Spring naar de content

Als man kun je ook beter geen slet zijn

Dankzij het Volkskrant Magazine, en eigenlijk dankzij Sunny Bergman, dachten we allemaal dit weekend na over sletten. Hoewel dat een zeer vermakelijk onderwerp is om over na te denken, miste ik iets in alle aandacht voor de losbandige vrouw.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Pauline Bijster

Voor mannen is het namelijk óók niet oké om een slet te zijn.
Of wel, als je vrijdenkend bent, maar dan vind je vrouwelijke sletten ook leuk. Gewoon, omdat we allemaal mensen zijn en mensen nu eenmaal van seks houden. Maar ik geloof niet, zoals Jan Heemskerk in datzelfde Magazine schrijft, dat de mannetjesslet een held is. En ik geloof zeker niet dat vrouwen dat vinden.

Blijf weg van de player
Een mannetjesslet heet in de volksmond tegenwoordig ‘player’. Omdat hij de vrouwen bespeelt, en daarmee bedoelen we: in bed krijgt. Zoveel hij wil. Ik ken players, misschien beter dan me lief is. Ik heb tegen ieders advies in jarenlang een relatie gehad met een ‘mannetjesslet’ (en nu ik dit opschrijf schaam ik me een beetje, niet voor hem, maar omdat het een rotwoord is, en hij veel meer was dan dat). ‘Tegen ieders advies in’ is hier een belangrijke toevoeging: niemand wenst haar vriendin, zus, dochter, moeder, nicht, kennis immers een mannetjesslet of player toe.

Natuurlijk zag ik hem zelf niet zo. En natuurlijk vertelde hij mij niet meteen op de eerste avond: “Je bent nummer 201.” Wat ik waarschijnlijk wel was. Natúúrlijk niet. Hij vertelde me dat hij in de liefde geloofde. En toen ik eens vroeg met hoeveel vrouwen hij eigenlijk naar bed was geweest, zei hij naar waarheid dat hij dat niet precies wist. Het deed er niet toe, volgens hem. En dat was natuurlijk ook zo. Pas na jaren relatie kon ik tot op zekere hoogte reconstrueren hoeveel het er geweest moeten zijn: omdat hij regelmatig als we in de stad liepen, op een feestje waren of samen televisie keken, zei: “Met haar ook.”

Maar al mijn vriendinnen, zussen, mijn moeder, andere familieleden en kennissen vonden het maar niets. Een player. Als het aan hun lag, had ik hem liever allang weggestuurd. Een ander gezocht. Een fatsoenlijke. Ik ben er zelfs vriendinnen door kwijtgeraakt. Misschien is het wel even interessant: een man die veel vrouwen om zijn vinger windt. Maar niet veel langer dan even. Het is geen goed huwelijksmateriaal of voorstellen-aan-je-ouders-materiaal. Het is misschien spannend, zoals het voor een man misschien ook even spannend is om met een ervaren vrouw een nacht door te brengen.

21 bedpartners, liegen ze
Zowel Sunny Bergman als Renske de Greef hebben het in het Volkskrant Magazine over de oneerlijkheid: mannen mogen trots zijn op veel sekspartners, vrouwen moeten zich ervoor schamen.
Ik geloof dat dus niet. Mannelijke vrienden van mij die met meer dan vijftig vrouwen naar bed zijn geweest, zijn hierover nooit eerlijk tegen potentiële nieuwe liefdes, want het zou voor hen net zo goed een afknapper zijn. 21 bedpartners, liegen ze bijvoorbeeld geloofwaardig. Ook zíj willen niet als een slet worden gezien. Opscheppen over zo’n aantal is misschien leuk als beginnende twintiger, om aan te tonen hoe populair je bent, maar daarna wil je (M/V) dat niet meer. En zeg je: “Ach, genoeg,” of “Ik weet het niet precies” of “Het doet er niet toe.”

Jeroen Pauw vertelt in zijn column in het Magazine over de uit de hand gelopen media-aandacht voor zijn uitspraak dat hij met tweehonderd vrouwen naar bed was geweest. Hij zegt eigenlijk, dat het (ook voor hem als man) niet iets is waar hij trots op is. Hij zegt dat het in zijn kast thuishoort van ‘onverkwikkelijke tv-momenten’.
In de app van De slimste mens, een spelletje dat ik een tijdje veel gespeeld heb, moet je in ronde twee een persoon of gebeurtenis omschrijven met zoveel mogelijk associaties. Als de app vraagt waar je aan denkt bij Jeroen Pauw, is één van de vijf juiste antwoorden: ‘Tweehonderd vrouwen’. Pauw zal vast niet om vrouwelijk aandacht verlegen zitten, maar toch zou het zomaar kunnen dat die ene, echt leuke vrouw denkt: Ik blijf maar weg; ik wil geen player.

Als man kun je ook beter geen slet zijn – tenminste niet in de ogen van veel ‘fatsoenlijke’ mensen.