Spring naar de content

Het gat voor Van der Steur was al gegraven

Minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur heeft zijn afscheid aangekondigd. Zijn positie is onhoudbaar na de zoveelste twist in de affaire rondom het bonnetje van de voormalige staatssecretaris Fred Teeven. Ondanks een felle tegenaanval was het een verloren strijd voor de VVD’er.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jessy de Cooker

Voorafgaand aan het debat was het niet de vraag óf de minister van Veiligheid en Justitie door het stof zou gaan, maar hoe diep. De tweede vraag was of er al een graf klaarlag voor de politieke carrière van de minister, sinds is gebleken dat hij als Kamerlid directief advies aan zijn voorganger Ivo Opstelten had gegeven over de politieke afhandeling van de bonnetjesaffaire.

Maffia

Al is niet alleen Van der Steur die opgediend dient te worden met een appel in zijn mond voor het Tweede Kamerdiner. “The Godfather 3,” noemde PVV-voorman Geert Wilders het hele spel tijdens het debat, waarop hij later (in de eerste vragenronde) terugkomt op de rol van premier Rutte. Het is toch gek dat Mark Rutte, die normaliter een controlfreak is, zo vergeetachtig is, zo is Wilders van mening. Zijn collega Esther Ouwehand van de Partij van de Dieren heeft haar messen voor Rutte nog scherper geslepen: “Rutte is een bedreven doofpotmanager.”

Plicht

De rel komt voor een groot deel van de Nederlandse politiek op een geweldig moment. Partijen kunnen zich in deze verkiezingstijd richting de borst van de kiezer manoeuvreren. Tegelijkertijd vragen verkiezingen om vertrouwen, zo benadrukt ChristenUnie-leider Gert Jan Segers. Met ‘dit debat gaat over politieke moraal, dit debat gaat over wat normaal is’ maakt hij een passende referentie aan de open brief van Rutte deze week. “Maar,” vindt hij, “deze kwestie had nooit zo groot hoeven worden. Als Kamerlid Van der Steur zijn plicht had gedaan, hadden wij dit debat niet hoeven hebben.”

Hij vindt hierin vooral steun bij GroenLinks-leider Jesse Klaver. “Het vertrouwen van de burger staat op het spel,” stelt hij. En: “In deze tijd van ‘alternatieve feiten’ is het beschamend dat wij als Kamer afhankelijk zijn van onderzoeksjournalisten zoals Bas Haan.”

“Ik heb alle vragen beantwoord.”

Het is voor Van der Steur het zesde functioneringsgesprek – dixit SP-leider Emile Roemer. Een bijzonder hoog aantal voor nog geen twee jaar in het kabinetspluche. Hij heeft de schijn tegen, vindt ook D66-leider Alexander Pechtold. Zelfs zijn eigen fractievoorzitter Halbe Zijlstra steunt zijn partijgenoot niet onvoorwaardelijk. Zijlstra vindt dat andere fractievoorzitters te snel waren in hun oordeel, maar ook dat er ‘serieuze aantijgingen’ zijn bijgekomen.

Strijdbaar, maar verloren

In zijn eerste serie antwoorden is Van der Steur strijdbaar. Hij stelt in de eerste zin dat ‘het dossier niet fraai is’, maar hij vindt dat hij op ‘geen enkele manier’ de Kamer wilde voorzien van foutieve informatie. Hij heeft hiervoor het boetekleed aangetrokken en daarmee basta, vindt de minister. Hij vindt ook dat hij kan aanblijven.

Amper een half uur later is het pleit beslecht. Een zichtbaar aangeslagen Van der Steur staat de Kamer opnieuw te woord; zijn das in partijkleur. “Ik heb alle vragen beantwoord,” zegt hij. “Ik zie, ik merk en ik voel dat mijn antwoorden er niet toe doen, omdat velen hun politieke oordeel allang hebben geveld. Ik wilde mezelf eerst verdedigen tegen de ongefundeerde beschuldigingen.” Hierna geeft hij aan zijn ontslag in te dienen bij de Koning, waarna hij na een stevige knuffel van Mark het strijdtoneel verlaat.

Van der Steur heeft gestreden voor wat hij kon, maar zijn graf was al gegraven. Daar heeft hij zelf aan meegewerkt door al op een gammel schip te stappen als opvolger van Opstelten, en niet in de laatste plaats door zijn eigen handelen. Het was een verloren strijd. All the way.