?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Mark Schalekamp

Op het dieptepunt van de coronacrisis, toen nog maar weinigen gevaccineerd waren, lente 2021, ging de wereld op slot. De Nederlandse regering meldde dat op reis gaan echt niet de bedoeling was, de ‘gevaarlijkste’ landen hadden code rood, maar het overgrote deel was oranje, wat betekent dat je geacht wordt er alleen naartoe te gaan wanneer het echt nodig is. 

Slecht een paar landen of gebieden hadden code geel, die waren ‘veilig’, want hadden minder dan 150 besmettingen per 100.000 inwoners: de Balearen en Canarische Eilanden, Ierland, Portugal, Finland en Thailand. En Rwanda. Ja, een Afrikaans land, nota bene een land dat de meesten vooral kennen van de genocide die er plaatsvond in 1994, van de Hutu’s en Tutsi’s. Dit land had kennelijk de zaken zo goed voor elkaar dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), verantwoordelijk voor die landencodes, het als veilig aanmerkte. Hoe zit dit?

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

De Rwandezen nemen geen halve maatregelen. Omikron, de nieuwste variant van het coronavirus, deed zijn intrede en het land scherpte prompt de maatregelen weer aan. Bezoekende reizigers moesten uiteraard al een negatieve PCR-test produceren, maar die uit eigen land was onvoldoende: ook op het vliegveld van Kigali krijg je een stokje in je keel en neus. Van een echte dokter, niet zoals in Nederland van een kunstacademiestudent met een training van een middag en een bibberende hand. 

Hier hebben de dokters er nog tijd voor, dat krijg je met die lage besmettingscijfers. Op de uitslag moet je wachten in quarantaine, maximaal 24 uur, geen ontsnappen aan, in een designated hotel. Op eigen kosten uiteraard. De chauffeur van het hotelbusje draagt plastic handschoenen, eten wordt voor de deur gezet, maar ach, zo streng is het allemaal niet: het kamermeisje heeft haar mondkapje op half zeven. Het blijft wel Afrika.

“A beautiful country is a safe country,” zo lees je groot op posters op het vliegveld. In natuurschoon valt Rwanda niet op in vergelijking met de buren Oeganda of Congo. Ja, het heeft zeldzame berggorilla’s in het vulkaangebied dat het deelt met die landen, het is heuvelrijk en groen, maar wil je op safari, dan ga je liever naar de Serengeti in Tanzania. Waar het land zich wel in onderscheidt is veiligheid: hier kan iedereen, m/v, ook ’s avonds laat veilig over straat – kom daar maar eens om in Afrika, dan durft een rijke voorzichtige Amerikaan wel te komen. 

Rwanda zet de laatste jaren vol in op toerisme, doet opvallend veel aan country marketing. Zo word je zelfs vanaf de mouwen van de shirts van Arsenal en Paris Saint-Germain aangemoedigd to visit Rwanda en haalde het de organisatie van de wereldkampioenschappen wielrennen voor 2025 binnen, voor het eerst op het Afrikaanse continent.

De tekst gaat onder de foto verder.

Een politieagent geeft informatie over Covid in Kigali

President Paul Kagame wil het zo. Hij is aan de macht sinds de genocide van ’94, eerst als minister van defensie, toen vicepresident, daarna als president. De grondwet werd aangepast om hem langer dan twee termijnen de baas te laten zijn. Verkiezingen wint zijn partij met 90 procent en de oppositie in het parlement is er voor de vorm, of beter gezegd: het parlement is er voor de vorm. De president is almachtig. En inmiddels ook alom geliefd. ‘Papa’ noemt de taxichauffeur hem. “We hebben alles aan hem te danken,” zegt een serveerster in een restaurant. “Hij heeft niet eens meer trucs nodig om verkiezingen te winnen,” schreef The New York Times een paar jaar geleden, tot woede van Kagame, die zijn imago zorgvuldig bewaakt, zich omringt met beroemdheden als Bono, Bill Clinton, Ban Ki-moon. Wanneer de president, 64 jaar en 1,88 meter, gaat hardlopen in de buurt van zijn paleis, rennen de mensen –en zijn bodyguards – met hem mee. 

Maar wat hij wil gebeurt en wel meteen. Zo maakte hij een paar jaar geleden het Engels tot gewenste voertaal in plaats van het Frans, bijna per de volgende dag. Misschien om te breken met het verleden, misschien omdat het het land toegankelijker maakt, dat werd niet duidelijk. Hij wilde van het zwerfafval af, dus zijn plastic zakken verboden – in het vliegtuig drukt de purser je op het hart je gele taxfreetas aan boord achter te laten. 

De beperkende maatregelen wegens corona logen er dus ook niet om. Er is een avondklok die vaak van tijd verschuift. Nachtclubs dicht. Restaurants op vijftig procent bezetting. Overheidsgebouwen voor maximaal dertig procent gevuld, kantoren van bedrijven maximaal vijftig procent. Huwelijken hebben maximaal honderd gasten, begrafenissen maximaal vijftig, iedereen getest uiteraard. Alles bij voorkeur buiten of goed geventileerd. Bussen lange tijd maar op vijftig procent bezetting, wat in Rwanda wel lastig is, aangezien die meestal op tweehonderd procent rijdt. Mensen die het land binnenkomen moeten in quarantaine, wegens omikron zelfs drie dagen, zij die vertrekken mogen dat alleen na een negatieve PCR-test. 

Mondkapje altijd op, ook buiten, ook als je met meer dan één in de auto zit. En overal waar je binnenkomt krijg je zo’n vieze klodder gel die je over je handen moet smeren en wordt je temperatuur vluchtig gemeten (die van mij is nooit hoger dan 35,1, wat bewijst dat ik een reptiel ben – of heel ziek, maar ik mag altijd doorlopen). 

Straffe regels, en iedereen houdt zich eraan. Hoe dat komt? “De burgermedewerking heeft het gemakkelijk gemaakt,” zegt Herbert Ndahiro, secretaris van de Rwandese ambassade in Nederland. “Wanneer werd opgeroepen tot quarantaine, vaccineren, testen, het bewaren van afstand of het dragen van maskers: de mensen volgen het op.” 

President Kagame is almachtig. En inmiddels ook alom geliefd. ‘Papa’ noemt de taxichauffeur hem

Tja, de overheid doet natuurlijk graag overkomen dat burgers gehoorzamen omdat ze het eens zijn met de opgelegde beperkingen. Maar inderdaad, de mentaliteit lijkt opmerkelijk braaf. “Zou je niet protesteren tegen de maatregelen?” vraag ik Eric, een chauffeur en gids. “Nee, dat is verboden,” zegt hij. “Maar bovendien, waarom zou je? Als je ergens ontevreden over bent, laat je dat weten aan je districtsbestuurder, of aan de ombudsman. Maar meneer Kagame gaat elke maand het land in; tijdens zo’n bijeenkomst mag je hem ook je probleem voorleggen. Het wordt ter plekke opgelost.”

Als je een regel overtreedt, krijg je lik op stuk. Neem de avondklok. Otto, een hotelmedewerker, fietste als een haas op weg naar huis maar werd iets over zes aangehouden. Niet eens door de politie, maar door een burgerwacht. Een excuus had-ie niet, dus werd hij in een bus geplaatst met andere zondaren, en gedropt in het nationaal voetbalstadion. Meteen, niet even langs huis, en daar moest hij dan 24 uur blijven. Otto, gedrongen, wit hemd en blij hoofd, lacht erom, wat ook het beste lijkt: in discussie gaan met de politie is onverstandig. Kreeg je te eten? Otto lacht weer: “Dat je straf krijgt en dan beloond wordt met eten?” Het is Nederland niet! Slapen doe je in een stadionstoeltje, naar de wc kun je wel en een kraampje verkoopt wat biscuits en wate. En je moet opletten, omdat regeringsmensen jou willen uitleggen hoe gevaarlijk je gedrag was.

Al die maatregelen mogen dan wellicht bijdragen aan lage besmettingscijfers, economische schade is er zeker. Neem Otto’s werkgever bijvoorbeeld, een Nederlands stel dat sinds een jaar of zes als touroperator aan de slag is in het land en in hoofdstad Kigali een prachtige hotelvilla runt – maar noem het geen Ik vertrek. “Vanaf maart 2020 regende het annuleringen,” zegt Trees Piersma, een goedlachse Groningse tijdens de lunch op hun veranda. Avocado-, mango- en bananenbomen in de tuin, een uitzicht van drie valleien ver. “En het begon weer aan te trekken in april 2021.” Toen Rwanda dus code geel had, als een van de uitzonderingen. “Eigenlijk zijn we ’t wel eens met het beleid,” zegt 

Piersma, hoezeer het ook tegen hun Nederlandse niet al te gezagsgetrouwe inborst is.

De tekst gaat onder de foto verder.

Een stokje in je keel en neus krijg je van een echte dokter, niet zoals in Nederland van een kunstacademiestudent met een training van een middag

En de overheid maakte ook uitzondering voor zijn favoriete sector: waar de districtsgrenzen dicht bleven voor Rwandezen, mochten de toeristenbusjes passeren op weg naar de berggorilla’s in het noorden. Streng getest uiteraard, niet eens zozeer om besmetting van de menselijke bevolking te voorkomen, maar vooral ter bescherming van die grote en zeldzame apen in de Volcanoes. Beroemd door de film Gorillas in the Mist, over het leven van ’s werelds bekendste gorillabeschermer Dian Fossey: het is aan haar te danken dat deze soort niet uitgestorven is, maar nu 880 exemplaren telt. Dé attractie van het land eigenlijk, de goudmijn ook: permissie om de apen van dichtbij te bezoeken kost je 1500 dollar – het land mikt niet bepaald op backpackers. En het zou rampzalig zijn als de dieren, wier DNA zoveel lijkt op dat van mensen, maar met een minder goed immuunsysteem, ten prooi zouden vallen aan corona, want voor hen kan het virus dodelijk zijn. 

Dus zijn de coronaregels voor het nationaal park strenger dan waar ook in het land. Alleen met een verse PCR-test mag ik naar binnen, de berg op. Alle gidsen en chauffeurs zitten in een ‘bubbel’, ze verblijven op campings en in hotels, hoorden ook bij de eerste gevaccineerden in het land, na een maand volgt aflossing door een nieuwe crew. Zoals dat gaat met bubbels was deze ook niet echt hermetisch: mijn gids stapt in het ritje terug naar het ontvangstcentrum van het park vrolijk uit voor wat boodschappen. Maar op de berg is het streng, tot en met een schoon mondkapje dat de gids uit zijn tas tovert wanneer we de apen naderen. Voor de zekerheid. En de apen houden zich overigens niet aan de regels, die houden geen afstand. Hoe weet je nou eigenlijk of een gorilla corona heeft? Steek je die een wattenstaafje in zijn neus? Nee, dat niet. “Heel simpel, als je ziet dat-ie hoest en moe is, verdoof je ’m en neem je bloed af.”

Las je daar net gevaccineerden? Jazeker, en ook daar is Rwanda voortvarend in – zo goed en zo kwaad als dat kan tenminste. In maart 2021 zette het de eerste prik, maar na twee maanden waren de vaccins op, het vaccineren kon pas worden hervat in oktober. Het rijke Westen had Afrika vaccins toegezegd, maar daarvan kwam bitter weinig terecht. Rwanda kreeg ze via Covax, een initiatief van de WHO, wat plukjes via de Afrikaanse Unie en door donaties van bijvoorbeeld India, China, de Verenigde Arabische Emiraten en Frankrijk. Macron nam een aardige hoeveelheid mee toen hij onlangs zijn excuses kwam aanbieden voor de Franse rol in de genocide. En dit jaar gaat in Rwanda de eerste Afrikaanse fabriek in productie, voor het BioNTech-vaccin, dat Pfizer ook maakt. 

Maar het land ging vooral zelf actief de boer op en kocht met leningen van de Wereldbank overal slim in en werkt dus met Pfizer, Janssen, Moderna, maar ook Sinopharm, en Spoetnik. Ondanks die schaarste is 30 procent van de bevolking gevaccineerd; daarmee staat het in de topvijf van Afrika. “70 procent is de doelstelling voor 2022, waar de WHO 60 procent voorstelde aan de Afrikaanse landen,” vertelt Julien Niyingabira, een intelligente veertiger die onder andere in Moskou studeerde. Hij – blauw overhemd, brilletje – is hoofd communicatie van het RBC, het Rwanda Biomedical Center, zeg maar het RIVM en OMT samen. “En die 60 procent halen we in juni al.”

Rwanda heeft de zaken goed op orde, in lijn met zijn – recente – bijnaam ‘Singapore van Afrika’

Als Hugo de Jonge dat zei, wist je zeker dat het niet gehaald zou worden. Nu ben je geneigd het te geloven: het RBC is alle beloften nagekomen. Of er een bottleneck is? “Eigenlijk niet. Of het moeten handjes zijn om te prikken. Logistiek hebben we het goed voor elkaar: de luchtmacht brengt met helikopters de vaccins tot in de uithoeken van het land, in elke vallei.” In zijn grote Toyota LandCruiser rijdt hij bijna iemand aan, mompelt sorry. We zijn op weg naar een priklocatie op Nyabugogo, het grootste busstation van Kigali. Hét knooppunt van het land, want treinen zijn er niet en vanuit hier kun je ook naar bijvoorbeeld Kampala of Nairobi. Te midden van een chaos van reizigers, handelaars, dieren en tientallen bussen staat een open partytent. Dertig stoelen, waarvan de helft bezet, kijkend naar een tafel waarachter een man en een vrouw met blauw plastic over hun verpleegstersoutfit zitten. “Het is geen reguliere priklocatie,” verduidelijkt Niyingabira. Die had ik ook gezien, in het Convention Centre, een soort RAI. Op dit busstation kwam het RBC als het ware naar de mensen toe.

Een van de wachtenden is Sylvain, 25, timmerman, groene sneakers met blauwe veters, hip petje, gebleekte jeans. Waarom hij hier is? “Covid is gevaarlijk. Kagame heeft het gezegd, iedereen kan een vaccinatie krijgen, dus haal ik ’m.”

“Hoe wist je dat het kon?”

“Gehoord op Radio Rwanda.”

Hij had het ook kunnen weten via Twitter, waar Niyingabira en zijn team een aantal kanalen beheren. Dagelijkse updates van alles: aantal besmettingen, doden, zevendaagsdaags gemiddelde. Of via Instagram of Facebook. Maar de essentiële zaken worden meestal simpelweg gemeld via WhatsApp. Dat bijvoorbeeld diezelfde avond een lockdown ingaat. Heb je ’t gemist? Hoor je het wel van een ander, het is belangrijk genoeg. En wil je boodschappen doen? Moet je aanvragen via WhatsApp.

“In Europa hoorde ik commentaar op jullie lage besmettingscijfers. Komt omdat jullie niet testen, zegt men schamper.”

Niyingabira haalt zijn schouders op, neemt een slok water. “We meten alles. Doen dat soms gericht en proactief. Soms zijn er meer besmettingen in kerken, markten, scholen, dan weet je dat je maatregelen moet nemen.”

Sylvain is aan de beurt, gaat zitten op de plastic stoel naast de tafel, mouw omhoog. De verpleegkundige neemt een laatste teug uit haar Fanta-blikje en pakt een flesje Pfizer. Een meter of vijf verderop vertrekt een bus, die een dot dieselwalm uitstoot – als je geen covid krijgt, loop je hier wel een andere longziekte op. Beetje alcohol op de arm, prikje, opstaan en tien minuten later loopt Sylvain weg, petje achterstevoren. 

De tekst gaat onder de foto verder.

Ondanks de schaarste is 30 procent van de bevolking gevaccineerd; daarmee staat het in de topvijf van Afrika

Rwanda heeft de zaken goed op orde, in lijn met zijn – recente – bijnaam ‘Singapore van Afrika’. Die het te danken heeft aan economische succes, maar de overeenkomst is er ook in regels: die zijn duidelijk maar streng en overtreden wordt meteen gestraft. 

Commentaar is ongewenst, in de media, maar zelfs in het parlement. Jean-Claude Ntezimana maakt deel uit van de tweemansfractie van de Groene Partij van Rwanda en vindt zonder al te veel voorbehoud dat de regering het goed gedaan heeft. Om even later uit te leggen hoe oppositie voeren werkt in zijn land: “Altijd constructief zijn. Destructief mag niet. Wij komen altijd met een alternatief als we tegen zijn.” De regering is hard tegen media en oppositie, zogezegd om te voorkomen dat haat weer oplaait als in ’94. Duldt daarom geen hate speech, maar het is niet echt duidelijk wanneer iets hate of gewoon free speech is. 

Het heeft het imago van president Kagame de laatste jaren bezoedeld. Sommige van zijn beroemde vrienden, zoals de Clintons, hebben zich van hem afgewend, nadat duidelijk is geworden dat de president het qua mensenrechten minder nauw neemt. Dat journalisten geïntimideerd worden, dissidenten in ballingschap of in huisarrest moeten leven, als ze al niet ontvoerd worden. 

De hand van de president is hard, wat misschien noodzakelijk was om het land weer op te bouwen en te verenigen na de afgrijselijke genocide. Tegelijkertijd hebben Rwandezen de reputatie gezagsgetrouw te zijn, wat sluipenderwijs misschien wel versterkt wordt wanneer protesteren niet de bedoeling is, tegengeluid verstomt en braafheid een nieuwe gewoonte wordt – wat bepaald niet slecht uitkomt in een gezondheidscrisis. Heel anders in ieder geval dan de Hollandse overmondigheid. Maar ach, kom zelf kijken, het mag: code geel! 

Mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.