Spring naar de content

Griet Op de Beeck is onbedaarlijk komisch en prachtig treurig

Griet Op de Beeck heeft het weer geflikt: een boek waar je om moet lachen én huilen. In deze verhalenbundel staat de hoofdpersoon telkens voor een allesbeslissend moment: zal-ie wel of zal-ie niet? Rake observaties worden afgewisseld met pijnlijke, ontroerende inzichten.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Dries Muus

Hoeveel boeken zijn er waar je hardop om moet lachen? Dat je het boek even opzijlegt om op adem te komen? Een stuk of twintig, dertig? En hoeveel boeken zijn er waar je voluit om moet huilen? Stromende tranen, waar je later nog de sporen van ziet op de pagina’s? Een stuk of tien? Goed, en hoeveel boeken zijn er waar je voluit om moet huilen én lachen? Nog minder. Vijf of zes, zoiets – en minstens twee daarvan zijn geschreven door Griet Op de Beeck.

In 2013 debuteerde Op de Beeck (1973) met Vele hemels boven de zevende. Een aangrijpende roman over gebroken en veerkrachtige levens, verteld vanuit vijf perspectieven. Het was een groot kritisch en commercieel succes, net als het tweede boek, Kom hier dat ik u kus, dat gelukkig maar één jaar na het debuut verscheen. Met Gij nu, haar derde boek in iets meer dan drie jaar, slaat Op de Beeck een krachtige nieuwe richting in.

Niet dat ze radicaal breekt met de stijl of thema’s die we van haar kennen. Gij nu draait nog steeds om groot verdriet en de vaak weinig succesvolle pogingen om daaraan te ontsnappen, om ogenschijnlijk gewone levens, alsof zoiets bestaat, om alledaagse wonderen en rampen.

Het verschil zit ’m vooral in de vorm. Gij nu is meer verhalenbundel dan roman. Vijftien korte verhalen, vaak tussen de tien en twintig pagina’s lang. Bijna alle verhalen zijn in vier korte hoofdstukken opgedeeld. Meestal worden ze volledig vanuit de derde persoon verteld, in tegenstelling tot de eerdere romans, die allebei vanuit de eerste persoon zijn geschreven, een vorm die Op de Beeck perfect paste. Geen van de verhalen heeft een titel; wel worden ze voorafgegaan door een citaat uit het verhaal. Soms een mooie, min of meer op zichzelf staande oneliner, soms een onheilspellende vooruitwijzing.

De verhalen zijn donkerder dan de twee eerdere romans. Dat waren ook geen vrolijke komedies, ook daarin stortte de Vlaamse een enorme berg ellende over de lezer en haar personages uit.

Het wonderbaarlijke was dat je je daarna toch gesterkt voelde. Het is een kleine misdaad om zulke veelstemmige, genuanceerde romans terug te brengen, of beter gezegd te banaliseren, tot één boodschap, maar toch: als ze een boodschap hadden, dan iets in de trant van: durf te leven. Durf te dromen. Ze eindigden met een bitterzoet maar onmiskenbaar hoopvol slotakkoord, met een dappere hoofdpersoon die eindelijk een doodenge stap durfde te zetten. Vergelijkbaar met Nora uit Ibsens Een poppenhuis, die haar vreselijke huwelijk ontvlucht en zichzelf en haar man een nieuw en beter leven gunt.

Gij nu is genadelozer. Vaak lukt het de hoofdpersonen niet om aan hun ellende te ontsnappen. Hoe dichter bij de uitweg, hoe sterker ze terugdeinzen of compleet bevriezen. Omdat hoop soms enger is dan angst, en verdriet veiliger dan geluk.

Elk verhaal draait om één allesbeslissend moment, een moment dat een heel leven kleurt, of vaker nog elke kleur ontneemt. Soms zijn het momenten waarop de hoofdpersoon in actie moet komen, verhalen die toewerken naar een steeds zwaarder beladen ja of nee, een zal-ie of zal-ie niet. De titel Gij nu lijkt dan een rechtstreekse aansporing van de schrijfster aan haar personages. In andere verhalen komen de allesbeslissende momenten uit het niets, rampen die zich op een grotendeels onschuldig leven storten – wat de hoofdpersonen er niet van weerhoudt zich er de rest van hun leven schuldig over te voelen.

Gij nu bevat een buitengewoon veelzijdige cast aan personages. Op de Beecks inlevingsvermogen lijkt haast onbegrensd: ze verplaatst zich overtuigend in een illegale, gedesillusioneerde asielzoeker, een verbitterde moeder van een meervoudig gehandicapt kind, in een verwaarloosd jongetje, in een moddervette loser en een mooie jonge vrouw, in een jaloerse oude man en een dromerig slim meisje. En in vele anderen.

Totaal verschillende levens, totaal verschillende verhalen. En ook weer niet. Door steeds scherp te stellen op een cruciaal moment staat er in elk verhaal iets op het spel – staat álles op het spel. Steeds is de inzet zo hoog mogelijk; het gaat vaak letterlijk om leven en dood. Dat is ook wat de verhalen zo spannend maakt. Dat, en Op de Beecks perfecte timing.

Ze verzint geen uitgebreide, ingewikkelde plots. Ze schept simpelweg personages die iets wanhopig willen of juist willen vergeten, en ze weet vervolgens precies hoeveel informatie ze moet geven en voor zich houden. Ze laat nonchalant een eufemistische hint vallen naar een allesbepalend incident, zonder dat incident verder te specificeren, of ze begint een verhaal met zó’n gelukzalige hoofdpersoon dat je aan alles voelt dat er minstens één keiharde ramp aankomt. Misschien nog wel meer dan in haar romans komt in Gij nu Op de Beecks talent voor spanning, voor suspense volledig tot zijn recht.

Net als haar gevoel voor humor, trouwens. Alsof de misère van de hoofdpersonen nog niet ondraaglijk genoeg is, worden hun levens ook nog eens bevolkt door familieleden, buurvrouwen of onbekenden die het allemaal nog net iets erger maken, die totaal ongevoelig zijn voor hun overgevoeligheden. Op de Beeck laat zien dat er niks is wat je zo terneerdrukt als opbeurend bedoelde levenslessen. Het is een eindeloze bron van extra frustratie, en een eindeloze bron van hilariteit en medeleven voor de lezer, die zich meteen aan de kant van de gefrustreerde personages schaart.

Allerlei soorten alledaagse, maar daarom niet minder extreme ergernissen worden in prachtzinnen gevat. Bijvoorbeeld in een verhaal over een trans-Atlantische vlucht: “De handbagage van de 12E-mevrouw puilde er nog bijna voor de helft uit, maar zij was inmiddels gaan zitten. Problemen overlaten aan een ander is ook een soort van oplossen, moet zij hebben gedacht.”

Zulke observaties worden afgewisseld met pijnlijke, ontroerende inzichten: “Elke vlucht uit de realiteit maakte de terugkeer naar de feiten weer dat beetje ondraaglijker.”

Net als Op de Beecks vorige romans verdient Gij nu horden lezers, in het Nederlandse taalgebied en ver daarbuiten. Het is het soort boek dat je elke lezer gunt, dat je laat voelen hoe geweldig lezen, of vooruit, het hele leven soms kan zijn – hoe onbedaarlijk komisch en hoe prachtig treurig./

Griet Op de Beeck, Gij nu, Prometheus, €19,95