Spring naar de content

Nederland is dolgelukkig! 5 kanttekeningen voor de gelukszoeker

Maandag was het Nationale Geluksdag, en allemachtig, wat zijn we een potje gelukkig met z’n allen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stofte voor de gelegenheid cijfers af uit 2016. Liefst 88 procent van de ondervraagden voelde zich indertijd gelukkig. Nieuwskoppen als ‘9 op de 10 Nederlanders is gelukkig’ huppelden tengevolge zielsblij tussen de madeliefjes op de alpenheuvels van het internet.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Kevin van Vliet

EenVandaag had wat veldwerk verricht met de waarom-vraag onder de arm. Op Facebook schreef Ellen gelukkig te worden van ontluikend groen en vogels in de tuin, Jetty van ‘vrienden, familie, zonnetje, lammetjes in de wei, wijntje, etc.’. EenVandaag-presentator Rob Hadders zei het nog maar eens: wat zijn we ontzettend gelukkig in Nederland. En wie nog niet voldoende gelukkig was, werd getrakteerd op beelden van steigerende koeien die terugkeerden in de wei.

Donderdag gaf NRC Handelsblad zes tips aan werkgevers om hun personeel gelukkig te krijgen. Eén daarvan is het doodeenvoudige, haast Shaffyiaanse ‘Lach en maak plezier’. De krant sprak Marjolijne, werkzaam bij een adviesbureau dat is uitgeroepen tot Best Workplace 2017. De sfeer op de werkvloer is ‘helemaal top’ en als gedeeltelijke verklaring geeft Marjolijne de tweewekelijkse werkbijeenkomst die dansend in de kroeg eindigt. “We hebben ook doldwaze discodagen. Dan doen we iets terug voor de maatschappij, zoals huizen opknappen. Daar gaan we dan heen in een discobus.”

RTL Nieuws legt in een filmpje uit hoe dat werkt, geluk. Lang verhaal kort: ‘een chemische reactie in je hoofd.’ Er razen in de video wat geanimeerde hormonen voorbij, zoals serotonine (‘het stemmingshormoon’), dopamine (‘het plezierhormoon’), oxytocine (‘het knuffelhormoon’) en fenylethylamine (‘Het verliefdheidshormoon. Het zit ook in kaas, chocolade en wijn.’).

Geluk zit ‘m in de kleine dingen, getuigt bovenstaande, maar wie geluk reduceert tot een glas Chardonnay, een omhelzing en een bibberend lammetje in de lentezon, dreigt uit de bocht te vliegen. In zijn populairwetenschappelijke boek Op naar geluk ontleedt Ap Dijksterhuis, hoogleraar aan de Radboud Universiteit, het abstracte begrip geluk, en behoedt hij gelukszoekers voor een aantal valkuilen.

1. Verwar geluk niet met genot

Geluk, schrijft Dijksterhuis, werkt op de lange termijn. Een toestand van tevredenheid, gemoedsrust en blijheid. Genot daarentegen is een kortetermijnstaat. Van genot kun je volraken: een bioscoopfilm waar geen einde aan komt, je maag die begint te protesteren na gang vijf, een vakantie waarin verveling en irritatie toeslaan. De Franse romancier Jules-Amédée Barbey d’Aurevilly formuleerde het poëtischer: ‘Het genot is het geluk der dwazen. Het geluk is het genot der wijzen.’

2. Geluk is subjectief

‘Kunt u op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate u zichzelf een gelukkig mens vindt?’ vroeg het CBS de ondervraagden. Eén is hierbij ‘zeer ongelukkig’ en tien ‘zeer gelukkig’. Wat een geënquêteerde hier precies verstaat onder geluk is persoonlijk, een subjectieve opname. Hoe een volgende geënquêteerde geluk definieert, kan hier zomaar eens mijlenver vandaan liggen.
Over verschillen van gelukservaring verscheen in 1998 een belangwekkend onderzoek van David Schkade en Daniel Kahneman. In Does Living in California Make People Happy? A Focusing Illusion in Judgments of Life Satisfaction werd inwoners van de zonnige staat Californië en het grauwe Michigan gevraagd waar de bewoners gelukkiger waren. Eensgezind antwoordden ze: Californië. Hoe gelukkig zij zelf waren? In beide staten was het gemiddelde een 8.

3. Een beetje geld maakt een beetje gelukkig

In EenVandaag beweerde psycholoog Michiel Hobbelt maandag dat geluk nauwelijks toeneemt bij de toename van inkomen. In Op weg naar geluk haalt Dijksterhuis een onderzoek aan onder solliciterende afgestudeerden. Eén groep, de satisfiers, was tevreden met een aantal vooraf opgestelde wensen, de andere groep, de maximizers, ging het onderste uit de kan halen. Na afloop van een intensieve zoektocht verdienden deze maximizers gemiddeld 44.500 dollar per jaar, en de satisfiers gemiddeld 37.100 dollar, al ervoeren zij 0,6 punten meer geluk dan de ambitieuzen.
Geld stinkt niet, schrijft Dijksterhuis, maar hij waarschuwt voor materialisme. (‘Wijn is niet slecht, alcoholisme wel.’) Geld, met andere woorden, als garantie voor een fatsoenlijk bestaan, maakt een beetje gelukkig.

4. De postcodekanjer

Een verlamming brengt ongeluk en winst in de loterij maakt gelukkig. Toch? De psychologen Philip Brickman en Dan Coates spraken deze opvatting tegen met hun onderzoek ‘Lottery Winners and Accident Victims: Is Happiness Relative?’. Slachtoffers van een ongeluk bleken uit die cijfers hun vroegere geluk te idealiseren en hun toekomstige geluk hoog in te schatten. Loterijwinnaars waren al met al even gelukkig als ondervraagden in een controlegroep. Conclusie: we kunnen onze verwachtingen makkelijk bijstellen, en omstandigheden spelen daarbij geen dominante rol.

5. Geluk trekt aan

Uitgeverij: Prometheus

Het CBS schreef maandag: ‘Ook het hebben van een relatie gaat samen met de mate van geluksgevoelens. Van de Nederlandse volwassenen met een partner voelt 92 procent zich gelukkig, van degenen zonder partner 79 procent.’
Hier kan volgens Dijksterhuis een causaal verband gemakkelijk worden verward met correlatie. Zo zijn gehuwde mensen gelukkiger volgens onderzoek, maar niet omdat ze gehuwd zijn. Gelukkige mensen trekken partners aan, beweert Dijksterhuis.

Plato schijnt ooit te hebben gezegd: ‘Geluk kan niet standhouden op de plek waar men alleen maar wordt en nooit is.’ Pluk de dag, met andere woorden. Of, zoals Gerard Reve ooit schreef: ‘Ruk ‘m er met wortel en tak uit.’ (En lees dat boek van Ap Dijksterhuis!)

Onderwerpen