Spring naar de content

Hoe economische desinteresse de financiële wereld in de kaart speelt

Afgelopen zondag kreeg Joris Luyendijk in het VPRO-programma Tegenlicht drie kwartier lang de gelegenheid om, naar aanleiding van zijn boek Dit kan niet waar zijn, zijn visie op de bankierswereld uit de doeken te doen. Luyendijk concludeert dat het gevaar voor een grote financiële systeemramp, die in 2008 dankzij tientallen miljarden euro’s en dollars aan publiek geld werd afgewend, niet geweken is. Sterker nog, zo betoogt de antropoloog, insiders in de bankierswereld weten dankzij de crisis dat outsiders alles pikken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Tim Jansen

Luyendijk zet deze observatie kracht bij door te stellen dat het volk in opstand komt wanneer het Koningslied niet deugt, maar bij de miljardensteun aan wiebelende banken denkt: ‘saai’. Een rake constatering al zou ik aan saai ook ‘moeilijk’ willen toevoegen.

Saai en moeilijk, zo ervaren veel mensen in mijn omgeving de financiële wereld of breder gezien: ‘de economie’. Bij het horen van financiële termen als obligaties, dividend en kapitaalbuffer kijkt het merendeel van mijn vrienden mij aan met een blik die het midden houdt tussen vermoeidheid en verwarring. Wanneer het nog een tandje complexer wordt en het gaat over derivaten, equity swaps, achtergestelde leningen, collateral debt obligations en subprime hypotheken ben je iedereen kwijt. Ook de mensen in mijn vriendenkring met een brede interesse in de wereld en een goede baan. Velen geven ruiterlijk toe de economiepagina’s van de krant over te slaan vanwege de saaiheid.

Het aureool van slaapverwekkendheid en complexiteit die om economische onderwerpen hangt is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de informatiekloof tussen de outsiders en insiders in de financiële wereld. Financieel gewin halen uit informatieasymmetrie is niet exclusief voorbehouden aan de financiële wereld. In supermarkten zijn repen en sappen te koop die gezond ogen, maar in werkelijkheid volgestopt zijn met suikers. De consument heeft weinig zin om van elk product in zijn winkelwagentje alle ingrediënten door te nemen, laat staan zich te verdiepen in complexere samengestelde ingrediënten, concentraten en E-nummers. En dan is het ook nog eens de vraag of het product op ethische wijze tot stand is gekomen. Wanneer een betrekkelijk onhandig iemand als ik zijn auto naar de garage brengt ben ik overgeleverd aan de eerlijkheid van een garagehouder. Als de garagehouder constateert dat de koppelingsplaat of distributieriem kapot is, moet ik hem op zijn blauwe ogen geloven omdat ik zelf vrijwel niets van werking van een auto begrijp.

In de financiële wereld is het niet anders. Behendige bankiers sleten complexe financiële constructies die de financieel verantwoordelijken bij overheidsinstanties niet konden doorgronden. Hypotheken werden verstrekt aan mensen die de woonlasten niet konden dragen. Verzekeraars verkochten woekerpolissen waarvan consumenten de gevolgen niet konden overzien. In al deze situaties geldt het bekende adagium van Francis Bacon “kennis is macht” (en geld). Dit betekent voor outsiders dat kennis ook de beste wapening is tegen de macht van de financiële wereld.

Maar op wie kun je bouwen om de informatiekloof te verkleinen? Banken hebben afdelingen Risk & Compliance, maar deze kunnen volgens mensen die aan het woord komen in Luyendijks boek de complexiteit niet doorgronden. Erger nog, de controleafdelingen verschaffen alleen maar een legitimiteit die ze niet kunnen garanderen. Kredietbeoordelaars gaven voor de crisis triple-A-statussen aan producten die niets minder waren dan financiële tijdbommen. Dus daar hebben we ook niets aan. Op dezelfde wijze verleent het oerwoud aan keurmerken op voedingsproducten een schijnzekerheid dat consumenten een verantwoorde en gezonde keuze kunnen maken.

Wat rest is onszelf wijzer maken door economische onderwerpen niet langer af te doen als saai en complex. De financiële wereld is te machtig en belangrijk om ons als collectief over te geven aan simpele woede over graaiers. Kennis is tegenmacht. Laten we beginnen bij het lezen van de economiepagina’s in de krant.