Spring naar de content

‘Jumbo is mijn vijfde kind’

Kleine vis eet grote vis, dat was wat er gebeurde toen familiebedrijf Jumbo eind vorig jaar Super de Boer overnam voor ruim 520 miljoen euro. De 1,6 miljard euro omzet van Jumbo verdubbelde daardoor. Colette Cloosterman-Van Eerd (1966) begon bij de vleeswaren maar is inmiddels formuledirecteur. ‘Ik had eigenlijk tegen mijn vader gezegd: doe mij maar kaas.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Vrienden heb ik begin dit jaar verteld dat dit misschien niet het gezelligste jaar wordt en dat ik hoopte dat ze daar begrip voor zouden hebben. Ik wist dat het keihard werken zou worden nadat we Super de Boer hadden gekocht. Het is een enorme overname voor ons bedrijf. Driehonderd winkels hebben we overgenomen. Zelf hadden we er 125 op dat moment. Van de nieuwe winkels hebben we er 125 verkocht, dus nu hebben we er in totaal driehonderd. Mijn broer, mijn vader en ik waren meteen heel enthousiast over het idee om Super de Boer te kopen. Mannen vinden het mooi en spannend om dingen te kopen, maar ik ben toch vooral aan het malen of en hoe we dat concreet kunnen organiseren. We wisten dat het een heel stevige klus zou zijn. Maar mijn broer en ik zijn allebei begin veertig; als we het niet nu kunnen, dan kunnen we het nooit.

Na mijn studie bedrijfseconomie ben ik expres niet bij Jumbo gaan werken. Ik voelde toen ik mijn afstudeerproject hier deed dat ik anders werd behandeld, als het dochtertje van de baas. Ik kreeg minder feedback. Iedereen sprak me nog net niet met u aan, maar ik had wel het gevoel dat ze extra aardig waren. Ik wil gewoon Colette kunnen zijn. De dingen doen waar ik goed in ben, en ook horen als ik ergens niet goed in ben.

Ik ging bij de Hema werken, inkoop speelgoed deed ik. Ik wilde op eigen kracht iets opbouwen. Na vier jaar kreeg ik toch het gevoel dat ik bij het familiebedrijf moest beginnen; dat had ik als ik de vrachtwagens met het Van Eerd Groep-logo zag rijden. Op dat moment was ons bedrijf vooral een groothandel met dertig eigen winkels. In 1996 zijn mijn vader, broer, zus en ik begonnen met het afstoffen van die winkels en het zoeken naar een nieuwe aanpak. Ik ben gestart als productmanager vleeswaren, dat werd echt aan de keukentafel besloten. Ik had eigenlijk tegen mijn vader gezegd: “Doe mij maar kaas,” want ik heb helemaal geen verstand van vleeswaren. Maar nee, het was: Colette vleeswaren, Monique kaas, Frits brood. Ik heb een paar dagen bij Stegeman worsten staan maken om er gevoel voor te krijgen.


We zijn alle drie competitief; dat gevoel werd ook wel aangewakkerd door mijn vader. We moesten op een bord schrijven wat we hadden verdiend met onze afdelingen in de verschillende winkels. Nog steeds komt tijdens kerstavond de omzet op tafel. Wat is het hoogste bonbedrag? Welke winkel heeft het beste gescoord?

Mijn man is oprichter en eigenaar van Rituals, een cosmeticabedrijf dat internationaal aan de weg timmert met luxe verwenproducten. Hij is dus ook druk; samen hebben we vier kinderen in de leeftijd van vier tot elf. Elke week plannen we op zondagavond de gezamenlijke agenda bij een glas wijn. Ik heb geluk dat ik met vijf, zes uur slaap toe kan. En we hebben goede dagelijkse hulp, een au pair in huis. Bij elk kind dacht ik: dit is het mooiste wat er is en nu ga ik het rustig aan doen. Maar dan had ik weer een paar maanden rust thuis en dan zag ik alle kansen die er lagen om er nog een veel betere supermarkt van te maken. Jumbo is echt mijn vijfde kind; mijn ziel en zaligheid zitten in dat bedrijf. Ik ben verantwoordelijk voor de formule, de communicatie en het personeelsbeleid. Als werkende moeder van vier kinderen ben ik de ultieme klant, en daarom voel ik denk ik dit soort zaken bij ons als beste aan. Het is sowieso gek dat in een typische vrouwenbusiness zoveel mannen de dienst uitmaken. Ik geloof dat Jumbo als enige retailer in Nederland al tien jaar een vrouw in de directie heeft.

Bouwen aan zo’n bedrijf is echt een marathon, maar daar hou ik van. Ik geef nooit op en ik ga door waar anderen stoppen. Drie jaar geleden heb ik de marathon van New York gelopen. Voor mij is het dan een superoverwinning als ik die 42 kilometer in iets meer dan vier uur kan uitlopen. In de voorbereidingstijd heb ik ‘s avonds en ‘s nachts gelopen; van tien tot twaalf of van elf tot een. Mijn man en ik liepen dan samen, lekker kletsen, heel erg leuk was dat. Een heel speciale tijd eigenlijk, dat zouden we weer moeten doen. Maar het werkt alleen als je een doel hebt.


Boos ben ik niet vaak. Maar als iets een paar keer misgaat omdat er niet goed is geluisterd, tja, daar kan ik héél slecht tegen. Ik stap er dan gelijk op af. Ik kan niet naar bed als ik het niet geregeld heb. “Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen”; dat stond op zo’n tegeltje bij mijn opa en oma op het toilet. Ik ben daar denk ik te veel naar het toilet geweest, want dat uitstellen, dat kan ik inderdaad niet meer. Dat is soms ook lastig voor anderen. Als ik denk dat iets nú kan, dan wil ik ook dat dat gebeurt.

Ik kan me er enorm over opwinden als ik merk dat iemand onze formule wil kopiëren. Het is echt je kindje, dus dan denk ik: afblijven! Ook al weet ik dat het niet zo makkelijk gaat. Het idee dat de vierde wachtende in de rij z’n boodschappen gratis krijgt, of dat je iets gratis meekrijgt als het minder dan twee dagen houdbaar is… Dat kun je wel even snel opschrijven, maar dat heeft enorme consequenties voor je bedrijfsvoering.

Het lijkt misschien zo dat het een gespreid bedje was en dat ik op elke plek in de organisatie die ik wilde kon gaan zitten. Maar voor mezelf was het wel knokken om formuledirecteur te worden. We hebben nu dertigduizend mensen in dienst en veel daarvan hebben gezinnen; dat is een enorme verantwoordelijkheid. Dus dan kun je niet zomaar denken dat je het formulebeleid wel even kunt uitstippelen als je daar eigenlijk niet goed genoeg voor bent. Tot nu toe heb ik kunnen meegroeien met het bedrijf. En ik heb mensen om me heen verzameld die me kunnen aanvullen. Mensen die meer gestructureerd zijn dan ik, die mijn ideeën handen en voeten geven. En ik ben meer bezig met het ontwikkelen van het merk dan dat ik hele dagen de financiële berichtgeving zit te bekijken, dus dat kunnen anderen beter doen. Mijn talent is een supermarkt te creëren waar de consument gevoelig voor is, mensen te enthousiasmeren met creatieve ideeën en doelen zo hoog mogelijk stellen. Mijn kracht is dat ik heel veel ideeën heb, zelfs zo dat mensen weleens denken: daar komt ze weer. Het mooiste is om een uitwerking van je idee terug te krijgen die eigenlijk nog beter is dan dat je zelf had bedacht. Daar krijg ik altijd wel tranen van in m’n ogen.