Spring naar de content
bron: anp

Herman Finkers: ‘Ik geloof omdat het absurd is’

Herman Finkers (65) speelt, samen met Johanna ter Steege, de hoofdrol in de door hem zelf geschreven film De beentjes van Sint-Hildegard. Welke schrijvers, cabaretiers en filmmakers inspireren hem?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Nick Muller
Herinneringen, dromen, gedachten
C.G. Jung

BOEKEN
“Ik lees altijd verschillende boeken door elkaar. Ik ben al een hele poos bezig in Herinneringen, dromen, gedachten, de autobiografie van Carl Gustav Jung. Daar lees ik steeds een klein stukje in en dan leg ik het weer weg. Als je het te snel achter elkaar leest, dan landt het niet. Het interessante aan dit boek vind ik dat hij niet zijn feitelijke leven beschrijft, maar de ontwikkeling van zijn dromen en gedachten. Hij zet een parallelle werkelijkheid naast de kenbare werkelijkheid. Gerard Reve – een van de schrijvers van wie ik bijna alles heb gelezen – doet dat ook in De avonden. Waar gaat dat boek over? Leg dat maar eens uit. Het gaat over een jongen die nog bij zijn ouders woont en in de laatste dagen van het jaar elke avond de deur uit gaat. Moeder maakt de kachel aan, vader valt in slaap en dat is het eigenlijk. Er gebeurt helemaal niets, maar ondertussen gaan de gedachten van die jongen wel door. Gerard Reve lijkt qua stijl op zijn zestienhonderd jaar oudere mede-katholiek Augustinus. Ik lees op dit moment ook zijn Over de stad Gods. In eveneens zeer geconstrueerde zinnen beschrijft hij niet zozeer feitelijke gebeurtenissen, maar juist de gedachtenontwikkeling die hij bij die feitelijke gebeurtenissen doormaakte.

De Avonden
Gerard Reve

Moeder en zoon is het eerste boek dat ik las van Reve. Hij beschrijft daarin heel mooi hoe hij als ‘een man met toch een behoorlijke dosis ontwikkeling, intelligentie en gezond verstand’ lid is geworden van de Rooms-Katholieke Kerk. Soms pak ik gewoon een boek van hem uit de kast en begin te lezen. Op de een of andere manier spreekt zijn stijl me heel erg aan. Elke keer als het te plechtig dreigt te worden, doet hij weer iets waardoor hij alles relativeert. Hij schrijft dan bijvoorbeeld: ‘Als niets meer zijn zal, zal nog de Liefde zijn, want de Liefde, en God, dat zijn twee woorden voor een en hetzelfde, onderling vervangbaar, en identiek. Als je het opschrijft, staat het meteen op papier ook.’ Dat laatste zinnetje vind ik zo goed. Ik heb me voorgenomen om nu, op m’n oude dag, te proberen nog zoveel mogelijk van de boeken die je eigenlijk wel gelezen móet hebben, ook daadwerkelijk te lezen. Zoals Don Quichot van La Mancha, vanCervantes. En zo kwam ik er ook tot m’n verbazing achter dat ik nog nooit het dagboek van Anne Frank had gelezen. Dat kan natuurlijk niet. Dus dat heb ik alsnog gelezen en ik was onder de indruk; ze kon écht heel erg goed schrijven. En dat op zo’n jonge leeftijd.”

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap