Spring naar de content
bron: Paul Tolenaar

Toekomstig vice-premier Kajsa Ollongren bewaart altijd de rust

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie
Haar partij D66 eindigt op het pluche, en de kans -- volgens Haagse bronnen -- is groot dat Kajsa Ollongren (50) vice-premier wordt. De huidige interim-burgemeester van Amsterdam krijgt die rol naar alle waarschijnlijkheid samen met CDA'er Hugo de Jonge en Carola Schouten van de ChristenUnie. Wie is deze D66-coryfee? In de laatste editie van HP/De Stijl stond onderstaand interview met Ollongren van Astrid Theunissen.  [caption id="attachment_517849" align="alignleft" width="300"] Beeld:[/caption] “Ik heb de afgelopen weken vaak aan een uitspraak van Christine Lagarde gedacht. ‘Wat als Lehman Brothers Lehman Sisters zou hebben geheten?’ Dan was die financiële crisis er niet geweest, constateerde Lagarde. Dat is wat overdreven, maar ik ben inmiddels ook tot de conclusie gekomen dat mannen en vrouwen echt verschillend zijn, waardoor diversiteit op de werkvloer en gemengde teams gegarandeerd een andere dynamiek en andere inzichten opleveren.” Vrouwen denken minder aan zichzelf en meer aan het doel, is haar ervaring. “Mannen hebben grotere ego’s. Dat kan functioneel zijn, maar het kan ze ook in de weg zitten. Je moet wel nog over je eigen schaduw heen kunnen stappen als je een gezamenlijk doel wilt bereiken. Vrouwen zijn pragmatischer en minder geïnteresseerd in het strategische spel zoals dat in de formatie wordt gespeeld.” Haar handen gaan ervan jeuken, Ollongren kent het spel. In 2010 speelde ze een centrale rol in de formatie van het kabinet-Rutte I, achter de schermen weliswaar, als secretaris. “Het was een dienende rol, als ondersteuner van de informateurs. Dat Edith Schippers als eerste vrouwelijke in- formateur aantrad, was natuurlijk positief, maar het is van belang dat vrouwen ervoor zorgen dat zij ook op de plekken terechtkomen die er echt toe doen. Ik heb in Amsterdam aan de onderhandelingstafel gezeten om dit college te vormen. In Den Haag moeten er in de toekomst ook meer vrouwen meebeslissen.” Capabele vrouwen genoeg, stelt ze. Voor welke plek dan ook. Ollongren kan als het moet, à la minute, een kabinet samenstellen dat volledig uit vrouwen bestaat. Femke Halsema op Justitie, Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau, op Financiën, ondernemer Annemarie van Gaal op Sociale Zaken, Kamervoorzitter Khadija Arib op Binnenlandse Zaken. Marietje Schaake, haar D66-collega in Brussel, op Buiten-andse Zaken. “En Edith Schippers zou een fantastische premier zijn, al is die niet beschikbaar.” Dat brengt haar op het volgende punt. “Vrouwen die gevraagd worden, moeten niet op het moment suprême zeggen: ‘Nee, ik kan het niet of ik durf het niet.’ Toon dan ambitie en go for it.” En Ollongren zelf dan? Gaat zij ervoor? “Minister? Ik? Dat is totáál niet aan de orde.” Ze heeft zich voor vier jaar gecommitteerd aan de functie van wethouder Economie, Kunst en Cultuur, Media en aanverwante zaken, klinkt het resoluut. Ze beweegt zich voorlopig dus nog door Amsterdam. Toch wordt al sinds haar aantreden op het stadhuis in juni 2014 gespeculeerd over Ollongren als toekomstig minister. De topambtenaar had de leidinggevende en adviserende taken als geen ander onder de knie en zou in Amsterdam bestuurservaring komen opdoen, of zoals Het Parool schreef: Ollongren kwam ‘stage lopen’ om vervolgens terug te keren naar het Binnenhof. Een volslagen onzinnige bewering, vindt de D66-coryfee zelf. “Stage,” schampert ze. “In welke wereld leven de mensen die beweren dat ik hier wethouder word om een beetje te oefenen? Het is een hartstikke serieuze baan en best wel hard werken ook. Maar ik geniet ervan. Ik heb het hier in Amsterdam hartstikke naar mijn zin.” Een stad met 180 nationaliteiten, ze vindt het geweldig, voelt zich er thuis. Ze is zelf een mix van nationaliteiten. Haar opa van vaders kant is Russisch, hij was cadet in het leger van de tsaar. Haar Nederlandse vader Alexander, een hoogleraar informatica, is geboren in Nederlands-Indië en haar moeder is Zweedse. “Ik heb van mijn ouders geleerd dat anders zijn niet erg is. ‘Je hoeft niet hetzelfde te zijn als iedereen,’ zeiden ze. Dat ben ik ook niet. Ik werk meer dan de doorsnee vrouw en ik heb een gezin met een vrouw.” Haar partner is de televisieproducent Irene van den Brekel, met wie ze niet ver van het stadhuis woont en twee zoons heeft, van veertien en zestien. “Wees jezelf, doe wat jij wilt; dat is ook wat ik onze jongens voorhoud,” zegt ze. “En ik houd zo van Amsterdam, omdat iedereen hier is zoals hij zou willen zijn.” Ze was achttien toen ze in 1985 vanuit Oegtstgeest een kamertje boven een co eeshop op de Wallen betrok. Ze kwam economie studeren, een vak waarin ze altijd geïnteresseerd zou blijven, maar de studie verruilde ze na een jaar voor geschiedenis. Een stage bracht haar bij het ministerie van Economische Zaken, waar ze in 1992 ging werken. Toen Hans Wijers in 1994 aantrad als minister van Economische Zaken, werd ze zijn ‘liaison’ naar de Kamer. “Kajsa bleek uitermate intelligent en goed georganiseerd,” vertelt hij. “Ze had ook altijd goed nagedacht over wat ze zei. Hoe ingewikkeld en kritisch haar verhaal ook was, ze wist het helder en eenvoudig te verwoorden. Ze leerde ook snel mensen te lezen en het politieke proces te doorzien. Dat is een bijzondere combinatie van eigenschappen.” Vanwege haar talent mocht Ollongren van het ministerie in 1998 aan de École nationale d’administration in Straatsburg en Parijs studeren. Tijdens deze prestigieuze opleiding knoopte ze de raad van de leiding goed in haar oren: het is goed om je hoofd boven het maaiveld uit te steken en ambitieus te zijn! Ze schopte het tot plaatsvervangend directeur-generaal bij Economische Zaken en onder Jan Peter Balkenende werd ze plaatsvervangend secretaris-generaal en raadadviseur bij het ministerie van Algemene Zaken. Nadat tijdens de formatie van 2010 gebleken was dat het klikte met Mark Rutte, werd ze in augustus 2011 benoemd tot secretaris-generaal bij het ministerie van Algemene Zaken, oftewel tot hoogste ambtenaar, Ruttes rechterhand. Het had ook anders kunnen lopen, want in 2006 vroeg Alexander Pechtold haar om zich kandidaat te stellen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Dat deed ze. Ze stond op nummer vijf. D66 kreeg drie zetels, minder dan ooit. De Tweede Kamer ging aan haar voorbij. Heel rouwig was ze er niet om. “Het was mij niet zozeer te doen om het Kamerlidmaatschap. Ik wilde de partij steunen. Het ging slecht met D66 en ik vond het belangrijk om me in te zetten om het links-liberale gedachtegoed overeind te houden.” Bovendien: “Was ik destijds in de Kamer beland, dan was ik niet bij Algemene Zaken terechtgekomen. Daar heb ik een fantastische tijd gehad.” Ze deed er spannende dingen, vertelt ze. Zoals de onderhandelingen over Fortis in 2008. Toen die bank in oktober van dat jaar dreigde om te vallen, toog ze met Bos en Balkenende naar België om de premier en de minister van Financiën te ondersteunen tijdens hun onderhandelingen met hun Belgische collega’s. Ollongren denkt terug aan een lange nacht in de ambtswoning van de Belgische premier Yves Leterme waarin het haar taak was om tijdens elke schorsing van de onderhandelingen een nieuw scenario door te rekenen. Talloze schorsingen waren er. Pas tegen de ochtend lag er een principeakkoord en was er tijd voor een hazenslaapje. De mannen kropen op een bank; haar restte de vloer. Gevraagd naar die weinig charmante geste van de heren tegenover de enige dame in gezelschap, reageert Ollongren als de ambtenaar die haar plaats kent. “Maar zij waren minister en de minister-president!” Dat zij, Ollongren, feitelijk het belangrijkste werk had moeten doen, namelijk het rekenen? “Zo heb ik het nog niet bekeken.” Lachend: “Ach, die bankjes lagen voor geen meter hoor. Dat waren van die Louis XVI-bankjes.” Bij Algemene Zaken kan ze in 2010 de formatie doen van het minderheidskabinet van Mark Rutte en Maxime Verhagen, met gedoogsteun van Geert Wilders. “Dat was een bijzondere tijd,” zegt ze. “Van juni tot oktober zaten we elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat met een klein team opgesloten in een kamer van de senaat, waar tig combinaties aan informateurs voorbijkwamen. Die zomer ben ik twee keer anderhalve dag op en neer geweest naar mijn gezin, dat op vakantie was in Zweden. De overige tijd was ik aan het werk. Als secretaris moest ik afspraken maken met de informateurs, de teksten van het regeerakkoord schrijven en nieuwe ministers helpen aanstellen.” Na 22 jaar achter de schermen te hebben gewerkt, kiest Ollongren ervoor om op de voorgrond te treden. Als wethouder in Amsterdam. Het is een sprong in het diepe, maar dat trekt haar juist. “Ik heb een enorme drive om nieuwe dingen te doen waarvan ik niet zeker weet dat ik ze wel kan,” verklaart ze. En inderdaad, ze kan zich volledig vinden in het motto van Pippi Langkous: Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan. “Dat vind ik een vrolijke manier om naar de wereld te kijken.” De gewaagde sprong pakte ook goed uit. “Ik blijk het leuk te vinden om in de gemeenteraad mijn eigen koers te moeten verdedigen in plaats van in de coulissen iemand in te fluisteren: ‘Zeg maar dit en zeg maar dat.’ Ik kan nu meer zelf bepalen.” Ze vaart haar eigen koers, zoveel is zeker, en ze heeft het besturen snel opgepikt, weet Marja Ruigrok, fractievoorzitter van de hoofdstedelijke VVD, die onder meer met Ollongren in de commissie Werk en Economische Zaken zit. “Kajsa luistert, maakt duidelijk dat ze je heeft gehoord, beweegt mee en geeft vervolgens helder te kennen wat ze wel en niet gaat doen.” Ze opereert meer als manager dan dat ze bezig is met het politieke spel, zegt Ruigrok. “Ze is resultaatgericht.” De wethouder is niet bezig om zelf te scoren, maar luistert echt naar wat je te zeggen hebt, constateert ook de bekende ondernemer Boris Veldhuijzen van Zanten. De eigenaar van The Next Web werkte bij het opzetten van een ‘tech hub’ voor start-ups in Amsterdam nauw samen met Ollongren en trof een betrokken, benaderbare wethouder met grote interesse in start-ups en innovatie, die graag over de grenzen heen kijkt. Vorig jaar oktober nam Ollongen 120 vertegenwoordigers van culturele instellingen mee naar New York, zodat die daar contacten konden leggen met zusterorganisaties. Een actie waarop cultuurminister Jet Bussemaker reageerde met de opmerking dat ze ‘internationalisering aanmoedigt als het veel oplevert, niet omdat New York zo’n leuke stad is’. Veldhuijzen van Zanten ziet wel degelijk het belang van zulke internationale missies. “Ik ben voor mijn bedrijf geregeld in New York en heb profijt van de goede contacten die de wethouder daar heeft opgebouwd en van het feit dat Nederland daar goed op de kaart is gezet.” Ollongren kijkt graag naar hoe men het elders doet, en ze durft haar nek uit te steken. Ook wanneer het binnenlandse aangelegenheden betreft. Op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis in 2015 pleitte zij ervoor om asielzoekers aan een baan te helpen nog voordat ze een formele status als vluchteling hebben. Die uitspraak gaat in tegen het rijksbeleid, maar evengoed doet ze haar verhaal in De Wereld Draait Door, omdat ze vindt dat er iets moest gebeuren. En ondanks de korzelige opmerking van Bussemaker heeft ze dit najaar opnieuw een grootschalige cultuur- missie gepland, naar Parijs ditmaal. Dat varen van haar eigen koers leidt ook tot gemopper in Amsterdam. “Ze is minder zichtbaar in de stad dan haar voorganger Carolien Gehrels,” weet Marja Ruigrok. “Kajsa bestuurt meer op afstand. Ze is een ander type, wat koeler – dat zal het Zweed- se in haar wel zijn.” Dat ‘koele’ moeten we overigens niet verwarren met afstandelijkheid. “Kajsa is leuk en gezellig. Ik heb haar juist nog nooit boos gezien. Je kunt ook nooit aan haar zien dat ze zich ergens druk over maakt. Ze heeft een deel van het werk van onze zieke burgemeester Van der Laan erbij gekregen. Dat extra werk doet ze gewoon. Ze is van het niet lullen maar poetsen. Ik hoor haar ook nooit over het glazen plafond. Het lijkt alsof ze net zo’n teflonlaagje heeft als Mark Rutte. Ze kan dingen makkelijk van zich af laten glijden.” Dat herkent Hans Wijers in haar. “Wan- neer in de politiek niet al te mooie processen zich voordoen, kun je daar verontwaardigd op reageren of je kunt die processen zonder emotie, puur feitelijk analyseren. Dat laatst doet Kajsa. Ze neemt niets persoonlijk. Ik ben redelijk emotioneel en in mijn tijd als minister hielp het enorm om zo’n koele dame om me heen te hebben. Overigens kan ze binnenskamers best stevige opinies hebben en ze heeft zeker haar voorkeuren wat betreft mensen, maar die bereiken de openbaarheid niet. Ze blijft altijd gecontroleerd.” Europarlementariër Marietje Schaake, die haar D66-collega zowel op partijbijeenkomsten als privé spreekt, noemt Ollongren onverstoorbaar, to the point, pragmatisch, oplossingsgericht en totaal niet ijdel. “Ze is zelf niet met scoren bezig,” zegt Schaake. “Ze wil het publieke belang dienen en daarin is ze loyaal.” Haar kandidaatstelling voor de Tweede Kamer is daar een voorbeeld van, zegt ze en ook Schaak laat Ollongrens kalme aard niet ongenoemd. “Kajsa is een keiharde werker en ik weet dat ze het als wethouder met een gezin altijd druk heeft, maar daar is nooit iets van te merken. Ze maakt ook gerust tijd als ik iets persoonlijks met haar wil bespreken. Ik heb haar nog nooit gestresst gezien.” “Yoga? Meditatie?” Hoongelach op het terras. “Ik weet niet hoe dat moet. Ik maak me gewoon niet zo snel druk, behalve als er niet genoeg tempo zit in de besluitvorming, want ik kan wel ongeduldig zijn. En ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel, waardoor ik er niet goed tegen kan als andere mensen denken: laat maar. Daar zal ik ze op aanspreken. Verder heeft het nooit zoveel zin om je op te winden.” Een teflonlaagje? Herkent ze niet. “Wat ik wel gemeen heb met Mark Rutte, is dat ik zacht ben op de relatie en hard op de inhoud. Je bereikt inhoudelijk het meeste door de relatie goed te houden.” En wie zegt dat ze de dingen niet zo persoonlijk neemt, heeft gelijk. “Er wordt altijd beweerd dat vrouwen zo emotioneel zijn. Schei uit. Ik heb met zoveel mannen gewerkt en ik ben stomverbaasd hoe emotioneel mannen kunnen worden, hoezeer ze zich dingen kunnen aantrekken. Ja dat snap ik, dat ik nu met een voorbeeld moet komen. Van een bekende man natuurlijk. Nou, tussen Balkenende en Bos is het na het ‘u draait en u bent niet eerlijk’ bijvoorbeeld nooit meer goed gekomen.” De Duitse bondkanselier Angela Merkel is de politica die ze, als baken van rust in deze roerige tijden, het meest bewondert. Els Borst is haar grote voorbeeld. “Omdat zij ook zo kalm bleef. Ondertussen ging ze recht op haar doel af.” Het was ook Els Borst die zei: “De politiek is te belangrijk om alleen aan mannen over te laten.” Kort na haar dood heeft D66 het Els Borst Netwerk opgericht, waarin vrouwen uit de partij elkaar kunnen inspireren tot het creëren en aangrijpen van kansen in de politiek. Ollongren is betrokken bij het Netwerk, al is ze zelf nooit bezig geweest met thema’s als het glazen plafond en de gender gap. Ze is ook tegenstander van een vrouwenquotum. “Vanwege het risico van het excuus. Het wordt een vrouw omdat het moest.” Ja, ze weet dat oudere topvrouwen zoals Neelie Kroes die eerst ook tegen een quotum waren op hun schreden zijn teruggekeerd, omdat de aanwas van vrouwen op belangrijke posities te lang duurt. “Ik snap de frustratie. Zij hebben lang gedacht wat ik nu op mijn beurt denk: er zijn zoveel capabele vrouwen – het komt wel goed. “Ik heb mijn vrouw-zijn nooit als een obstakel ervaren. Ook niet als een pre overigens. Ik ben simpelweg gewend geraakt aan het feit dat ik de enige vrouw in the room ben, en ik vind dat niet zo erg, maar ik merk dat andere vrouwen dat wel lastig vinden omdat er dan op ze wordt gelet.” Dat is de reden van haar betrokkenheid bij het Els Borst Netwerk. Hoewel ze niet de behoefte voelt om een boegbeeld zijn, heeft ze met de jaren geaccepteerd dat zij als vrouw in een toppositie die rol wel op zich moet nemen. “Mijn ervaring kan inspirerend zijn voor andere vrouwen en werkende moeders.” Op de vraag hoe Ollongren zelf werk en privé combineert, bekent ze dat het bij haar thuis niet helemaal eerlijk is verdeeld. “Irene doet meer dan ik doe. Ik probeer er te zijn met avondeten, ik doe mijn best om de hockeywedstrijden van de oudste en de voetbalwedstrijden van de jongste bij te wonen, en meestal lukt het om samen naar Ajax te gaan kijken, maar natuurlijk krijg ik van onze jongens op mijn lazer dat ik er te weinig ben.” Zelf heeft ze niet veel vrije tijd nodig; ze geniet enorm van haar werk. “Dat is heel afwisselend en ik ontmoet voortdurend inspirerende mensen.” Zo staat ze in de ambtswoning van de burgemeester tussen de genomineerde kunstenaars voor de Amsterdamprijs, zo springt ze op haar fiets naar een meeting met ondernemers van de binnenstad, vervolgens bezoekt ze met haar collega uit Londen en Parijs de opera – waar ze groot fan van is. “Het enige waar ik belang aan hecht is sporten. Ik ga twee keer per week naar de fitness, ’s zomers fiets ik, in de winter schaats ik en ik wil minstens eens per jaar op vakantie naar Zweden.” Ook deze zomer gaan ze weer naar het familiehuisje ten zuiden van Stockholm. Een beetje wandelen, klussen, zwemmen en boeken lezen. “Tot rust komen.” Maar het lijntje met Pechtold is kort. “Hij houdt me op de hoogte wat er in Den Haag gebeurt. Natuurlijk.” En stel dat...? “... wat? Ik zei toch dat ik nog voor negen maanden wethouder ben. En ik ben ook nog niet uitgedacht hier.” “Natuurlijk zegt Kajsa dat ze wethouder is,” reageert Hans Wijers. “Dat moet ze ook doen. Ze kan ook nog jaren wethouder blijven. Maar als de gelegenheid zich voordoet, zal ze zeggen: ‘Ik ben er klaar voor.’ En dat is ze.”Marietje Schaake ziet Ollongren wel zitten op Buitenlandse Zaken, Economische Zaken of een post als Innovatie. Maar ze zou ook zomaar de nieuwe Pechtold of Rutte kunnen worden. “Omdat Kajsa altijd de rust bewaart, zijn alle grote verantwoordelijkheden bij haar in goede handen.”