Spring naar de content

Het EK-blog – ‘Wat een absurd EK. Laat die voetbaltoppers weer normaal doen’

Juichen voor Nederland zit er deze zomer niet in, maar des te kritischer volgt schrijver en columnist Auke Kok de weg naar de climax van het Europees kampioenschap voetbal. Een maand lang vindt u hier zijn meest vermeldenswaardige observaties en scherpzinnige analyses; van de Marseillaise in het Stade de France tot aan de huldiging.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Auke Kok

ronaldo_hpDag 31, maandag 11 juli
Ik voel geen kater, want een kater voel je na iets wat leuk was. Of leuk leek. Dat was de afgelopen maand zelden het geval. Na de vele uren EK-kijken resteert vooral verbazing, een nog lastig te benoemen verwardheid: wat hebben we nu eigenlijk meegemaakt? Zelfs in de krankzinnige finale van gisteravond zaten schitterende momentjes. Met de mooie doelpogingen in Parijs kan best een aardige samenvatting van tien minuten worden gemaakt. Kwestie van goed zoeken in de grabbelton van missers en zielloos heen en weer geschoven ballen in honderdtwintig minuten topsport.

Absurd is het woord. De motten, ja vooral die ene mot op de al dan niet met mascara aangezette wimper van Cristiano Ronaldo, en het veld dat er bijlag als een akker: absurd. Frankrijk dat ondanks de aanwezigheid van topspelers niet echt durfde aan te vallen tegen Portugal: absurd. Portugal dat na het huilie huilie-uitvallen van Ronaldo evenwichtiger voetbalde dan ervoor: ook absurd toch? En meende ik nou werkelijk schuldgevoel te zien bij Dimitri Payet nadat hij Ronaldo met een harde botsing uit de wedstrijd had gewerkt, in koelbloedige samenwerking overigens met Patrice Evra? Eerst schijnbaar opzettelijk tegen de toch al gekwetste beste speler van Europa oplopen en dan geen bal meer raken: absurd.

De winst van de Portugese rattenploeg is de juiste afronding van een onwezenlijk toernooi. Twee jaar geleden speelde Duitsland geweldig in Brazilië en werd wereldkampioen. De drie eindronden daarvoor liet winnaar Spanje de wereld zien hoe je moet voetballen. Nu is Portugal in geen enkel opzicht een lichtend voorbeeld: laten we in godsnaam niet zo gaan voetballen. Het meest onvergetelijk vind ik Portugal-Kroatië: in de achtste finales werd bewezen dat twee ploegen met veel goede voetballers in staat zijn elkaar te inspireren tot twee uur slecht spel van de meest absurde soort.

Ploegen met de nodige klassespelers, zoals Spanje, België en Duitsland, zakten om uiteenlopende redenen weg, net als Engeland tijdens een absurde vertoning tegen IJsland. En zoals het met zoveel talent gezegende Frankrijk in de finale.

Het reactievoetbal van Portugal kwam zo bovendrijven. Leuk voor de Portugezen. Winnen die ook eens wat. En ik gun het ook die ultra-toegewijde spierbundel Ronaldo best. Leuk voor Madeira. Maar voor het voetbal is het niet leuk. Laten we het er maar op houden dat IS de stadions met rust heeft gelaten. Het had erger kunnen aflopen, veel erger. En laat de helden van het edele voetbalspel nu weer normaal gaan doen. Want dit was absurd.

Feestelijk wappert de Franse driekleur in de verte.
Feestelijk wappert de Franse driekleur in de verte.

Dag 28, vrijdag 8 juli
Zelfs ná het verlies van Duitsland begon Jan Mulder er nog over: ‘En aan het einde winnen de Duitsers.’ Het was een fragment van een beroemde uitspraak van Gary Lineker: ‘Voetbal is een eenvoudig spel: 22 mannen lopen achter een bal gedurende negentig minuten en op het einde winnen de Duitsers.’

Lineker deed die uitspraak alweer in 1990 en sindsdien wonnen de Duitsers alleen het EK1996 en het WK2014. Relatief vaak, maar uiteraard wint de Mannschaft meestal niet. Gelukkig maar. Toch zit het cliché van de Germaanse resultaatmachine dermate diep in ons bewustzijn dat het steeds weer even wennen is om elf mannen in een wit shirt en zwarte broek te zien afdruipen. Alsof het niet past.

Mulder in de televisiestudio van de Belgen verwoordde het ressentiment van de Lage Landen, die nu eenmaal zelden winnen. Ik betrapte mezelf ook op een basaal soort lekker puh-gevoel bij de aanblik van Thomas Müller die na het laatste fluitsignaal wanhopig in het gras viel terwijl de dolgelukkige Fransen hun gang naar de finale vierden bij de hekken. Kinderachtig en misplaatst van mij, ik geef het toe.

Geheel in tegenspraak met de oude clichés speelt Duitsland al jaren positief en vaak zelfs mooi voetbal. Ook dit EK weer sprong de Mannschaft eruit qua spelhouding, techniek en aanvalsdrift. Gewoon een leuk team dat gisteren in Marseille bijna de hele wedstrijd de betere partij was. Frankrijk, wel een stuk samenhangender dan bij de start vier weken geleden, had weinig in te brengen en won fortuinlijk met 2-0.

En hoe! Die doelpunten! Eerst die volkomen onnodige klunzige handsbal van Bastian Schweinsteiger, waardoor Frankrijk een penalty kreeg dat het aanvaardde als een geschenk waarop niet was gerekend. Toen die halfbakken ingreep van doelman Manuel Neuer, na een voorzet die mogelijk was doordat Paul Pogba in het Duitse strafschopgebied een kunstje mocht doen alsof hij met zijn zoontje in de tuin aan het spelen was.

Twee uiterst menselijke momenten in de verdediging. Gevolg van gebrekkige concentratie van een land dat geacht wordt onmenselijk strijdbaar te zijn tot de laatste tel. En zie nu eens deze jongens in de halve finale, onder leiding van een ietwat vrouwelijke coach, die zich als een ballenkrabber en neuspeuteraar heeft laten kennen, een verwijfde viespeuk… Hoe on-Duits kan een natie zich presenteren?

Duitsland ging aan schoonheid ten onder, aan een gebrek aan mannelijkheid en doortastendheid en ja, wen er maar aan, ze waren niet doelmatig genoeg. ‘Ze speelden goed en mooi, maar ze maakten het niet af.’ Het Duitsland van 2016 is het nieuwe Nederland.

wales-portugal_hpDag 27, donderdag 7 juli
Nog even en ik weet echt niet meer waarom ik ooit van voetbal ben gaan houden. Wat is er nu eigenlijk aan, elf mannen die wat lusteloos de bal naar elkaars voeten schuiven en dan na een tijdje uit pure wanhoop iets produceren wat op een voorzet lijkt? Die dus niet eens probéren een tegenstander te passeren, maar die vanaf het middenveld de bal naar voren peren, onder het motto, wie weet wordt het wat, maar veel geloof heb ik er zelf ook niet in?

Dat is het sentiment van Portugal-Wales. Al na een minuut of vijf maakte het gemoed zich van mij meester. Wat een sport, zeg. Wat een monotoon, humorloos gedoe om niks. Het hopeloze balletjetrap in Lyon was de druppel van een emmer die na twee weken EK-kijken al redelijk vol begon te lopen. Gisteravond bedacht ik me na de zoveelste combinatie — wat zeg ik, na de zoveelste parodie op een combinatie — hoeveel goede boeken ik gedurende dit toernooi in Frankrijk eigenlijk had kunnen lezen.

Wat een tijdverlies. Ik ben klaar met deze jongens, met die handjes voor hun mond tijdens een ongetwijfeld volkomen oninteressante gedachtewisseling op het gras. Met dat woordje ‘respect’ op hun arm, dat op alles lijkt te slaan behalve op respect voor wat ooit het edele voetbalspel werd genoemd. Met dat vanzelfsprekende instant-geëmmer tegen de scheids als ze hun zin niet krijgen. Zelfs het opgestoken duimpje van Gareth Bale nadat de zoveelste bal over zijn hoofd naar de tribunes was verdwenen irriteerde me. Hoezo duimpje omhoog, laat die medespelers eens fatsoenlijk tegen die bal gaan trappen.

De ongehoorde schoonheid waarmee Ronaldo hangend in de lucht 1-0 kopte was een memorabele schittering in een modderpoel. Blij dat het na anderhalf uur voorbij was. Stel je voor dat ik nog een half uur naar dat levenloze gepruts hadden moeten kijken. Het is een rampzalig toernooi geworden, waarin de sterren doofden na even te hebben geflonkerd. De kunstenaars uit Spanje hadden er kennelijk geen zin in, en het enige team dat vervolgens bezig was mijn hart te veroveren met prachtig voetbal uit de oude doos, België, blies in de kwartfinale een roemloze aftocht.

De strijdvaardigheid van IJsland en Wales was aandoenlijk, soms meeslepend, maar vrijwel zonder de creativiteit, de opsmuk die het leven zo mooi kan maken.

De cynische aanstellers uit Portugal gaan na hun 2-0 zege naar de finale. Laat Duitsland en Frankrijk er vanavond een historisch duel van maken en laat de winnaar zondag frivool over Ronaldo en zijn knechten heenwalsen, anders wordt het tijd om afscheid te nemen van de sport die mijn eeuwige metgezel leek te zijn.

(Dat afscheid zal me niet lukken, maar tot andere gedachten ben ik nu even niet in staat.)

ijsland_hp
De IJslandse aanvoerder Aron Gunnarsson.

Dag 24, maandag 4 juli
Danny Blind weet wat hem te wachten staat. De bondscoach heeft gezien wat wij allemaal hebben gezien, dus trainingskampen op vulkanische grond liggen voor de hand. Hoewel de IJslanders tegenwoordig voetballen op kunstgras kan het niet missen of er liggen magische krachten in de gestolde lava van het land van Kolbeinn Sigthórsson. Wij weten ook allemaal dat de ex-spits van AZ en Ajax geen superspits is — dat weten ze in Nantes nu ook — maar in combinatie met tien andere IJslanders moet je voor Sigthórsson oppassen.

Gisteren scoorde hij in de (met 5-2 verloren) kwartfinale tegen favoriet Frankrijk — op een niveau dat hoger is dan het Nederlandse niveau waarop hij te licht was bevonden. Saamhorigheid is de formule, en nu Nederland voorlopig niet kan bogen op klassespelers zal het op zijn IJslands moeten. Pedante maniertjes, gekke bekken bij balverlies, de eeuwige Hollandse zelfoverschatting: alles gaat overboord en wordt vervangen door ijver, loopvermogen en de wil te werken voor een ander.

Vuile meters. De IJslanders maken ze veelvuldig. De Nederlanders de laatste jaren veel te weinig. Je in volle galop aanbieden als de kans dat je de bal zult krijgen klein is. En dan nog eens en nog eens. Het ontmoedigt de tegenstander en bemoedigt je medespelers. Die maken vervolgens de vuile meters voor jou. Vuile meters maken en niet zeuren als het mis gaat: zo bereik je als debutant met de bevolking van de stad Utrecht de kwartfinales van een EK.

Met werkelijk goed voetballen heeft het weinig van doen. Ik kan me tenminste geen flitsende ééntwee, geen formidabele voorzet of onnavolgbare slalom van de IJslandse stuntploeg herinneren. Geen superieure balbehandeling. Alles van de mannen van trainer Lars Lagerbäck is degelijk en vlot en met vulkanische eendracht worden de zwakke eigenschappen verbloemd en de sterke geëtaleerd.

In een land dat zijn voetbalvelden veroverde op het water moet dat ook kunnen. Onze dijken en polders zijn aangelegd met IJslandse samenwerking en pragmatisme, of niet soms?

Als Danny Blind geen poep in zijn ogen heeft, staat zijn visie nu vast. Op naar de geisers met die gasten.

Het enige voetbaltechnische dat we moeten overnemen is die ingooi. Aron Gunnarsson liet zien dat een verre inworp voor doelkansen kan zorgen. Er werd twee keer uit gescoord dit toernooi en gisteravond bijna een derde keer, hoewel de Fransen toch waren gewaarschuwd. Middenvelder en aanvoerder Gunnarsson mag dan kunnen bogen op een jeugd als handballer, iedereen kan dit tot op zekere hoogte leren. Tijd genoeg in het leven van een profvoetballer, zou je zeggen. Het zal het spel leuker en doelgerichter maken: gewoon zorgen dat je links en rechts iemand hebt die de bal met enige vaart het strafschopgebied in kan gooien. En dan lang oefenen op doorkoppen en afmaken.

Aan de slag, Danny!

Vae victis.
Vae victis.

Dag 22, zaterdag 2 juli
En zo leed België, dat eerst nog zo lekker oudhollands liep te ballen tegen Hongarije, een oudhollandse nederlaag tegen Wales. Betere voetballers hebben en toch verliezen: mijn inmiddels zwart-geel-rode hart bloedde van de herkenning. En van de compassie met het team dat duidelijk geen plan had. En dat daardoor verdiend verloor van het op papier niet meer dan redelijke Wales.

Dat was dan misschien weer erg Belgisch — alsof ze gisteravond in Lille niet meer wisten wat België precies is en hoe het is een Belg te zijn. Het verdriet van België op noppen.

De Welshmen wisten van achter tot voor exact wat Wales is, waar het ligt en hoe de tegenstander met al die klassevoetballers het beste kon worden bestreden. Geweldig om te zien hoe die gasten op z’n IJslands het beste in elkaar naar boven haalden en met 3-1 wonnen. ‘We werkten hard voor elkaar,’ straalde aanvoerder en ster Gareth Bale na afloop, maar dat wilden de Belgen natuurlijk ook. Ze wisten alleen niet hoe.

Zo gaat dat: het team met een plan weet wáár en hoe te werken, en werkt hard. Het team zonder een idee waar iedereen in gelooft, aarzelt en oogt lui, ongeïnteresseerd, alsof de energie een kanaal mist om doorheen te stromen.

Neutrale oorzaak: drie geschorste of geblesseerde verdedigers. De aanwezigheid van de jonkies Jason Denayer, net 21, en Jordan Lukaku (21) blies van achteruit een wolk van onzekerheid door het team. Tweede neutrale oorzaak: de helden Eden Hazard en Kevin De Bruyne zakten samen met de rest in het moeras van de vertwijfeling. Ze gaven daarmee aan de stap van ‘geweldig’ naar ‘groot’ nog niet te hebben gemaakt.

Subjectieve oorzaak: de kritiek op Marc Wilmots is deels terecht. De bondscoach is er niet in geslaagd zijn elftal als een strijdbare en veerkrachtige eenheid te laten spelen. Net als in de voorbereiding werd klassevoetbal met onnodige nederlagen afgewisseld. Dat moet te maken hebben met het ontbreken van een centrale gedachte waarmee de spelers het veld op gaan.

En, zoals ik hier al eerder meldde, voor een elftal dat met enige zorg en techniek kansen wil creëren lijkt Romelu Lukaku de verkeerde spits. De stoer gebouwde Lukaku onderhoudt een wel erg moeizame relatie met de bal, zeker in kleine speelruimten. Michy Batshuayi, die nu opnieuw pas laat mocht invallen, maakt een completere indruk, hij is balvaster, slimmer, behendiger op de vierkante meter. Chelsea legde deze week veertig miljoen euro op tafel voor de spits van Olympique Marseille en liet Lukaku van Everton met rust. Ik bedoel maar.

Hoe dan ook gaf België kleur aan het EK en zelfs de ondergang was meeslepend. Ik bestrijd mijn kater met de gedachte: fijn dat ze erbij waren.

arek_milik_hp
Arek Milik (l) tijdens het oefeninterland tegen Riechedly Bazoer.

Dag 21, vrijdag 1 juli
Zou Frank de Boer naar Arek Milik hebben gekeken? Moet wel. En dan vraag ik me af of hij onder de indruk was van de standvastigheid, van de gretigheid en doelgerichtheid, ja, van het zelfvertrouwen van de spits die hij maar zo, zo leek te vinden. In het shirt van Polen was de 22-jarige Milik dit EK meer dan zo, zo. Samen met Robert Lewandowksi vormde hij een gevreesd spitsenduo. Ik ga niet zeggen dat Milik de afgelopen weken altijd fantastisch speelde, daarvoor miste hij net iets te veel kansen, maar rekening houdend met het, naar Nederlandse normen, hoge niveau in Frankrijk was Milik natuurlijk meer dan Ajaxwaardig.

Ex-bondscoach Bert van Marwijk prees hem na de start van het EK nog als een spits waar Ajax zuinig op moest zijn. Milik had net een goal gemaakt zoals niet velen dat kunnen. Zeker niet in Amsterdam. En zo dacht ik tijdens de vijf wedstrijden die Polen dit EK speelde vaak aan De Boer. Als hij Milik zo standvastig zag combineren, fel naar voren zag rennen, op doel zag schieten met dat sterke linkerbeen: krabde De Boer zich dan achter het oor?

De Ajaxtrainer liet afgelopen seizoen weinig gelegenheden onbenut om de spits aan het twijfelen te krijgen. In de winterstop moest er een andere spits komen (die kwam niet); De Boer flirtte openlijk met Sébastian Haller van FC Utrecht omdat die dingen kon die Milik niet zou kunnen. Het accent op wat je niet kan: typisch Ajax. Misschien ook wel typisch De Boer. En in de dramatische slotwedstrijd tegen de Graafschap, toen Ajax moest scoren om nog kampioen te worden, werd Milik gewisseld voor de zwalkende buitenspeler Anwar El Ghazi. Kijkend naar Milik dit EK lijkt het een bizar voorval, een nachtmerrie, maar tegen het einde doolde ook verdediger Mike van der Hoorn nog rond in het penaltygebied van De Graafschap en zat Milik met een bezweet hoofd op de bank.

Ondanks alle vernederingen vocht de Pool zich tussen augustus en mei steevast naar het doel. Maar: ‘Bij Ajax wist ik nooit waar ik aan toe was,’ klaagde hij drie weken geleden. ‘Zelfs toen ik in de laatste tien wedstrijden twaalf keer scoorde, wist ik niet of ik het volgende duel zou spelen.’

De eerste spits in het tijdperk-De Boer die boven de veertien goals uitkwam (21), zal vast hebben bijgeleerd in Amsterdam. En ja, met de rug naar het doel handelde hij niet altijd als de gedroomde Ajaxspits. Maar dan nog, aan zijn mentale veerkracht en zijn wil om te winnen kon menige Ajacied een puntje zuigen. Om van zijn drang naar voren maar te zwijgen.

Om kort te gaan: tot en met de uitschakeling gisteren door Portugal speelde Arek Milik tussen de grote jongens of dat heel gewoon was. Tussen jongens die hun neus ophalen voor clubs als Ajax. Tot en met zijn kordaat genomen strafschop in de serie van de kwartfinale was Milik een meneer. Inmiddels lijkt de kans groot dat hij deze zomer door een grotere club wordt aangetrokken dan Frank de Boer. Terugdenkend aan de Milik van dit EK vraag ik me af of de man uit Tychy dan een lange neus trekt.

wilshereengijs_HP
Jack Wilshere; een oude man van 24

Dag 18, dinsdag 28 juni
Hoe lang heb ik al compassie met de Engelsen? In ieder geval sinds de eeuwwende al. Denk ik aan Engeland op een eindronde, zie ik elf mannen met een ijverig soort van troosteloosheid over het veld gaan. Met onbeschrijflijk veel goede bedoelingen probeerden ze de gevolgen van hun ouderwetse voetbal en van hun lange clubcompetitie te bestrijden. Altijd vruchteloos.

Maar nu was het anders. De Engelsen speelden nooit eerder zo continentaal, zoals ze het daar noemen, en toch weer dat amechtige, dat schijnbaar doelloze dat geleidelijk als lood in hun schoenen lag. Deze keer ging een betrekkelijk jong, potentieel fris team zomaar onderuit tegen elf fanatieke en goed samenwerkende IJslanders. Voor de zoveelste keer deze eeuw gunde ik Engeland het beste en zag ik hun ambitie als een nachtkaars doven.

Hoewel ze met 2-1 achter stonden, bleven de Engelsen de bal elkaar maar in elkaars voeten schuiven, alsof hoge voorzetten verboden waren bij hun continentale aanpak. De enige goede kans was er voor centrumspits Harry Kane, die, geloof het of niet, een hekel heeft aan koppen. Enkele meters van het doel kopte hij de bal lusteloos in de handen van de keeper.
Idee: dit wordt nooit wat.

Ik lette vooral op invaller Jack Wilshere. Van mijn zwak voor hem neem ik bij deze afscheid. Zeven jaar geleden vergaapte ik mij aan de toen zeventienjarige Wilshere tijdens een vriendschappelijke wedstrijd in Londen. Zo’n speelse en creatieve Engelse — Engelse! — middenvelder had ik nog nooit gezien. Gisteravond was er van de dartele vrucht van de Arsenal Academy niets over. Als een stokoude man van 24 wandelde Wilshere in de tweede helft ergens bij de middenlijn. En deed… niets. Zodra hij de bal kreeg, gaf hij die aan Wayne Rooney, die, en dat had Wilshere vanaf de bank al lang kunnen zien, een totale off day had. Evengoed schoof de middenvelder met de fonkelende techniek de verantwoordelijkheid telkens af aan zijn aanvoerder, die de bal steeds naar een IJslander trapte.

Zelfs het feit dat Wilshere dit seizoen vanwege blessures weinig in actie is geweest voor Arsenal kan de indruk niet wegpoetsen dat hij als het eropaan komt niet thuis geeft. Engeland stond op het punt te verzuipen en Wilshere, de begenadigde Wilshere met drie miljoen euro salaris per jaar, drukte zijn snor. Ik ben klaar met Engeland en klaar met de in potentie leukste speler van Engeland.

Dag Jack!

Voetbalshop maakte T-shirts met daarop afgedrukt Ik ben ff Bellug.
Voetbalshop maakte T-shirts voor al die Nederlanders zonder een nationaal elftal om voor te juichen.

Dag 17, maandag 27 juni
Gisteravond veranderde ik langzaam in een Belg. Het proces begon al in de eerste minuten, toen de Rode Duivels vlot combinerend naar voren trokken en Hongarije terugdrongen met een zelden vertoonde passie. Dit België, dit adembenemende, offensieve, technisch vaardige elftal was Nederland in zwart-geel-rood. Met dien verstande dat Oranje zo zou willen voetballen, maar dat al vele jaren niet meer kan. Mijn god, wat een voetbal. Gaan de mannen van Marc Wilmots zo verder, dan flonkert er goud aan de horizon. Of een schitterend tragisch verloren finale, natuurlijk, ook mooi.

De diamanten Eden Hazard en Kevin De Bruyne deden nu eindelijk wat ze in de Premier League zo vaak doen. Ze speelden dicht bij elkaar, Hazard ‘hangend’ op links en De Bruyne als nummer tien, en het leek wel of ze elkaar met hun klasse besmetten. Ze elkaar joegen met hun onnavolgbare dribbels, passes en combinaties op tot een niveau waarvan iedereen wist dat het erin zat; nu eindelijk kwam het eruit.

Twee jaar geleden op het WK vond ik ze vaak nog mat over het veld gaan, alsof ze er niet in echt in geloofden. Vanaf minuut één was nu van matheid geen sprake, integendeel.

Deze aanvalsdrift, dit door elkaar lopen, dit flonkerende spel: voor zover er in de Lage Landen de komende jaren totaalvoetbal te zien zal zijn, is het bij de Zuiderburen.

De afstand is immens. De reserves van België zouden in Nederland riant zijn verzekerd van een basisplaats. Coach Wilmots bracht later in de wedstrijd Marouane Fellaini (Machester United) in, en Yannick Carrasco (in mei nog de eerste scorende Belg in de Champions Leaguefinale, namens Atletico Madrid) en Michy Batshuayi, die een betere spits lijkt dan de wat lompe basisspeler Romelu Lukaku.

België heeft denk ik niet de vaste patronen van Spanje, de Duivels hebben ook niet de kalme superioriteit van de Duitsers. De Belgen hebben iets anders: leuk, fris, gevarieerd aanvalsspel, dat van achteruit gefaciliteerd wordt door gifkikker Radja Nainggolan, een verdedigende middenvelder door wie de Nederlandse hoop Kevin Strootman links en rechts voorbij zou worden gelopen.

Oké, ze zouden er goed aan doen de verdediging hechter te maken; de niet imponerende Hongaren kregen enkele riante kansen. En met name Dries Mertens scoort te moeizaam. Maar voor de rest was het tot de laatste seconde genieten geblazen. Achteraf was ik gewoon trots dat deze redders van het toernooi mijn taal spreken. (Nou ja, de meesten.) Het taaie EK is na twee weken dan toch ontvlamd en de aanstichter heet België, mijn België.

Ronaldo
The man you love to hate.

Dag 13, donderdag 23 juni
Jongens, wat ben ik blij dat Erkan Zengin naar huis is. Nee, inderdaad, niemand kent deze Zweed en dat zou eigenlijk zo moeten blijven. Toch wijd ik enkele woorden aan deze voetballer met Turkse roots, ik moet wel, zijn actie was zo dom dat ik er gewoon niet onderuit kom. Volgens transfermarkt.nl is Zengin 2,6 miljoen euro waard en afgaande op zijn verdedigende handeling van gisteravond is dat 2,6 miljoen te veel. Kijk de beelden er maar op na. Zoals de middenvelder probeerde het schot van Radja Nainggolan te blokken is absurd. Zich omdraaiend en half wegduikend was het eerder niet blokken wat hij deed. Fijn dat België daardoor zijn verdiende overwinning kreeg, leve de Rode Duivels en ja, Nainggolan schoot prachtig en machtig naar het doel. 1-0, exit Zweden, exit helaas Zlatan en exit gelukkig Erkan Zengin.

Dat hij nog maar net was ingevallen is bijzaak. Hoofdzaak is dat de Zweed bewees dat er te veel matige voetballers op dit EK rondlopen.

Gelukkig blijft Cristiano Ronaldo wel nog even onder ons. Ronaldo is de man you love to hate en daarom willen natuurlijk ook alle ronaldohaters dat de überijdele Portugees doorgaat met iedereen te irriteren. Wat een wereldgoals scoorde hij gisteren tegen Hongarije en hoe heerlijk aanstootgevend reageerde hij op zijn eigen succes. Maar WTF, de man is briljant, hij is in vorm, hij wil zich waarmaken en ik wil er geen seconde van missen. Op dit EK van strijd en hollen en vliegen moeten artiesten, hoe onuitstaanbaar ook, worden gekoesterd. Zaterdag 21.00 uur zit ik scherp als een mes voor de buis. Kom maar op, begenadigde narcist, doe je bizarre, meeslepende ding, maak me gek. Bier en pinda’s gereed, daar komt Ronaldo!

Busquets (l) reikt naar de bal in het Matmut Atlantique-stadium.
Busquets (l) reikt naar de bal in het Matmut Atlantique-stadium.

Dag 12, woensdag 22 juni
De belangrijkste man was Sergio Busquets, maar dat had niemand in de gaten. Zonder ook maar een moment op te vallen hielp hij mee bij de belegering van Kroatië. Dat deed Busquets zo soepel, misschien wel zo goed, dat Spanje zichzelf gisteravond in slaap leek te wiegen. Op zijn plekje tussen verdediging en middenveld schoof hij, wandelde hij, tikje hier en tikje daar en zo zou titelhouder Spanje wel even langs Kroatië naar de eerste plaats in de poule marcheren.

In een heerlijke wedstrijd tussen twee teams die al zeker waren van de volgende ronde was het tiki taka wat de klok sloeg. En Mr Tiki Taka van Barcelona, de onzichtbare man, hoefde zich nooit uit te sloven, het ging vanzelf. Kostelijk om te zien.

‘Als ik terugkom in dit leven wil ik Sergio Busquets zijn,’ zei de Spaanse bondscoach Vicente del Bosque onlangs. Snap ik. Trainers houden van teamspelers en Busquets is de gedroomde teamspeler. Ook gisteren was hij geen moment met zichzelf bezig en steeds met anderen. De nummer vijf, de butler in de middencirkel, bedient zijn teamgenoten waar ze maar willen. Hij loopt naar links en rechts om aanspeelbaar te zijn, ook al zal hij de bal waarschijnlijk niet krijgen. Door zijn aanwezigheid moeten tegenstanders kiezen en van die twijfel profiteert Spanje.

De ontspannen passjes van meester Andrés Iniesta kunnen niet zonder knecht Busquets. De anderen kunnen ook niet zonder hem.

Soms sloop Busquets naderbij als de bal moeilijk van A naar B kon. Het kind van de Barcelona-opleiding fungeerde dan als de C: de bal rolde vlotjes van A via C naar B en het spel ging verder. Even driehoekje maken: dat was de bijna 28-jarige Busquets voor de 87ste keer in het nationale team, zoals hij dat alweer zeven jaar in Barcelona is.

Deed hij even niets? Toch wel — zijn nek stond nooit stil. Continu keek hij gisteravond in Bordeaux of hij ergens nodig was. Hij bewaakte de afstanden als een cipier: steeds op de loer om te zien of, en zo ja hoe, de creatievelingen in de buurt de bal zouden kunnen gaan verspelen en hoe hij die door de juiste plek in te nemen zou kunnen heroveren.

Busquets handelde uit voorzorg. Tot hij dat dus even niet deed. In de slotfase stond hij te ver naar voren tijdens een Spaanse aanval. Daardoor kon hij de bal, of desnoods de man, niet opvangen toen Kroatië eruit brak. Werd het toch nog 2-1 voor Kroatië. Niemand verweet Busquets iets. Doelman David De Gea en verdediger Gérard Pique keken elkaar verwijtend aan omdat de bal via de noppen van Piqué in de korte hoek was verdwenen.

Busquets verweet zichzélf iets, dat staat vast. Door zijn moment van onachtzaamheid moet Spanje maandag tegen Italië. In die wedstrijd zal Sergio Busquets er een schepje bovenop doen, en niemand zal het zien.

deschamps_hp
Les Blues omringen Deschamps op het trainingsveld.

Dag 10, maandag 20 juni
Ik begin een enorme fan van Didier Deschamps te worden. De bondscoach van Frankrijk gaat maar door met zijn team zowel aanvallend als onsamenhangend te laten spelen. Kostelijk gewoon. Dankzij Deschamps onorthodoxe — of juist bijzonder orthodoxe — manier van coachen heeft Frankrijk nu al drie keer voor opwinding gezorgd. Nergens gaat het zo lekker op en neer als wanneer Les Bleus meedoen. De Blauwen vullen elkaar niet goed aan, ze voelen elkaar niet goed aan en ze trekken zo ondoordacht naar voren dat de tegenstander na iedere afgeslagen aanval zeeën van ruimte krijgt voor de contra-attack.

Zodoende werd zelfs de laatste wedstrijd van hun poule meeslepend. Niks salonremise met Zwitserland, de elftallen wilden beide goals maken. Dat die goals niet vielen kwam alleen doordat de mooiste kansen werden gemist. Nu moet gezegd dat Deschamps de kans op missers ook wel had bevorderd door zijn winnende team op vijf plekken te wijzigen. Het beetje samenhang dat Frankrijk in de vorige wedstrijd had ontwikkeld tegen Albanië diende onmiddellijk te worden verwijderd. Net zoals Deschamps bij voorkeur goede spelers wisselt om te kijken of het slechter kan.

Het is een originele manier van coaching die zorgt voor veel leuke situaties voor de doelen. Ik bedoel: Paul Pogba en Dimitri Payet op de bank zetten: zoiets bedenk je toch niet? Deschamps deed het toch — terwijl, als Frankrijk de finale wil halen, het team toch op deze twee kanjers zal moeten leunen.

Deschamps dacht: eruit met die mensen. Ook een pilaar als N’Golo Kanté moest voor straf voor zijn standvastigheid op de bank gaan zitten. Dat deed de trainer om die belangrijke spelers te sparen voor de volgende ronde, zou je kunnen denken. Maar zo handelen alleen coaches die kunnen bogen op een gestructureerd elftal en dat kan Deschamps niet. Frankrijk oogt als een verzameling fantastische voetballers die door het lot zijn samengebracht en nu het verder maar moeten uitzoeken.

Dat komt het kijkspel ten goede. Vooral Payet floreert omdat zijn medespelers hem de bal uit wanhoop zo snel mogelijk in de voeten spelen en hij vervolgens doet wat zijn intuïtie hem ingeeft. Fijne spontane stylist, deze Payet, die door Deschamps dan ook telkens op een andere plek wordt gezet, want Payet moet natuurlijk niet voor orde gaan zorgen. Verrukkelijk hoe de aanvallende middenvelder gisteren als invaller de wedstrijd naar zijn hand zette en weergaloos tegen de lat trapte na een aanval die zich qua kinderlijke onbezonnenheid nog het beste laat omschrijven als vintage jaren vijftig.

Nee, Didier Deschamps is mijn man. Hij parkeert de bus niet, zoals de meeste moderne trainers; hij stuurt elf botsautootjes de wei in, zonder intercom en overleg, en zegt: veel plezier en tot straks. Op deze manier zal Frankrijk nooit Europees kampioen worden, maar een onvergetelijke mooie ondergang ergens de komende weken behoort zeker tot de mogelijkheden. Allez les bleus!

Dag 7, vrijdag 17 juni
En toen zette Daniel Sturridge de klok stil. Tegen het einde van een wedstrijd waarin de wijzers als een dolle hadden rondgedraaid, vond Engelands nummer vijftien het genoeg geweest. Even niets doen. Balletje aan de voet ergens links voor het strafschopgebied van Wales. Niemand wist of het aarzeling, besluiteloosheid of een golf van genialiteit was. Hijzelf vermoedelijk ook niet. Sturridge bevroor de tijd. IJskoud onderbrak hij het gewoel van rennen en slidings maken en besloot dat het moment was aangebroken om echt te gaan voetballen.

Mocht ook wel, we zaten in blessuretijd.

Het belang van de handeling van Sturridge, het plotseling temporiseren, één-tweetje maken, doorlopen, schijnbeweging, balletje in de korte hoek, was voor mij niet eens het feit dat Engeland daardoor met 2-1 won. Het was eerder zo’n moment dat we de afgelopen week wel erg weinig hebben gezien. Over de hele linie zagen we het nadeel van de omvang van het EK: door de aanwezigheid van veel kleine landen wordt de bus wel erg vaak geparkeerd. Landen als Albanië, IJsland, Tsjechië, Slowakije voelen zich moreel gerechtvaardigd massaal te verdedigen.

Zelfs als ze daar gelijk in hebben: leuk is anders. Toen Sturridge het gistermiddag even niet wist, of besloot iets briljants te doen, stond het complete elftal van ‘dwerg’ Wales binnen een afstand van 25 meter van de eigen keeper. De bus van Wales stond al ver voor tijd stationair te draaien in het penaltygebied. Moedig waren de passagiers, strijdvaardig en ja, als een Engelsman wilde schieten, wierpen twee Welshmen zich als leeuwen voor de bal.

Maar nu al weet ik niets meer van die wedstrijd, alleen de vlaag van zelfbeheersing en balcontrole van Daniel Sturridge.

Week 1 in één zin: tribunes vol kleur en sfeer rond geparkeerde bussen. Over het barbaarse gedrag buiten sommige stadions hebben we het dan maar even niet.

Intussen laaf ik me aan de Sturridge-achtigen. Aan Dimitri Payet. Aan Luka Modric en Adrés Iniesta (vanavond!) en aan, laat-ie eindelijk eens opstaan morgenmiddag, Eden Hazard van België.

ronaldoB_hp
De beste voetballer ter wereld.

Dag 5, woensdag 15 juni
Ik hoor niet bij de grote groep voetballiefhebbers die Cristiano Ronaldo het liefste de grond in zien zakken. Ook die ijdelheid van hem kan ik best hebben. De complete beroepsgroep lijdt aan een ongezonde verliefdheid op het eigen spiegelbeeld — en zelfs als Ronaldo hierin nog een stapje verder gaat dan de rest, compenseert hij dat met een toewijding waar zijn meeste collega’s een punt aan kunnen zuigen. De ogenschijnlijk ziekelijk zelfingenomen nr 7 heeft zich met eindeloos veel oefenen opgewerkt tot de meest complete voetballer op aarde. Met hem aan de bal kun je alles verwachten, zo veelzijdig en creatief is hij.

Maar gisteravond raakte ik hem toch even kwijt. Hij speelde niet goed, hij miste twee mooie kansen en intussen liep hij maar te lachen. Misschien was het tonen van zijn hagelwitte tanden cynisch bedoeld, maar dan nog leek de lach sprekend op zijn echte lach. Of bestaat die niet? Tussen het ploeteren van Portugal tegen het onverzettelijke IJsland door gingen zijn mondhoeken zowel na geslaagde als mislukte acties uiteen, alsof alles geestig was.

Raar om te zien. Altijd verlang ik naar voetballers die lachen, maar zoals Ronaldo lacht, hoeft ook weer niet. Zijn glimmende gelaat bleef in de lachstand waar je grimmigheid verwachtte, zoals tijdens het wanhopige slotoffensief van Portugal. Misschien voelde de 32-jarige superster zich te groot, te bijzonder, voor de ultieme underdog uit IJsland om serieus te kijken. Maar onder ploeggenoten staat hij juist bekend als veel gewoner dan iedereen denkt.

Dit was ongewoon, bizar zelfs, op een bepaalde manier onsportief. Lachend droop de — volgens Pelé — beste voetballer ter wereld af. Om daarna de IJslanders ‘bekrompen’ te noemen en hun vrolijkheid te hekelen over het 1-1 gelijkspel. ‘Ik dacht dat ze het EK al gewonnen hadden, zo vierden de spelers het punt na afloop.’

De Portugees mag dan in wedstrijden zelden of nooit wraak nemen op mandekkers: dit leek verdacht veel op natrappen. Ik zal het maar als een grap opvatten.

iniesta_hpDag 5, dinsdag 14 juni
Juichen als neutrale toeschouwer: kan dat? Het kan, ik deed het vlak voor tijd toen Spanje eindelijk een goal maakte en daardoor Tsjechië met 1-0 versloeg. Het kostte geen moeite mijn stembanden te kwellen. Het ging vanzelf. Na een eindeloos offensief van Spanje, dat zo’n beetje de hele wedstrijd had geduurd, kwam het verlossende boogballetje van Andrés Iniesta. Dat de assist juist van hem kwam, verhoogde de pret na het schurende kopballetje van Gerard Piqué dat erop volgde.

Voor de moralistische kijker die ik ten diepste ben is Iniesta de ideale voetballer: een heertje tussen de knokkers. Als vanzelf blijft mijn blik hangen aan de middenvelder die nu nog meer dan vroeger de spelbepaler is van Spanje. Maar hoeveel sier het alweer 32-jarige heertje ook in zijn passes stopte, het blok beton van Tsjechië leek een cynisch, negatief, afbrekend gelijkspel uit het vuur te zullen slepen.

Ik haatte de Tsjechen almaar meer en hield almaar intenser van Spanje — ik zeg het maar eerlijk. In mijn zedelijk huishouden moet positief altijd winnen van negatief, aanvallen van verdedigen. Dat leek in Toulouse niet meer te gebeuren. Zoals zo vaak in mijn alweer tamelijk lange voetballeven leek het donkere, het nihilisme glimlachend van het veld te gaan stappen.

Tot de 88ste minuut, toen mijn held Iniesta voorzette en – jáááááá!!! — Piqué aanleiding gaf voor de heerlijk verlossende kreet die ik al sinds mijn twaalfde jaar slaak als het goede overwint.

berezu_hp
Berezoetski scoort de gelijkmaker.

Dag 4, maandag 13 juni
De sprong van Vasili Berezoetski was zo hoog, dat ik twee dagen later nog niet kan geloven dat de Rus inmiddels weer op aarde terug is. Het moet de sprong van zijn leven zijn geweest. Waar Berezoetski de inspiratie vandaan haalde was een raadsel — zijn actie groeide als de roos op de vuilnisbelt die Engeland-Rusland inmiddels was geworden. Beeldschoon in een omgeving van stank en verval. Aan de voorzet kon het ook niet liggen: meer dan een hoge, feitelijk niet zo moeilijk te verdedigen bal was het niet geweest. Toch kon je aan zijn afzet de geboorte van iets krankzinnigs al aflezen. Volmaakt van timing ging de aanvoerder van Rusland omhoog, vastberaden en atletisch, wat zijn tegenstanders compleet leek te verrassen, om de bal met een wiskundig nauwelijks te duiden precisie tegendraads in de verre hoek bij de eerste paal te koppen.

Weergaloos, meedogenloos.

Het volmaakte contrapunt bij het wangedrag van de Russische supporters in en buiten het stadion van Marseille.
Nóg zie ik de sprong voor me, terwijl ik na Berezoetski’s elastieken handeling toch al heel wat aardige voetbalacties voorbij heb zien trekken. Zelfs het zwembad van speels optimisme waar Duitsland mij gisteren anderhalf uur in liet onderdompelen kan niet verhinderen dat de kopbal van Berezoetski mijn voorlopige Moment Nummer Eén is. Ook de heerlijke goal van Luka Modric tegen Turkije, die lage volley — lepel — legt het af tegen het beeld van de ineengedoken en totaal afgeblufte verdediger Danny Rose en daarboven astronaut Berezoetski, hangend in het luchtledige, verheven boven aardse beperkingen om te doen wat voetbal zo wreed en mooi maakt: hij bezorgde Rusland in de extra tijd een onverdiend gelijkspel.

Tot dan hadden de Russen er niets van gebakken. Ze hadden tegen de bal getrapt alsof het geval een meelzak was, zo’n lome zak van twintig kilo die van een stapel dreigt te schuiven en die met een ruwe beweging met de voet terug op zijn plaats wordt geduwd. Het totale gebrek aan liefde en finesse was pijnlijk om te zien. En zoals dat soms gaat: de slechte Russen inspireerden de Engelsen tot eenzelfde soort slechtheid. Diep in de tweede helft was ook Engeland een cocktail van vergissingen en hersenloosheid geworden. Niet toevallig was het fortuinlijk op 1-0 gekomen doordat de bal uit een vrije trap van Eric Dier niet eens óver, maar gewoon lángs de amateuristisch verkeerd geplaatste muur was gesuisd.

Als Nederlander is het moeilijk te genieten van leed dat Engeland wordt aangedaan. Vasili Berezoetski slaagde er zaterdag met gemak in. Zijn actie vol schoonheid die onrecht te weeg bracht: dat is voetbal.

frankrijkroemenie_HP
Dankzij een late goal van Dimitri Payet won Frankrijk de spannende ouverture.

Dag 2, zaterdag 11 juni
Kreeg ik gelijk? Ja. Nee. De Fransen speelden zoals verwacht mocht worden met een voelbare spanning. Maar dan de Roemenen! Die bondscoach met het uiterlijk van een gewezen communistische dictator had zowaar woord gehouden. Zijn ploeg trok dapper ten strijde, liet leuke trucs zien en zorgde ervoor dat de opening een verrukkelijk potje werd. Eerlijk gezegd kan ik me een ouverture als deze, met zoveel ouderwets heen en weervoetbal, met zoveel spannende momenten voor de goals, niet herinneren.

Ondanks het aangenaam brutale spel van Roemenië warmde mijn gemoed op voor de Blauwen. Ongetwijfeld kwam dat mede doordat de Fransen niet speelden zoals hun coach dat wilde. Coaches willen samenhang, de linies dicht op elkaar als de tegenstander de bal heeft. Daar was weinig van te zien en dus kwam het aan op kijken naar individuen. Naar Paul Pogba natuurlijk, de middenvelder met de lengte van een spits of centrumverdediger, met de snelheid van een buitenspeler en het inzicht van een nummer tien. Een soort totaalvoetballer met de allure van een leider. En net als de rest van zijn team verloor hij het hoofd als het spannend werd, heel menselijk en daardoor innemend. Dankzij paniek in de Franse verdediging eindigde het bijna in 1-1. Tot die andere charmeur op noppen, rechtsbuiten Dimitri Payet, zijn hele hebben en houwen achter een schot in de linker bovenhoek legde en vlak voor tijd scoorde.

Wat een zalig stuwend en krakkemikkig team, dit Frankrijk. Daar wil ik geen minuut van missen.

ek1_hp
Het Franse elftal tijdens een trainingsessie in het Stade de France in Saint-Denis, aan de vooravond van de openingswedstrijd met Roemenië.

Dag 1, vrijdag 10 juni
Al weken, zo niet maanden trilt de datum door de Franse media als een drilboor. 10 juni. Het is inmiddels al geen datum meer, maar een begrip, een repeterende dreun om hoofdpijn van te krijgen. 10 juni, negen uur ‘s avonds, dan opent het nationale team het EK en moet het doen wat iedereen verwacht dat het zal doen. Winnen van Roemenië en dan doorstoten. Het is zo’n openingswedstrijd waarvan de spelers hopen dat-ie al voorbij is. 2-0, op naar de volgende.

Voor ons maakt dat Frankrijk-Roemenië extra interessant. Ook al wordt het vanavond voetballend niks, zoals wel vaker bij ouvertures, dan nog kan het observeren van de spanning leuk zijn. Neem Brazilië twee jaar terug. Zo volkomen doorgedraaid van de zenuwen en hysterie zullen de mannen van Didier Deschamps er niet bij staan als de Marseillaise door het Stade de France galmt. Het patriottisme onder Les Blues is begrensd.

Maar dan nog: fascinerend wordt het om te zien hoe een elftal dat er onder meer door blessures niet supergoed uitziet wel een supergoede indruk moet maken. Zonder Raphaël Varane, Lassana Diarra, Karim Benzema, Mathieu Valbuena en Mamadou Sakho ligt een lijdensweg op de loer. Op zijn Cruijffs: Frankrijk kan deze openingswedstrijd niet winnen, maar wel verliezen. Omgekeerd kan het defensief bastion Roemenië alleen maar winnen.

Alleen al daarom wordt het spannend.