Spring naar de content

Het verhaal van Frekalsi Debesay. Of: hoe een verkleumde Afrikaan toch nog in Gent belandde

Er staan twee mannen staan over een fietscomputertje gebogen. De een – met een Duits accent – zegt tegen de ander – met een donkere huid: ‘Zis is for ze speed.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Zo begint de reportage die de Vlaamse tv-zender Sporza zaterdag uitzond over MTN Qhubeka, een Afrikaanse wielerploeg.
Tijdens de opnames scheen de zon nog.
Een van de geïnterviewde coureurs luisterde naar de naam Frekalsi Debesay (het internet voorziet ook nog in de spellingsopties Frekalsi Debesai en Ferekalsi Debasay). Frekalsi Debesay komt uit Eritrea.
(Eritrea is een land in de Hoorn van Afrika. Dat heb ik opgezocht, ik heb altijd al eens de uitdrukking ‘De Hoorn van Afrika’ willen gebruiken. Nu is het dan toch zover).

Een belangrijk punt
Volgens Frekalsi Debesay zijn de mensen in zijn land dol op wielrennen. Het liefst zouden ze, zo zegt hij, iedere zondag koers zien. Frekalsi voegt eraan toe dat die wielerliefde afkomstig is van de Italianen, die in de tweede helft van de twintigste eeuw het Eritrese volk een tijdje zo lucratief mogelijk hebben uitgebuit.
De reportage ging verder, over de doelstellingen van MTN Qhubeka (een miljoen Afrikaanse kinderen laten fietsen) en over de voorbereidingen op de Vlaamse openingsklassieker, de Omloop het Nieuwsblad.

Daar reden ze, in een winters zonnetje dat maar niet warm wilde worden. Frekalsi Debesay en zijn collega’s. Een van de Duitsers zei op een helling dat dit een belangrijk punt in de koers zou worden. Hier zouden ze vooraan moeten zitten.
Het leek me wat ambitieus, voor iemand die zojuist nog niet leek te weten hoe zijn kilometertellertje werkte, op een cruciaal moment in de wedstrijd vooraan te rijden.
Maar misschien is Eritrea zonder dat wij het weten al decennialang het Ethiopië van de wielersport en zijn daar in de afgelopen zestig jaar al talloze donkere Coppi’s en Bartali’s verloren gegaan bij gebrek aan wedstrijden. Je weet het niet.

Zaterdag wachtte ik tijdens de live uitzending vergeefs op Frekalsi Debesay. Hoe ik ook zocht bij ieder belangrijk punt in de koers; hij reed niet vooraan, zoals hem was opgedragen.
Ik maakte me zorgen.
En ik bleek de enige niet.

Een verkleumde man uit Eritrea
Gisteren verschenen de berichten op internet dat Frekalsi Debesay na 115 kilometer koers had opgegeven en het parkoers had verlaten.
Om spoorloos te verdwijnen.
Een Afrikaan tussen bevroren Vlaamse Ardennen, op een fiets met een uiterst ingewikkelde computerinstallatie; het is niet meteen een garantie voor succes.
De Italiaan Paolini kwam als eerste over de streep in Gent.
Daarna nog een zootje anderen. Bibberend, als jonge katjes in de sneeuw.
Tenslotte kwam de bezemwagen. Leeg.
Het publiek vertrok, naar huis of naar de kroeg.
De ploegbus vertrok.
En toen, toen de schemering al begon in te vallen, de straatlantaarns van Gent werden ontstoken en het in de kroegen steeds vrolijker werd, kwam een verkleumde man uit Eritrea de hoek om.
Gehaald.

PS
In een andere versie van deze anekdote zat Debesay bij het hotel, dertig kilometer verderop, op de rest te wachten. Die eerste mystificatie is al binnen.