Spring naar de content

Vergeet Amsterdam: we gaan lekker goedkoop met de bus naar Almere

Almere ja. Want dat is de enige regio in Nederland waar het sinds de invoering van de ov-chipkaart goedkoper is geworden om met bus en tram te reizen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Carlijn Teeven

In overige plaatsen werd het ov gemiddeld acht procent duurder. Den Haag spant de kroon: sinds 2011 ging de prijs van een kaartje daar met bijna vijftig procent omhoog. Daarna volgt Amsterdam, met een prijsverhoging van 38,1 procent. Reizigers in Utrecht hoeven ‘slechts’ 4 procent meer te betalen voor hun bus- of tramritje.

Dollartekens in de ogen
Hoe kan dat? Nu er overal in- en uitgecheckt moet worden en op vele plekken zelfs door poortjes moet worden gelopen, wordt het de zwartrijder een stuk lastiger gemaakt. Dus, zo zou je denken, maken vervoersbedrijven minder verlies dan tot twee jaar geleden en hoeft de prijs van hun kaartjes niet verhoogd. Toch wel.

Busvervoerder Conexxion geeft als reden dat overheden minder geld hebben, maar niet willen dat ov-maatschappijen de kwaliteit terugschroeven. Vervoerders moeten dat verschil compenseren en komen daarvoor bij de klant terecht. Volgens reizigersorganisatie Rover geven vervoerders de schuld te makkelijk aan Den Haag. “Ze hebben wel degelijk een eigen keus, en niet zelden met dollartekens in de ogen”, zegt een woordvoerster.

Service en kwaliteit verbeterd
Treinreiziger.nl, die de cijfers berekende, geeft aan dat de prijs vóór de invoering van de chipkaart ook al steeds hoger werd. Zo nam de prijs voor een strippenkaart tussen 2002 en 2011 met 30 procent toe, terwijl de inflatie die periode neerkwam op 20 procent. Volgens Connexxion komt dat mede omdat de service en kwaliteit is verbeterd. “We bieden nu bijvoorbeeld nu ook apps, actuele reisinformatie en in sommige regio’s wifi.”

Almere dus. Nu nog een reden vinden om er naartoe te willen.