Spring naar de content

‘Ik dacht dat ik alleenheerser was’

Hij maakte van Yab Yum een wereldmerk, maar moest de tent na bedreigingen sluiten. Nu verschijnt zijn boek, waarin hij uitlegt hoe hij van ordinaire pooier een geaccepteerd burger werd. 51 vrijpostige vragen aan Theo Heuft (74). ‘Ik ben een randfiguur.’ door Roos Schlikker, foto’s Ilvy Njiokiktjien

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

“Omdat het zo fantastisch leuk is geweest wat ik heb mogen meemaken. Toen ik met Yab Yum begon, had ik een catastrofaal leven achter de rug. Ik vind het mooi om in het boek te laten zien dat ik met Yab Yum uiteindelijk een instituut heb gebouwd dat wereldberoemd is geworden. Ik wilde de mensen deelgenoot maken van mijn succes.”

“Ik ben best trots op wat ik heb gedaan, als je dat bedoelt. Want er werd vroeger echt niet fijn tegen mijn werk bij Yab Yum aangekeken, hoor. Ik werd een pooier genoemd.”

“Je kunt het zo noemen, natuurlijk. Het werd ook meteen heel stil om me heen toen ik de club begon. Bij de diverse schoonmoeders die ik heb gehad, kwamen mijn werkzaamheden echt slecht over.”

“Nee. Ik ben een randfiguur. Ik kan niet buiten spanning, daar zal het mee te maken hebben. Aan de rand van het ravijn groeien de mooiste bloemen, natuurlijk. Voor ik met de club begon, was ik beroepsgokker; dat werd ook niet bepaald getolereerd.”

“Tja, ik moest bijna veertig jaar worden om te ontdekken wat ik kon, en dat is gastheer zijn. Ik was tien keer zo duur als mijn concurrenten, maar ik heb altijd heel veel gegeven voor de grote bedragen die mensen betaalden.”

“Ja, maar dat vind je weer niet bij dat ravijn waar we het over hadden. Het is trouwens niet zo dat ik mijn carrière heb uitgestippeld; ik ben ook helemaal niet de strategische manager waar mensen me vaak voor houden. Vergaderen, businessplannen maken, ik heb het nooit gedaan. Ik ben niet zo’n intelligente man, ik ben een doener. Ik deed het gewoon allemaal.”

“Zeker. Ik heb heel veel fout gedaan, daar ben ik eerlijk in. Voor ik Yab Yum begon, heb ik onder meer automaten aan restaurants verkocht waar mensen een tandenborsteltje uit konden trekken. Wereldidee, maar een beetje jammer dat we vergeten waren dat mensen daarna ook hun mond wilden spoelen en we er geen bekertjes bij leverden. Zo heb ik veel meer mislukkingen op mijn naam staan.”


“Nee, ik had een ongekend groot zelfvertrouwen. Nog steeds, trouwens. Het gokken was op de rand, mijn verkooppraktijken ook. Ik gaf allerlei beloften weg die niet uitgekomen zijn. Maar ik wist dat het goed zou komen, en dat is ook gebeurd. Ik ben van bordeelbaas, al zal ik dat woord zelf nooit gebruiken, een geaccepteerd burger worden. Ja, zelfs een bekende Nederlander, voor wat dat waard is.”

“Ik vind die woorden niet passen bij Yab Yum; het klinkt te goedkoop. Mijn zaak was niet voor de gemiddelde consument. Als je met een dame wilde gaan, kon je dat al voor vijftig euro bij de concurrent doen. Bij mij betaalde je vijfhonderd. Dat was dus niets voor de gewone man. Mijn klant was de zakenman die door een collega mee uit werd genomen. Je kunt moeilijk tegen je zakenrelatie zeggen: ‘Zullen we vanavond ergens een wip gaan maken?’ Je ging bij mij in eerste instantie een glaasje drinken en later kon je eventueel met de dames naar boven. De helft van mijn omzet kwam uit de champagne. Seks was in Yab Yum een bijzaak.”

“Nee, echt. Bij mij is er een stuk minder gewipt dan in het huis waar het voor vijftig euro kon. Ik verkocht champagne, flauwekul, illusie.”

“Heel veel, ik denk wel vijftig procent van de klanten. (grijnst) En de andere helft deed het ook niet, althans niet volgens hun vrouw. Want Yab Yum was er niet voor de zakenman maar voor de relatie van de zakenman. En iedere man zei thuis dat hij de zakenman was.”

“Dat wel, want we zijn jagers, hè. Al heb ik me laten vertellen dat jullie dames ook erg ondeugend zijn geworden…”

“Hoe dan ook, ik heb altijd het gevoel gehad dat mannen inderdaad veel meer vreemdgaan dan vrouwen. Seks is voor vrouwen diepgaander dan voor mannen, letterlijk en figuurlijk.”


“Een man is zogezegd een jager, en jagen, dat kon hij bij mij. De mannen hadden bij ons het gevoel dat ze de vrouwen echt moesten veroveren. Die illusie van de jacht heb ik altijd goed én duur verpakt. Het was die verpakking waarom de klanten bij mij kwamen, niet zozeer alleen de vrouwen. Je kwam niet voor de seks bij Yab Yum, het overkwam je.”

“O ja, zeker wel! Het is mij zo vaak overkomen. Ik ging er nooit voor, maar ja, het kon weleens gebeuren, haha.”

“Ja, ik had er niets mee. Het ging mij om de luxe, en dit werd me al snel te ranzig. Platte porno, vieze verhaaltjes, ik vind het niks. Ik kan niet opgewonden raken van een pornofilm.”

“Dat ben ik zeker niet. Geloof me, ik heb genoeg boodschappen gedaan, maar dan wel op een chique manier.”

“Ik moest voor warenonderzoek weleens naar de zaak van een concurrent in het buitenland. Daar was ooit een dame die tegen me zei dat ik de meest aantrekkelijke man was die ze ooit had ontmoet. En ik geloofde haar niet alleen, ik wist zeker dat ze gelijk had! Dat bedoel ik met de illusie brengen. Dat is chic. Op zo’n moment ben je als man verloren. Die klasse heb ik ook in mijn zaak weten te brengen.”

“O ja, zeker. Laatst ging ik eten met een oude vriendin. Ik had een keurig plekje aan het raam van een visrestaurant gereserveerd en toen vroeg ze heel nadrukkelijk of we niet achterin konden gaan zitten. Stel dat haar man haar met mij zou zien en zou denken dat zij weleens bij mij in de zaak heeft gewerkt! Dat is vervelend, ik word altijd meteen geassocieerd met wat ik vroeger gedaan heb. Maar goed, ik heb dat geaccepteerd.”


“Helemaal niet. Ik heb me zelf ook breed georiënteerd. Ik was geen type dat naar de Wallen ging omdat ik zo nodig moest, maar in een zekere ambiance sneuvel ik, absoluut. Ik ben gauw verloren, en dat geldt voor de meeste mannen. Sterker nog, ik wil de mannen niet kennen die niet voor een mooie dame onderuit gaan. Die kunnen toch niet interessant zijn?”

“Dit is de derde vrouw met wie ik echt serieus ben. De rest heb ik niet bijgehouden.”

“Het is vooral moeilijk in de fase dat je van vrouw wisselt. Mijn eerste vrouw is de liefste van de hele wereld en toch ben ik bij haar weg gegaan. Waarom? Tja, er kwam een ander op mijn schoot zitten en die bleef. Ik heb trouwens maar weinig vrouwen ten huwelijk gevraagd, hoor. Dat was financieel niet te doen geweest, haha.”

“Nee, dat valt wel mee. Iedereen dacht dat ik voor een schitterende, hooggeblondeerde tante zou gaan, maar mijn huidige vrouw is de meest eenvoudige dame die je je maar kunt voorstellen. Ze is heel sportief, echt een vriendje van me. Dat is de basis van een huwelijk. Geiligheid houdt een keer op, zeker op mijn leeftijd. Mijn huidige vrouw is beslist geen fotomodel, maar ik heb rust met haar. Heerlijk.”

“Nee, want wat vrouwen op seksgebied kunnen of doen, is niet het belangrijkste. Veel essentiëler is dat ze open zijn, vocabulaire hebben, de krant hebben gelezen.”

“Inhoud is wél belangrijk. Ze moet in staat zijn een gesprek te voeren. En laat haar het dan in godsnaam niet hebben over dat het allemaal zo lullig is met haar vriend en drie kinderen thuis. Ze moet de man de volle aandacht geven. Dat is waar hij voor komt. Mijn tweede en mijn huidige vrouw liet ik nagaan of de meisjes genoeg gespreksstof hadden. Dat is sneller duidelijk in zo’n vrouwen-onderling-sfeertje. Bovendien wilde ik niet bekendstaan als de geilaard bij die dames, dus ik bemoeide me niet zozeer met het aannamebeleid. Maar na drie dagen wist ik al of een meisje geschikt was. Als dat niet zo was, had mijn vrouw een mooie zin om zo’n meisje te laten vertrekken. Die zei dan: ‘Kind, je bent te goed voor deze club.’ Werkte altijd.”


“Ja, haha. Louis is een goede kennis van me. Niet dat-ie naar de club kwam, hoor, begrijp me goed, maar zijn manier van coachen heeft me altijd aangesproken. En dus sprak ik in de club achteraf ook altijd met de meisjes even door wat er goed en vooral wat er fout gegaan was. Als de dames met z’n vieren op een kliekje bij elkaar hadden staan kletsen, zei ik er bijvoorbeeld iets van. Er is geen man die daar tussen durft te komen; dat is dus niet handig.”

“Neuh, ik vind alles goed. Als je homo bent, dan ben je homo, maakt mij ook niet uit. Ik vind het niet echt nodig dat mannen heel verwijfd doen of als twee kerels elkaar zoenen in de stad, maar dat zal mijn kortzichtigheid wel wezen. Ik vind in de regel alles prima, dat vond ik in Yab Yum ook. Zolang ze maar kwamen.”

“Zeker. Er waren er bij die de rekening betalen als het hoogtepunt van de avond beschouwden. Op dat moment konden ze hun collega’s laten zien wat ze zich allemaal konden veroorloven. We hadden verschillende soorten champagne en de duurste schonken wij in andere glazen dan de rest. Want zo’n man wilde aan iedereen tonen dat-ie de duurste champagne kon bestellen. Soms vroegen mensen mij wat het verschil tussen de champagnes was en het enige wat ik kon zeggen was: ‘De prijs.'”

“Waarom? Ze hadden het er toch voor over? Niemand was er boos om. Ze gaven de champagne aan de dame die ze leuk vonden en die verdiende daar weer aan. Dat wisten ze. Ze zagen het als een medaille die ze uitreikten. Hoe meer ze onder de indruk waren van het meisje, hoe duurder de fles. Fantastisch systeem. Bovendien viel je op bij de andere mannen als je een fles van 1250 gulden bestelde, die op een prachtig dienblad met allerlei poespas werd geserveerd.”


“Ja, zo werkte het wel. Prima voor mij toch?”

“Ik vind geld serieus niet zo belangrijk. Ik heb goed geleefd en dat doe ik nog steeds, al heb ik voor Yab Yum niet de hoofdprijs ontvangen en moet ik nu echt een beetje opletten. Maar dat maakt me niet uit. Geld is niet belangrijk voor me, succes wel. En geld is een uitdrukking van het succes, dat is het. Ik ben zo lang zo kansloos geweest, dat ik daarna heel graag wilde laten zien dat ik wel iets kon. Ik begon mijn eerste club, de Bayadera, en binnen een half jaar kon ik een huis kopen en een Volvo Station Car die we nodig hadden omdat mijn vrouw graag twee van die spikkelhonden, dalmatiërs, wilde. Dat ik dat allemaal kon kopen, voelde als een groot succes. Daarna wil je steeds meer.”

“Ja, ik heb haar zelf overwonnen. Je kunt gerust met mij naar het casino gaan. Dan gaan we naar de blackjack-tafel en vergok ik 500 eurootjes terwijl ik een lekker glaasje whisky drink. Maar meer wordt het niet. Daar heb ik niet heel veel zelfbeheersing voor nodig, hoor. De reden waarom een gokker niet kan stoppen, is omdat hij nooit genoeg geld heeft. Ik verdiende meer dan genoeg met Yab Yum. Ik hoefde dus niet meer te gokken.”

“Ja, nu je het zegt. Daar heb ik nooit zo over nagedacht, maar zo was het wel.”

“Ik heb Bruinsma gezegd dat dat kon als hij stopte met zijn criminele activiteiten. Ik wist dat hij dat toch niet zou doen. Achteraf gezien is het allemaal niet zo vreemd wat mij is overkomen. Omdat ik een gokker was en in de illegaliteit had verkeerd, dachten die gasten dat ik een van hen was, dat ik bij hen hoorde. Bruinsma was een van de eersten die dat zei. Die werd uiteindelijk doodgeschoten, waarop ik uiteraard een extra flesje champagne gedronken heb. Maar dat was nog maar het begin.”


(even stil) “Maar ik hield zo van die zaak. Het was het enige waar ik succes in had, ik kon daar geen afscheid van nemen. Daarom kon ik de angst zó wegdrukken.”

“Natuurlijk, het is niet leuk, een pistool op je kop krijgen van iemand die vandaag amper weet wat-ie gisteren gedaan heeft, maar ik ben in wezen een zeer laconieke man.”

“Ja en toch heb ik heel lang de ernst van de zaak niet ingezien. Ik dacht dat ik alleenheerser was. Ik had natuurlijk sterkere of half criminele portiers kunnen nemen, maar daar had ik geen zin in. Ik was zo arrogant te denken dat ik die gasten niet nodig had. Ik wilde de baas zijn, tot de laatste dag.”

“Dat was het ook. Ik heb het uiteindelijk ook niet gered natuurlijk. Ik werd voor een paar miljoen gulden afgeperst door lieden van wie ik de naam niet hoef te noemen.”

“Tuurlijk, dat kun je gewoon googlen. Het was voor het eerst dat ik wist dat ik zou moeten betalen, terwijl ik dat altijd heb geweigerd. Als je daaraan begint, is het einde zoek.”

“Ik heb het bij de recherche gemeld. Dat was met gevaar voor eigen leven, want in die tijd stikte het bij de politie van de types die tips aan criminelen gaven. Ze hebben er uiteindelijk niets aan gedaan. Ik voelde me alleen gelaten. Toen de dreigementen bleven komen, ben ik met mijn vrouw, zoon en kleinkinderen ondergedoken.”

“Toen ik de krant niet meer uit de brievenbus durfde te halen omdat ik bang was dat er een bom in zou zitten. Dat was een zeer pijnlijk moment. Gelukkig kwam ik toen in aanraking met de koper, Vittali.”

“Het was een cadeau met een enorme strik eromheen, ja.”


“Nou, daar had de Belastingdienst wel een idee over. Ik kreeg na de verkoop een aanslag omdat ze niet geloofden dat ik het voor zo weinig van de hand had gedaan. Je mag je zaak niet te goedkoop verkopen, de belasting beschouwt dat als ‘uitdeling’. Ze vroegen een gigantisch bedrag.”

“Ach, ik kan het wel zeggen ook: zestien miljoen gulden. Zo werd voor de tweede keer geprobeerd me af te persen. Uiteindelijk hebben ze de eis moeten intrekken. Maar goed, je weet nu wel hoe groot die strik was die ik om dat cadeau heb gedaan.”

“Nee, nooit. Ik maak liever een omweg.”

“Ja, dat is het ook. Weet je, er zijn hier geen winnaars. Burgemeester Cohen heeft ook niet gewonnen, want Amsterdam zonder Yab Yum is niet de zakenstad die we voor ogen hebben. Er zal ook nooit meer iemand zijn die zo’n zaak weer zal openen.”

“Het mag arrogant klinken, maar dat denk ik wel. Wie kan het opbrengen om elke dag twintig uur keihard te werken? Ik ben ze in al die jaren nooit tegengekomen.”

“Ja, dat is zo. Mijn levenswerk is naar de knoppen.”

“Mijn vrouw heeft een chambre d’hte in Frankrijk en ik mag haar helpen. De hele situatie is geruisloos omgedraaid, daar heb je als man geen erg in. Nu is zij de baas; ik stofzuig en haal de bedden af.”

“Dat heb je goed begrepen. Ik heb een galerie gehad met pastiches van meestervervalser Geert Jan Jansen, maar hij kon moeilijk delen, dus dat is niks geworden. Alles wat ik naast en na Yab Yum heb gedaan, heeft me geld gekost.”

“Jaaa, ik ook. Daar moet ik van af, dat moet ik even doorbreken. Ik heb wel plannen. Niets in de seksbranche trouwens. Dat is niet meer mogelijk. Ik kom vast terug met iets leuks, maar het wordt niet meer zoals het was. Heuft en seks, dat is voorbij.”


Theo Heuft: Yab Yum – Het beroemdste

bordeel van de wereld. Carrera. €16,90.

Naam: Theo Heuft.

Geboren: Amsterdam, 20 januari 1935.

Carrière: Na het overlijden van zijn vader gaat Theo Heuft samen met zijn broer een tijdje als verkoper aan de slag bij zijn vaders limonade- en bierhandel. Het bevalt hem niet. Daarna volgt een jarenlange carrière waarin Heuft op allerlei manieren aan geld probeert te komen. Zo verkoopt hij onder meer autowas, pruiken, cosmetica en tandenborstelautomaten. Daarnaast leeft hij als beroepsgokker. In 1972 besluit hij het over een andere boeg te gooien. Hij opent nachtclub en bordeel Bayadera, dat onmiddellijk een succes is. Als hij na twee jaar onenigheid krijgt met zijn compagnon, opent hij een nieuwe plek waar hij ‘gelegenheid geeft’: Yab Yum aan het Amsterdamse Singel. De club groeit uit tot een fenomeen dat in binnen- en buitenland bekend is.

In 1999 gaat het echter mis. Heuft wordt dusdanig afgeperst dat hij besluit de zaak te verkopen. De koper kan er dan nog zo’n negen jaar van genieten. Yab Yum wordt uiteindelijk vanwege de wet BIBOB gesloten. In juli heeft de Hoge Raad besloten dat de club nooit meer open zal gaan.

Onderwerpen