Spring naar de content

Heel de hippe wereld loopt weg met ‘Lagom’. Wij doen het al jaren

Alexandra Besuijen neemt op deze website wekelijks de wereld voor mode en trends kritisch onder de loep. Deze week: nieuwe levensfilosofieën uit het hoge noorden en een initiatief dat foodbloggers boos maakt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Alexandra Besuijen

Gezelligheid troef

Vorig jaar hadden we opeens hygge, de hippe hype uit Denemarken die niet alleen de Nederlandse gezelligheid omvatte, maar zelfs een hele levensstijl. Althans volgens de auteurs van diverse, vooral in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten zeer populaire boeken.

Kaarsen, haardvuren en warme sokken, daar komt het zo’n beetje op neer. En warme drankjes in van die veel te grote mokken.

Maar goed, een hype heeft natuurlijk maar een beperkte houdbaarheid, dus inmiddels is er weer een nieuwe Scandinavische filosofie waarmee we het leven van alledag aan kunnen: het Zweedse Lagom. Dat valt ruwweg te vertalen als niet te veel, niet te weinig, maar net genoeg.

Dat geldt zowel voor je huis, waar je dingen weg moet doen die je niet gebruikt en ruimte moet creëren voor voorwerpen met esthetische of sentimentele waarde. Niet te verwarren met de Swedish Death Cleaning overigens, dat veel spannender klinkt dan het is en waarover ik elders al eens schreef.

Journaliste en blogster Nikki Brantmark ontdekte het verschijnsel toen zij dertien jaar geleden van Londen naar het Zweedse platteland verhuisde. Daar ging alles in een heel ander, trager en plezieriger tempo. Lagom is geen leeg begrip, maar een way of life. Zij schreef er, uiteraard, een boek over.

Het gaat om de balans en ook van toepassing op je werk, volgens de Lagom-filosofie. Je moet niet non-stop van negen tot vijf werken, maar zo nu en dan even moet disconnecten. Duh-huh. Bij ons noemen ze dat gewoon een lunchpauze. Maar goed, steek het in een nieuw jasje, geef het een andere naam en je hebt je hype.

En de volgende levensfilosofie staat alweer in de startblokken: còsagach uit Schotland. Dat is een oude Keltische term voor het gevoel dat je krijgt als je lekker in je blokhut voor de open haard zit, met een dikke deken, terwijl buiten de storm raast. Verschilt eigenlijk in niks van hygge behalve dat je er lekker een grote roodharige Schot in een kilt bij kunt fantaseren. Maar dat kan ook aan mij liggen.

Hoe dan ook, ons Nederlanders hoeft natuurlijk niemand iets te leren over gezelligheid in de koude wintertijden. Ook wij hebben waxinelichtjes, sokken en mokken met warme chocolademelk. En niet te vergeten het superdikke gebreide dekentje, dé woontrend van deze winter en hopelijk nog vele winters nadien. Voor veel geld te koop, voor iets minder veel geld zelf te maken. Met een bol xxxl wol van tien kilo kun je je hele familie voorzien en als breien met bezemstelen of pvc-pijp te zwaar is, kan het ook heel goed (en snel!) plat op tafel. Juf Sas legt het uit.

De tekst gaat hieronder verder. 

Beeld:

Lekker kippetje

Echt, ik ben een groot fan van Gordon Ramsay, of in elk geval zijn tv-programma waarin hij hartgrondig vloekend noodlijdende restaurants een make-over geeft. Hij is een lekkere grote brombeer, met wie ik best een beschuitje zou willen eten. En Jamie Oliver, die wereldberoemd is, maar toch zo’n lekkere gewone jongen is gebleven, die het liefst alles met zijn handen door elkaar husselt. Fijn om naar te kijken.

Maar mama mia! Ze krijgen wel een beetje concurrentie te verduren van Franco Noriega uit Peru, de eigenaar van een Peruviaans restaurant in New York met een eigen YouTubekanaal, Franco Cooks.

Volgens Noriega kookt men in Peru al duizenden jaar zeer gezond en die gezonde eetstijl promoot hij bij voorkeur gekleed in slechts een herenslip. Kooktechnisch heeft dat niet echt een toegevoegde waarde, maar ach, het maakt de bereiding van humus of een gebraden kippetje opeens wel een stuk interessanter. En dat je geen Spaans verstaat, is eigenlijk ook niet zo heel erg…?

Beeld:

Zonder pakjes

Er komt stoom uit de oren van de foodbloggers van Nederland: Honig laat een gezin met jonge kinderen namelijk een jaar lang elke dag uit pakjes eten. Dat kán niet gezond wezen, want die pakjes zitten volgens de voedselevangelisten vol zout, suiker en bovenal: e-nummers.  Nou ben ik niet zo fervent tegen e-nummers, want een heleboel zijn natuurlijke stoffen en niet ‘chemisch’ zoals de tegenstanders het graag noemen. Maar een jaar lang uit pakjes koken? Ik moet er toch niet aan denken en zie echt het nut niet van een zakje ‘mix voor boerenomelet’ waarbij je zelf voor de eieren en de groente moet zorgen. Dat is geldklopperij en het voegt absoluut niks toe qua smaak.

Koken is zeker mijn passie niet, maar als ik dan eens iets maak, flans ik het liever zelf from scratch in elkaar.

De campagne van de voedselgigant is, zeggen ze zelf, bedoeld om de Nederlanders te helpen ‘meer tijd met elkaar aan tafel door te brengen’. Yeah right. Dat kan natuurlijk niet zonder pakjes, want anders sta je als toch al drukbezette jonge ouder veel te lang in de keuken en dat gaat allemaal van je pure tafeltijd af blijkbaar. Pfff.

Foodblogster Karin van karinkookt.nl pikt het niet en is een tegenoffensief begonnen: op haar Facebookpagina 365 dagen zonder pakjes vind je elke dag recepten voor simpele, smakelijke maaltijden. Wissel dat zo nu en dan eens af met Franco hierboven en/of een lekkere pizza en dan is dat best te doen.

Onderwerpen