Spring naar de content

‘Beatrijs wilde nooit belerend, maar wel leerrijk schrijven’

Socioloog Abram de Swaan herdenkt de vorige week donderdag op 69-jarige leeftijd overleden Beatrijs Ritsema. ‘Beatrijs was in haar vragenhoekje een stoïcijn light: je moet tegenslagen en missers kunnen verdragen, die zijn nu eenmaal onvermijdelijk in het leven.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Abram de Swaan

Beatrijs Ritsema was een personage in het oeuvre van Beatrijs Ritsema. En dit is een zin van het soort waarmee Beatrijs graag haar columns begon: kort en krachtig, maar met een idee dat om nadere uitwerking vraagt en dus de lezer lokt tot verder lezen. De persona die zij in haar vragenrubriek opvoerde leek erg op de persoon Beatrijs die ik in de loop der jaren enigszins heb leren kennen. ‘Laconiek’ is de term die nu in veel gedenkstukken voorkomt en die past haar goed. Maar hartelijk, belangstellend, bescheiden en genereus was ze ook in het echte leven. Als de Ritsema van de vragenrubriek was ze eerst en vooral de belichaming van het gezond verstand, van het juiste midden en de gepaste maat. Maar een gelijkhebber of een betweter (lastig trouwens om te vermijden) was ze in die rubriek helemaal nooit, daarvoor relativeerde ze te veel en preken deed ze niet. Aan Beatrijs’ praktisch vernuft zat soms ook, heel smal, een malicieus randje; een vleugje peper om het stuk op smaak te brengen.

Beatrijs was in haar vragenhoekje een stoïcijn light: je moet tegenslagen en missers kunnen verdragen, die zijn nu eenmaal onvermijdelijk in het leven. Je moet niet te veel zeuren en klagen want dat helpt toch niet. Daar belast je anderen maar mee, terwijl je jezelf er vaak nog meer mee in de nesten werkt. Ik denk dat ze zich in haar eigen leven ook aan dat devies hield, al had ze in haar jonge jaren genoeg verlies geleden voor haast onoverkomelijk verdriet. Over dat persoonlijk leven was ze anders dan veel huidige columnisten nogal terughoudend. Dat moet ook als het in je rubriek zo vaak over heel intieme zaken gaat. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

In haar rubriek was ze erop uit om knopen door te hakken, niet uit ongeduld (en ook niet om haar lezers bij de les te houden), maar omdat de raadvragers daar zelf kennelijk veel moeite mee hadden (anders hoefden ze haar niet te schrijven). Anderzijds adviseerde ze ook vaak om een ergerlijke medemens maar te laten begaan, je schouders op te halen en het van je af te laten glijden. Al heb je al het gelijk van de wereld, wat schiet je ermee op, vooral in burenruzies, ergernissen op straat, in de winkel, of de concertzaal. Met familie- en relatieproblemen is het al ingewikkelder. Die zeuren vaak al jaren door en bijna altijd is ook degeen die om goede raad vraagt deel van het probleem. Een therapeut of sociaal werker zou op zoek gaan naar de ‘onderliggende problematiek’ en naar de ‘interactionele dynamiek’. En terecht. Maar een krant is geen spreekkamer en Beatrijs ging niet de diepte in. Ze hield het op wat Freud ‘die jeweilige psychische Oberfläche’ noemde, op datgeen wat dan en daar gepresenteerd wordt, in haar geval in de brief die ze besprak. 

Wat ze te melden had was niet meer en ook niet minder dan haar eerlijke, eigen, weldoordachte en op levenservaring gebaseerde mening. Daarbij moet haar eigen, hecht gezin, een permanente leerschool zijn geweest.

Beatrijs beperkte zich ook in ander opzicht. Wat ze te melden had was niet meer en ook niet minder dan haar eerlijke, eigen, weldoordachte en op levenservaring gebaseerde mening. Daarbij moet haar eigen, hecht gezin, een permanente leerschool zijn geweest. Je had als gast daar het gevoel dat het er wel goed zat. Maar haar man Maarten en de kinderen, Felix, Michiel en Saskia, zullen zichzelf vast wel eens, liefdevol vermomd, hebben zien verschijnen in haar columns. 

Ze probeerde haar adviezen niet aan te sterken met een Freud-citaat of een aanhaling van een andere autoriteit. Evenmin gaf ze bronnen voor haar feitelijke beweringen. Er komt geen statistiekje of bronvermelding in haar stukken voor. Je moest het maar van haar aannemen. En ze kon soms tamelijk stellig zijn in haar meningen. Dat kan een probleem opleveren: Wie is die Beatrijs Ritsema dan wel helemaal dat ze, week in week uit, in de krant de mensen vertelt hoe ze met hun moeilijkheden moeten omgaan? Dat probleem liet ze aan de lezer: ze tooide zich met geen titel of diploma (al was ze afgestudeerd in de sociale psychologie), ze leunde niet op het dictaat van diepe doctrine en zweefde niet weg op de influistering van hogere inspiratie. Ze pretendeerde niet dat ze het beter wist dan een ander, ze had het ook maar naar beste kunnen zelf uitgedokterd. Beatrijs Ritsema gaf haar mening geheel op eigen gezag. De lezer kon het van haar aannemen of niet en moest er vooral zelf nog maar eens goed over nadenken. De onderliggende suggestie was dat de raadvrager als die er zelf niet zo middenin had gezeten wel op eigen kracht met ongeveer dezelfde oplossing gekomen was. 

Beatrijs haar adviesrubriek had iets gemeen met het werk van een portrettist. Uiteraard is degeen die zich afgebeeld ziet daar vaak tevreden over en zelfs verheugd, maar waar het om gaat is dat het portret de talloze beschouwers heel direct en persoonlijk aanspreekt.

De lezer merkt dat misschien niet meteen, maar Beatrijs was een eminent stilist (had ik haar dat maar gezegd). Dat bleek in de eenvoud en de precisie van haar woordkeus, zinsbouw en opzet. Daar lees je overheen omdat je doorleest. Dat is nu net de kunst. 

Beatrijs haar adviesrubriek had iets gemeen met het werk van een portrettist. Uiteraard is degeen die zich afgebeeld ziet daar vaak tevreden over en zelfs verheugd, maar waar het om gaat is dat het portret de talloze beschouwers heel direct en persoonlijk aanspreekt.

Beatrijs schreef telkens aan die ene raadvrager maar altijd ook voor haar honderdduizend lezers. Die herkenden de vaak pijnlijke situaties en de getroffen personages, zonder enig leedvermaak, maar met heel veel leervermaak. Want achter alle zelfrelativering wilde Beatrijs, vermoed ik, nooit belerend, maar wel leerrijk schrijven.