Spring naar de content
bron: Stef Nagel

Stine Jensen: ‘In mijn wraakdromen komen vaak messen en bijlen voor’

Stine Jensen (1972), is filosoof, publiciste en deelnemer aan het populaire televisieprogramma Wie is de Mol?. Wie is deze Deens-Nederlandse en heeft ze het ‘mol-gen’ in zich?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Robbert van Rijswijk

Reden voor HP/De Tijd om haar te onderwerpen aan een ‘zelfportret’: een serie klassieke vragen, gebaseerd op de vermaarde questionnaire van Marcel Proust.

Wat is uw huidige gemoedstoestand?
“Ik heb een lege maand en dat vind ik heerlijk. Dan kan ik een beetje rondbanjeren in mijn joggingpak, schrijven en naar het bos.”

Wie zijn uw helden?
“Ik bewonder vrouwen die de moed hebben om zich uit te spreken tegen heersende gewoonten, normen en waarden in. Daarmee durven zij risico’s te lopen. Zoals de vrouwen die naar buiten traden met de #metoo.”

Aan wie ergert u zich?
“Ik erger me aan mensen die zich moreel superieur wanen, die menen te weten hoe de wereld in elkaar steekt.” Lachend: “Ik kan hele lijsten met mensen noemen.”

‘We voelen allebei snel aan dat een gesprek niet lekker loopt…’

Lijkt u op uw vader?
“Ja. Ik heb ook een neiging om conflicten te vermijden. Diplomatiek, zou je het wat vriendelijker kunnen noemen.”

Lijkt u op uw moeder?
“Ik lijk in mijn gevoeligheid op haar. We voelen allebei snel een sfeer aan. Bijvoorbeeld dat een gesprek niet lekker loopt…”

Wie is de Mol?
Beeld:

Wat zijn uw dagdromen?
“Die gaan altijd over dat ik ergens aan zee woon, bij de duinen, zodat ik elke dag naar buiten kan om te wandelen. Ik denk dat de natuur ruimte symboliseert; ruimte om je heen, in je hoofd, in je lijf.

“In dagdromen schep je een beeld van wat jou zou kunnen repareren of helen. De Britse filosoof Alain de Botton zegt dat hij in zijn huis schilderijen ophangt van een zwembad of een rustig landschap. Die helpen hem herinneren aan zijn ideale persoonlijkheid en de benodigde correcties op zijn eigen neurotische karakter.

“Dromen zijn vrij, je mag dromen wat je wilt. Maar als je iets te graag wilt, dan wordt de droom een teleurstelling als je hem niet bereikt. Dan wordt de verbeelding wanhoop. Het gat tussen ideaal en werkelijkheid kan in onze maakbare samenleving best een probleem zijn, denk ik. Dat er zoveel keuzes en mogelijkheden zijn (om over te dromen, red.), dat je niet meer accepteert wat is.

“Denk aan Madame Bovary (hoofdpersonage in de gelijknamige roman van de Franse auteur Gustave Flaubert, 1856, red.). Zij leest allemaal damesromannetjes, omdat ze een beter leven wil. Uiteindelijk pleegt zij zelfmoord, omdat het betere leven maar niet kwam. Zo groot bleek de afstand tussen droom en werkelijkheid.”

‘Op de momenten dat ik mezelf aantrekkelijk vind, denk ik ook dat ik heel aantrekkelijk ben.’

Wat is uw grootste angst?
“De dood. Maar dat antwoord zal je vaker hebben gehad. Ik ben ook heel bang om mijn dochter niet te kunnen beschermen tegen leed — van liefdesverdriet tot ziekte. Ik weet dat ze het allemaal moet en zal meemaken, maar eigenlijk wil ik haar bepaalde vormen toch besparen.”

Bidt u weleens?
Nee. Ik mediteer wel dagelijks. Als bidden een soort meditatieve ruimte is waarin je nadenkt over je relaties of ruimte schept. Dan wel.”

De tekst gaat hieronder verder.

Heeft u ooit een mystieke ervaring gehad?
“Een paar dagen nadat mijn eerste vriendje overleed, zat hij plotseling op mijn bagagedrager achter op mijn fiets. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Later las ik ergens dat zo’n ervaring vaker voorkomt in het rouwproces. De ervaring blijft zo bijzonder. Ik vond dat heel fijn. Inmiddels is dat moment alweer meer dan tien jaar geleden.”

‘Geluk bestaat voor mij uit rituelen; de herhaling van het leven, de terugkeer.’

Bent u aantrekkelijk?
“Op de momenten dat ik mezelf aantrekkelijk vind, denk ik ook dat ik heel aantrekkelijk ben. Dat zijn heel fijne momenten. Mensen die zelfvertrouwen hebben, zich fijn bewegen, een zekere autonomie uitstralen, dat is heel aantrekkelijk, denk ik. Jezelf aantrekkelijk vinden, is heel cruciaal voor het aantrekkelijk zijn. Op die dagen heb ik ook het gevoel dat er meer lukt.

“Maar er zijn ook dagen dat ik me totaal niet aantrekkelijk voel. Dan is misschien het omgekeerde wel waar.”

Bent u monogaam?
“Ik heb nooit relaties met meerdere mensen tegelijk gewild, maar ik ga alweer 46 jaar mee en heb wel dingen meegemaakt. Vreemdgaan is wel voorgekomen. Dus, ja, in principe, als de relatie goed is, ben ik monogaam. Het is mijn wens en commitment.”

‘Echte ontspanning is ruimte in jezelf en je lichaam.’

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?
“Een week geleden. Dat was van opluchting. Ik had de beslissing genomen om mijn dochter over te plaatsen naar een andere school. Daar was ik zo opgelucht over dat ik helemaal ontlaadde.”

Beeld:

Wat is uw definitie van geluk?
“Ik heb voor mijn boek Feestje in mijn hoofd aan kinderen gevraagd wat geluk is. Geluk is niet zo ingewikkeld bij die kinderen, dat was heel fijn. Het komt vaak neer op spelen of consumeren. Een grote taart eten, bijvoorbeeld. Terwijl het voor ons een hele queeste lijkt te zijn geworden.

“Voor mij bestaat geluk uit rituelen; de herhaling van het leven, de terugkeer. De wandelingen met mijn zus, als mijn dochter vrolijk is of zingt op de fiets.

“Wat ik ook een heel mooi beeld vind, is er een van de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau, een best ongelukkige man. Hij dobbert in een bootje op een Zwitsers meer, alleen. En hij is op dat moment heel gelukkig, omdat zijn ziel niet verlangt naar een andere toestand (deze beschrijving is te vinden in Rousseau’s Overpeinzingen van een eenzame wandelaar, 1776-78, red.). Zo vervuld van de natuur, dat herken ik wel. Bij mij zijn er dan wel altijd andere mensen in dat bootje. Mijn dochter, vriend of zus.”

Waar schaamt u zich voor?
“Mijn gedachten kunnen soms enorm wraakzuchtig zijn. Niet bepaald beschaafd, eerder plat en banaal. Er komen vaak messen en bijlen aan te pas. Ze zijn vrij kortstondig, maar wel heuse mini-thrillers. Gedachten zijn vrij, hè.

“Ook tijdens Wie is de Mol? heb ik die wraakdromen weleens gehad, want sommigen waren wel zo bloedfanatiek.”

Hoe moedig bent u?
“Ik kan wel moedig zijn. Ik las een citaat van Eberhard van der Laan waarin hij zei: ‘Moed is niet de afwezigheid van angst, maar het overwinnen van de angst.’ Ondanks dat ik conflicten vermijd, heb ik veel angsten overwonnen en ben ik veel confrontaties aangegaan. Uiteindelijk ben ik wel een vechter.”

Van wie heeft u het meest geleerd?
“Er zijn zoveel leermeesters. In de yoga zeggen ze wel eens dat je vijf leermeesters hebt in het leven. Eerst je moeder, dan je vader. Daarna je familieleden en dan je vrienden en omgeving. Tot slot, als je geluk hebt, heb je ook een spirituele leermeester. Een yoga-leraar heeft mij heel veel geleerd door te zeggen: ‘Stine, je bent een meester in het zoeken van afleiding.’ Zo had ik nog nooit tegen mijn leven aangekeken. Maar hij had wel gelijk, ik ging van boek naar Netflix, naar wandeling, naar yoga, enzovoort. Altijd maar afleiding. En ik weet niet eens waarvan.”

‘Ik vergeet wel eens een praatje met iemand te maken als ik aan het werk ben.’

Welke eigenschap waardeert u in een man?
“De bereidheid om zijn kracht in te zetten om anderen te helpen. Variërend van een galant gebaar, zoals een jas om iemand heenslaan die het koud heeft, tot een duwtje in de rug op de fiets. De bereidheid om zich op te offeren.”

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?
“Ik heb een enorme efficiëntiedrang. Daar wil ik van af. Ik vergeet wel eens een praatje met iemand te maken als ik aan het werk ben. Terwijl, ik wel heel goed ben ik afleiding zoeken.” Lachend: “Dat is een enorme paradox, hè. Grappig.”

Hoe ontspant u zich?
“Echte ontspanning is ruimte in jezelf en je lichaam, heb ik ontdekt. Dat gevoel is heel zeldzaam. Ik kan daar voor gaan zitten, maar ik kan het zeker niet afdwingen. Ik ben het ook niet vaak.”

Van wie houdt u het meest?
“Mijn dochter.”

‘Tijdens mijn studententijd werd een vriend van mij heel erg ziek. Hij had MS. Ik ben niet langs geweest.’

Gelooft u in God?
“Nee, ook nooit gedaan.”

Waaraan bent u het meest gehecht?
“In mijn huis heb ik een plek waar al mijn boeken staan. Het is een plek voor mezelf, een weerspiegeling van mijn leven.”

Welk leed heeft u anderen berokkend?
“Tijdens mijn studententijd werd een vriend van mij heel erg ziek. Hij had MS. Ik ben niet langs geweest. Ik had er moeten zijn, maar ik was er niet. En het erge is dat er haast niemand langs is geweest.”

De tekst gaat hieronder verder.

Wat beschouwt u als uw grootste mislukking?
“Iedere mislukte liefdesrelatie. Dat voelt altijd als een persoonlijk falen. Ik geloof in maakbaarheid en dacht daarom vaak ‘als iemand nou een keer over z’n hart had gestreken’. Het was altijd zo’n gemopper van twee mensen. Daar heb ik me altijd verantwoordelijk voor gevoeld.”

‘Het is zo belangrijk dat kinderen al bezig zijn met dit soort vragen.’

Wanneer was u het gelukkigst?
“Toen ik zwanger was. Ik woonde helemaal in mijn lijf. Ik moest al huilen als ik Herman van Veen of Marco Borsato hoorde. Er zat geen rem op mijn emoties. Dat vond ik zo fijn.”

Wat is de beste plek om te wonen?
“Ik denk aan de plek uit mijn dagdromen. Een natuurrijke, prikkelvrije omgeving. Maar misschien zal ik daar toch die bioscoop missen. Dus dan moet dat toch maar een buitenhuis zijn. Amsterdam is ook wel een goede plek om te wonen. Maar zeker niet de beste. Na mijn ongeluk ben ik anders naar de stad gaan kijken. Het verkeer is te druk. Maar vooralsnog ben ik niet van plan er te vertrekken.”

Hoe is ongeluk te vermijden?
“Ongeluk is niet te vermijden, het zal er altijd zijn. Maar je kunt je wel oefenen in het omgaan met ongeluk. Er zijn therapeuten en coaches, er is zoveel wat je kan helpen. Wat dat betreft leven we in een heel goede tijd. In ieder geval moet je proberen je bewust te worden van de gevolgen van drie C’s die tot ongeluk leiden: compete, control en compare (competitie, controle en vergelijken, red.). En vier andere C’s verbeteren: communication, care, commitment en community (communicatie, zorg, toewijding en gemeenschap, red.). Deze helpen je ruimte creëren tussen je impulsen en handelingen.

“Het is zo belangrijk dat kinderen al bezig zijn met dit soort vragen. Filosofie helpt bij dergelijke grote vragen. En zeker in deze tijd van grote problemen, kunnen we bijna niet meer om de filosofie heen. We moeten deze vragen blijven stellen aan onszelf.”

Wat is uw devies?
“Durven is even je evenwicht verliezen, niet durven is jezelf verliezen. Dat is een citaat Sören Kierkegaard, een Deense filosoof. In het Deens staat er eigenlijk ‘wagen’ in plaats van ‘durven’. Dat vind ik nog mooier.”

Stine Jensen is — zolang ze in de competitie blijft — iedere zaterdagavond om 20.25 uur te zien in Wie is de Mol? op NPO1.