Spring naar de content

Calvinistisch gruwelen van gordijnen

Toen ik een paar dagen in het bijbelbeltse boshuisje van mijn oma logeerde, werd ze er door een buurtgenoot op geattendeerd dat het licht brandde maar de gordijnen dicht waren. Mijn oma mailde me vanuit haar dorpshuisje: “Ik zou zeggen: doe héél af en toe eens de gordijnen open, anders denken ze vast dat je aan de drugs bent. Ja, tenzij je dood bent natuurlijk, dan gaat het niet.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Lisa Bouyeure

Aan de drugs was ik niet, en dood evenmin. Maar om geen argwaan te wekken, schoof ik de gordijnen open. Voor je kijken en doorlopen mensen, hier gebeuren geen onzedelijke dingen. Ik ben gewoon een braaf boek over een missionaris aan het lezen, kijk maar.

Gedrapeerde kanten vitrage
Terug in Utrecht zag ik twee jonge mensen stilstaan voor een gordijnenwinkel aan de Amsterdamsestraatweg. “Zoiets zou ik nou echt mooi vinden voor bij ons thuis,” zei de jongen tegen zijn vriendin. Hij wees naar een gedrapeerde kanten vitrage zoals je die weleens in televisieprogramma’s over woonwagenbewoners ziet. Het soort raambekleding dat erg in trek was bij mijn voormalige thuiszorgcliëntèle, zo herinnerde ik me. De zij- en bovenkant van het raam worden bedekt met weelderig polyester, terwijl het onverbloemde midden genoeg mogelijkheid overlaat tot het bestuderen van voorbijgangers.

“Die is gek! Dat ding kost 175 euro,” riep het meisje, en ze trok de jongen aan zijn mouw mee richting de watertoren. Ik keek ze na en liep de andere kant op, langs een verscheidenheid aan gordijnenwinkels, seksshops, wedkantoren, shoarmazaken, shishalounges, kappers, Chinese massagesalons en telecomtenten.

Johannes Calvijn
Nederlanders staan er internationaal om bekend dat ze hun huizen inrichten als etalages. Op de website Stuff Dutch People Like staat op de achtste plek – na onder meer fietsen, gezelligheid, drie zoenen geven en de kleur oranje – de voorkeur voor ‘not owning curtains’. Gordijnen open, een vensterbank vol attributen die de goede smaak, nabijheid van een Xenos of creativiteit met keramiek verraden, lampen en televisie aan en plaatsnemen in de spotlights. Wij hebben niks te verbergen. Een erfenis van die keurige Johannes Calvijn, naar het schijnt.

Orchideeën op de vensterbank
In de verte zie ik de vlaggen van Albert Heijn al. Davy’s Erotheek en wedkantoor Champions op links. Een kapsalon die adverteert met een raamsticker van sterretje Christina Milian en een snackbar die adverteert met een vergeelde foto van een kapsalon op rechts. Eenheidsworst met knoflooksaus. Maar ergens tussen een speciaalzaak in uitlaten en een Aziatische acupuncturist ontwaar ik een zeldzaamheid: een van de weinige woonhuizen die de begane grond van de kilometerslange straat rijk is.

Het arbeiderswoninkje wordt bewoond door een Utrechtse op leeftijd, zie ik door de afwezigheid van gordijnen. Orchideeën op de vensterbank, porseleinen beeldjes, een harige trol, gehaakte kleedjes. In een grote stoffen fauteuil die bij de bank past zit ze televisie te kijken. Is het een oud-Hollandse kijkdoos of juist een nieuwerwets Pieter de Hoogh-schilderij? Ze lacht om iets wat er gezegd wordt, neemt een slok van haar drankje en gaat een beetje verzitten.

Ik loop glimlachend door richting de blauwe vlaggen. Drugs gebruiken zal ze hoogstwaarschijnlijk niet doen. Doodgaan is een stuk aannemelijker. Maar tot het zover is laat ik televisieprogramma’s als Thuis voor de buis aan me voorbijgaan, en ga ik gewoon af en toe boodschappen doen. Want aan Calvijns gevoel voor amusement kunnen RTL 4 en consorten nog een puntje zuigen. En God zag dat het goed was.