Spring naar de content

Een kleine overwinning op het kapitalisme

De vuilnisbergen groeien de hemel in, de kringlopen puilen uit, wij gooien dingen te snel weg. Wij moeten de kunst van het repareren in ere herstellen, schrijft Jan Kuitenbrouwer. 'Planned obsolesence - een van de meest cynische termen uit het economisch woordenboek.'

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Ik doe veel in huis, stofferen, schilderen, timmeren, dingen repareren. Ik doe dat al mijn hele leven, mijn vader deed het ook. Als hij bezig was keek ik vaak toe. Ook werklieden die in huis kwamen bestudeerde ik. Sommige vonden dan onprettig, andere juist leuk.

Ik was een jaar of tien toen mijn ouders een stereo-installatie kochten en ik het oude muziekmeubel erfde, een grote houten kast met een radio en bovenin een platenspeler. Ik luisterde naar de radio, draaide mijn eerste plaatjes (Michelle/Girl van de Beatles, If I Had A Hammer/America van Trini Lopez) en op een dag hield hij ermee op. Mijn vader had geen zin om hem te laten repareren, zelf kon ik dat niet betalen, ik wilde plaatjes draaien en naar Radio Caroline luisteren, dus ik ondernam zelf een poging en schroefde hem open. Ik had geen idee wat ik deed, ook niet van het mogelijke gevaar. Er was een radiobuis die niets meer leek te doen, ik ging ermee naar een radiowinkel, kocht een nieuwe, zette hem erin en mijn muziekmeubel speelde weer. Daarna deed ik iets verkeerd met een schroevendraaier, er klonk een knal, al het licht in het huis ging uit en ik lag bewusteloos op de grond. Mijn vader schudde me wakker. Het enige dat hij zei was: ‘Altijd eerst de stroom eraf. Je hebt geluk gehad, zoiets kan ook fataal zijn.’

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap