Spring naar de content

Sekse-ongelijkheid? Dat bestond vroeger nog niet

Anno 2015 delven vrouwen wereldwijd nog regelmatig het onderspit als het gaat om sociale, economische en politieke gelijkheid. Recent nog lieten actrices in Hollywood zich horen omdat ze minder betaald krijgen voor hetzelfde werk als hun mannelijke collega’s, en in Nederland verdienen vrouwen nog zo’n 18,5 procent minder dan mannen. Toch is sekse-ongelijkheid een relatief modern fenomeen. In de oertijd was dit verschil er namelijk nog niet, althans: niet in de mate waarin je het zou verwachten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jesse Voorn

We beschouwen de gelijkheid tussen mannen en vrouwen hier in het Westen als een groot goed, maar wie denkt dat de man en de vrouw in den beginne gigantisch van elkaar verschilden, heeft het mis. De sociale organisatie was vóór de opkomst van de landbouw juist veel gelijker, menen onderzoekers van de University College London. Ze onderzochten de dynamiek binnen groepen van prehistorische verzamelaars, en concludeerden dat deze groepsverbanden té divers waren om bij elkaar te zijn gehouden door mannen alleen. De bevindingen zijn gepubliceerd in het vakblad Science.

De wetenschappers bestudeerden bestaande volkeren in Congo en de Filipijnen, die nu – net als onze voorouders toen – nog leven van jagen en verzamelen. Hun manier van leven is te vergelijken met die van tienduizend jaar geleden. Op basis van genealogische gegevens van en gesprekken met deze volkeren ontdekten de onderzoekers de diversiteit binnen de sociale organisatie. Als er al sprake was van mannelijke dominantie, was dit binnen een groep van alleen mannen.

Vijf broers
Volgens de onderzoekers is seksuele gelijkheid in de oertijd van groot belang geweest voor de overleving, en speelde dit een belangrijke rol in het vormgeven van de menselijke samenleving en onze evolutie. “We zijn geneigd om te denken dat bij onze voorouders, die leefden van de jacht, de man een dominant figuur was, maar dat is niet zo,” aldus Mark Dyble, antropoloog aan het University College London. “Wanneer alleen mannen invloed hebben op waar en met wie ze leefden, dan bestaat de kern van de gemeenschap uit een netwerk van nauw aan elkaar verwante mannen, met hun vrouwen. Als mannen én vrouwen beslissen, krijg je geen groepen van vier of vijf broers die samen leven.”

De ontwikkeling van de landbouw, zo’n tienduizend jaar geleden, veranderde het rollenpatroon. Deze cultivering gaf de mogelijkheid rijkdom te vergaren, en door te geven aan een volgende generatie. Dyble legt uit: “Mannen konden voor het eerst verschillende vrouwen hebben en meer kinderen krijgen dan vrouwen.”