Spring naar de content

Wie moet de CDA-kar trekken?

Als laatste van de drie gevestigde partijen, wijst het partijbestuur van het CDA naar verwachting morgen een lijsttrekker aan, en dat wordt nog een hele klus.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Want de keuze is beperkt en wat er aan kandidaten voorhanden is, is niet geheel onomstreden. Bovendien zal de lijsttrekker in staat moeten zijn het danig in ademnood verkerende christen-democratische appel weinig minder dan van de ondergang moet zien te redden. Dit zijn de mogelijke kandidaten, in willekeurige volgorde:

Camiel Eurlings
Ondanks zijn vertrek uit de politiek, officieel om meer tijd te geven aan het gezin dat er overigens na een voortijdige verbreking van de verloving niet is gekomen, zou er toch weer een beroep op hem worden gedaan om zich kandidaat te stellen. Eurlings was de gedoodverfde opvolger van Jan Peter Balkenende en lag erg goed bij de achterban die snakte naar een jong, fris gezicht uit nota bene het diepe zuiden.

Omdat Balkenende in 2010 toch nog graag een keer de lijst wilde aanvoeren, ging de beker aan hem voorbij en vertrok Eurlings naar KLM Cargo. Wat in zijn nadeel spreekt, is zijn vriendschap en politieke verwantschap met Maxime Verhagen, de demissionaire vicepremier en in brede lagen van het CDA gezien als de architect van het verachtelijke (PVV-)kabinet-Rutte.

Ab Klink
Zag met het klappen van het kabinet zijn gelijk bevestigd: Geert Wilders’ ideeën waren al abject, maar hij is ook als onderhandelaar onberekenbaar en onbetrouwbaar gebleken. Klink en in zijn kielzog oud-bewindslieden als Ernst Hirsch Ballin en kamerleden Ferrier en Koppejan, representeren het CDA voor wie de C in de naam niet staat voor conservatief, zoals voor Verhagen en Hillen, maar voor christelijk en dan vooral christelijk-sociaal.
Nadelig is dat met Klink de naar de PVV overlopen oud-CDA’ers uit Brabant en Limburg waarschijnlijk niet snel teruggehaald zulen worden. Voor hen geldt de stroming Klink als te weekhartig, te protestants, te calvinistisch.

Jan Kees de Jager
Ook zijn naam klonk veelvuldig, na het vertrek van Camiel Eurlings, en daar was iets voor te zeggen: De Jager is van een nieuwe generatie, staat alom bekend als deskundig bewindsman van niet het gemakkelijkste ministerie en doet het ook in Europa goed. Van alle ministers uit het kabinet-Rutte genoot hij in alle polls de grootste populariteit. Heeft een hoog knuffel- dan wel aaibaarheidsgehalte. Ook Jan Kees de Jager hield bij hoog en bij laag vol geen belangstelling te hebben voor het lijsttrekkerschap, en een eventuele draai zou wel erg ongeloofwaardig overkomen.

Henk Bleker
De immer opgeruimde staatssecretaris zou wel eens het geheime wapen kunnen zijn. Als milieustaatssecretaris heeft hij laten zien dat hij het contact met het volk niet uit de weg gaat, zelfs niet met tegenstanders zoals die te vinden zijn in de Hedwige-polder. Ander voordeel is dat Bleker, de voormalige ponyfokker uit Groningen, de representant is van het ‘platteland’, waar het CDA van oudsher stevig is geworteld.
Nadeel is dat Blekers kennis van economie en Europa, de hoofdthema’s van de komende campagne, tot nu toe niet erg is gebleken.

Sybrand van Haersma Buma
De huidige fractievoorzitter oogt saai, praat op televisie saai en in dit geval zijn dat kwalificties die in zijn voordeel zijn. Want saai staat ook voor degelijk, betrouwbaar en dienstbaar aan de publieke zaak, voor fatsoenlijk – nooit vergeten we Buma’s haast hooghartige verzuchting in de Algemene Beschouwingen van vorig jaar toen hij Wilders uitval naar Rutte (“Doe eens normaal man”) afdeed als zijnde van geen niveau. Met oerdegelijke types als Van Haersma Buma wordt Nederland veilig door de eurocrisis geloodst, dat sentiment.
Van Haersma Buma wordt niet snel kwaad, maar de man beschikt in het debat over een vasthoudendheid die een bepaald soort juristen eigen is. Hij houdt zich bij de feiten, analyseert en deduceert er net zo lang op los, tot de halve Kamer in slaap is gewiegd. Dat is dan wel weer een minder kantje.