Spring naar de content
bron: The New York Times

Kijk toch maar voorzichtig naar die nare foto

Wekelijks schrijft Joke de Wolf op zaterdag een column over kunst. Deze week: de foto van de verdronken vader en zijn dochtertje.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Joke de Wolf

Een foto van een dood kind is een plotselinge stomp in je maag. Kinderen mogen en horen niet dood. De foto jengelt: had jij, volwassene, ervaren in het menszijn, niet beter kunnen opletten? Je weet toch dat kinderen niet voor zichzelf kunnen zorgen, dat gevaren nog niet kunnen inschattten? Waar wás je?

De foto van het 23 maanden oude meisje en haar vader, met hun gezicht naar beneden en gearmd aangespoeld in de bedding van de Mexicaans-Amerikaanse grensrivier Rio Grande waarmee ze Amerika probeerden te bereiken, had nooit gemaakt moeten kunnen worden. En dus ook niet op de voorpagina van de New York Times moeten staan, afgelopen woensdag. Maar shit happens, dit is vieze shit en nu zit die onder onze neus.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Bij mij begon het stinken in mijn mailbox, met een bericht van Stichting Vluchteling. Eerst beschreef de stichting de foto van ‘een jonge vader en zijn dochtertje die op hun zoektocht naar veiligheid en een betere toekomst zijn verdronken in de Rio Grande grensrivier tussen Mexico en de Verenigde Staten’, om vervolgens te zeggen dat ze hem niet gingen publiceren; directeur Tineke Ceelen vind het ‘ten hemel schreiend dat terwijl er elke dag mensen tijdens hun vlucht om het leven komen, deze foto’s nodig zijn om een beeld te kunnen schetsen van het drama van miljoenen mensen op de vlucht’.

Een wonderlijke meta-verklaring: ze zegt niet dat het erg is dat kinderen en ouders rivieren overzwemmen omdat de bureaucratie hun ouders tot wanhoop drijft, ze vindt het niet erg dat er persbureau’s zijn die dergelijke foto’s rondsturen, het erge is dat bepaalde foto’s mensen kunnen doen begrijpen dat er wat aan de hand is en dan pas in actie komen. Dat we door de foto begrijpen dat er iets ergs gebeurt. Fotografie, over het algemeen best een handige uitvinding, stoort Ceelen dus. Mij stoort Ceelens minachting voor het beeld.

Het beschrijven van de foto voelt al als een ongewenste intimiteit.

Ik wist nog niets van die schokkende foto want sinds ze gestopt zijn met schokkende cartoons lees ik de New York Times niet meer. Deze foto was inderdaad online te vinden, en donderdag stond het beeld, soms net vanuit een andere hoek, ook in enkele  Nederlandse kranten. Vader Óscar Alberto Martínez Ramírez uit El Salvador ligt voorover in het ondiepe water. Hij draagt een korte broek, zijn blote voeten steken boven water. Dochter Valeria, 23 maanden oud, ligt ernaast, ook voorover, ze draagt een rood broekje, een luier er nog onder, en heeft schoentjes aan. Haar arm klemt ze stevig om de nek van haar vader. Niet loslaten. De vader heeft zijn T-shirt over zijn dochtertje getrokken, ze zat op zijn blote rug. Hij zou ermee willen voorkomen dat ze elkaar kwijt zouden raken in de sterke stroming. Al is het hen niet gelukt naar de overkant te zwemmen, liet ze niet los. Hun enige geluk nu is dat ze naast elkaar zijn aangespoeld. Ze waren niet alleen toen ze stierven. Hun hoofden liggen naast elkaar, haar benen komen net tot aan zijn heup.

Het beschrijven van de foto voelt al als een ongewenste intimiteit. Compositie en kleurgebruik noem je bij kunstwerken, van van tevoren bedachte verbeeldingen, niet bij een foto van een verdronken baby en haar vader. Compositie en kleuren zijn wél belangrijk voor de manier waarop je het beeld ziet, ervaart, dus ook welke emotie je erbij krijgt. Beter kijken is beter begrijpen. Ik zie een rood broekje en denk meteen aan de foto van Alan Kurdi, die inderdaad een rood truitje aanhad. Er drijven blauwe blikjes in het water rondom de twee, precies het blauw uit het elastiek van zijn boxershort.

Dergelijke foto’s kan je niet ontkennen, niet nu nog verbergen. Net als bij de foto van Alan Kurdi in 2015 een omslag veroorzaakte in de manier waarop er over de vluchtelingen vanuit Syrië en verder naar Europa werd gedacht, mist deze foto zijn uitwerking niet. De New York Times, die nu wél in schokkende beelden gelooft, speelt er zelfs op in. ‘Speak up. Donate. Educate yourself. Vote.’ stond er in het redactioneel van de krant met de foto. De eerste maatregelen om vluchtelingenkinderen te beschermen zijn inmiddels aangenomen.

Ceelen zegt vrijdag in De Volkskrant zelfs spijt te hebben van het gebruik van de foto van Kurdi in 2015, omdat het ‘een grens over ging’. Maar je kunt dit soort foto’s simpelweg niet ontkennen, ze doen net als teksten, politici en activisten mee aan het debat. Ze komen terecht in ons collectieve geheugen, illustreren in ons hoofd en in de geschiedenisboeken de vaak abstracte oorlogen en andere conflicten. Al blijft tekst absoluut noodzakelijk, beeld veroorzaakt sneller emoties, het kan verleidelijk, verhelderend of schokkend zijn. Historischilders legden eeuwenlang de belangrijkste gebeurtenissen vast om naties bij elkaar te houden, schoolplaten in klaslokalen zorgden voor een gunstig beeld van de vaderlandse geschiedenis in de hoofden van de kinderen. Sinds de fotografie, en al helemaal sinds we die foto’s zo snel wereldwijd kunnen delen, gaan die verhalen bewust of onbewust ook over onbekende slachtoffers. Zien we beelden die we niet willen zien, van brandende woontorens en doodsbange echte mensen – nog los van de vloedgolf zinloos geweld op tv, series en films. Vreemd genoeg is de kennis over die foto’s, en over het effect van die foto’s, nihil.

Dat er vaak mensen op die foto’s staan, is niet meer dan logisch, daar gaat het in die conflicten meestal over. Wat minder logisch is voor de fotograaf, is die mensen toestemming te vragen voor het maken en gebruiken van die foto. Of, in het geval van deze foto, en van die van bijvoorbeeld de foto’s van de onherkenbare doden in Auschwitz, die laatst werden afgeplakt in het Holocaustmuseum, overleggen met nabestaanden of belangenorganisaties (die daar in dat laatste geval trouwens geen bezwaar tegen hadden).

De foto wordt een Vrijheidsbeeld, een reddende Jezus, een Maria.

Bij sommige foto’s weet je dat het onderwerp gevoelig ligt, denk bijvoorbeeld aan de foto’s van Souvid Datta, die in 2014 foto’s in een bordeel maakte van een Indiaas 16-jarig kind dat tegen betaling seks had met een volwassen man. Het meisje was herkenbaar met haar gezicht in beeld, de man niet. Het meisje was minderjarig en er was geen ouder gevraagd om toestemming voor het maken van de foto, al helemaal niet voor het gebruik in 2017 van de foto in een fotowedstrijd, waarbij de foto online en op Facebook verscheen. Niet om het kindermisbruik tegen te gaan maar als reclame voor de fotowedstrijd. Dat schoot sommigen in het verkeerde keelgat, Datta trok zijn inzending terug.

Het lastige bij de foto’s in de World Press Photo-wedstrijd is dat het onderwerp, de gebeurtenis, naar de achtergrond verdwijnt, en de fotograaf naar voren stapt, het beeld vervolgens op een poster komt als symbool voor een andere strijd – die van de beste fotograaf of die van een politieke inhoud.

De nieuwsberichtfunctie verdwijnt, je hoeft de foto niet meer toe te lichten, zo lijkt het. De foto wordt een Vrijheidsbeeld, een reddende Jezus, een Maria. Maar anders dan dergelijke bedachte symbolen zit er achter de figuren op de slachtofferfoto’s een persoon met een leven dat misschien helemaal niets met de misstand te maken heeft. Wíl de persoon als hij of zij het overleeft geen symbool worden, heeft de familie van de overledene geen zin in cameraploegen in huis. Die verantwoordelijkheid ligt dus bij de nieuwsmedia en de fotografen.

Ik keek naar een filmpje van de Washington Post waarin de oma van de verdronken Valeria huilt om haar verlies. Ik zie een foto van een blije baby met een knalroze band om haar hoofd met een bloem erop. De rouwende grootmoeder in haar verdriet bekijken voelt indringerig, het zien van de trotse vader met zijn dochtertje een troost. 

De heftige foto’s zoals die van Alan en Valeria bestaan. Ze werken soms als zwaard in een strijd die anders zou ondersneeuwen bij gebrek aan tastbare personages. Er is een kind gestorven, nog geen twee jaar oud, en er sterven er helaas veel meer, overal ter wereld, op de vlucht. Ik wist het, iedereen weet het, nu is er een beeld bij. Een naar beeld, waar je voorzichtig mee moet zijn, maar verberg het niet. Daar is het helaas veel te krachtig voor.

Onderwerpen