Spring naar de content

De maakbare staat van Rutte: dystopisch, doodziek en vol bange en moedeloze burgers. Emigreer nu het nog kan!

‘Na het lezen van De Maakbare Mens van Bina Ayar, dacht ik: wat is Nederland toch razendsnel gedegenereerd tot een van de engste landjes van Europa’, schrijft Arthur van Amerongen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arthur van Amerongen

Na het lezen van De Maakbare Mens van Bina Ayar, dacht ik: wat is Nederland toch razendsnel gedegenereerd tot een van de engste landjes van Europa. Alle gruwelijkheden die mijn tragische moederland onleefbaar maken, komen aan de orde in de spookachtige pageturner van Ayar (historicus, journalist en gespecialiseerd in geschiedenis, gezondheid en (tijds)geest): de digitale dystopie, het creëren van angstvirussen en het in stand houden daarvan, continue beïnvloeding door drogredenen en dooddoeners, de dogmatische digitalisering, de maakbare natuur en de woeste bomenkap, de dubbele diversiteitsmoraal, het betuttelracisme, de dubbele schoonheidsmoraal, het eenvormige politieke landschap, de hokjesgeest, de totalitaire trekjes van de technocratie en last but not least: de cancelcultuur. 

Of het nu gaat om gezondheid, veiligheid of meningen: alles moet meetbaar en maakbaar zijn in Nederland.

De instabiele factor in deze maakbare samenleving van de Bende van Rutte is de mens. Daarom wordt voortdurend aan Nederland gesleuteld: aan zijn gevoelens, gedachten en gedrag. Niet geheel toevallig valt de tijdlijn van het verval van Nederland nauw samen met de diverse kabinetten van Rutte. Je zou ook kunnen zeggen: Rutte maakt gewoon handig gebruik van het slappe Nederlandse volk, en drukt zijn agenda (wat die ook precies moge wezen) vrolijk door. Protesten zijn er nauwelijks of te slap en te symbolisch. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

De Wet Toekomst Pensioenen was een hamerstukje in de Eerste Kamer, op Twitter murmureerde en knarsetandde het stemvee even en ging vervolgens over tot de waan van de dag: opa Al Pacino die een golddigger bezwangerd had. 

Ayar analyseert vlijmscherp de obsessie van de machthebbers en hun roeptoeters van de media in hun fanatieke streven naar een land vol Stepford Wives: modelburgers die geen risico’s nemen, gezond zijn en altijd de juiste opvattingen hebben.

Ik riep het al vaker: Nederlanders zijn lammeren die mekkerend naar het slachthuis worden gevoerd. De enige oplossing is emigreren, maar daarvoor zijn de meeste Nederlanders te schijterig. En dat is maar goed ook, want het wordt veel te druk in Spanje en Portugal. 

Ayar analyseert vlijmscherp de obsessie van de machthebbers en hun roeptoeters van de media in hun fanatieke streven naar een land vol Stepford Wives: modelburgers die geen risico’s nemen, gezond zijn en altijd de juiste opvattingen hebben. De maakbaarheidsmanie gaat gepaard met moralisme, controle en het verlies van vrijheid, verbinding en verbeelding. Aan de hand van interviews met een uiteenlopende scala van eigenzinnige academici, denkers en specialisten, maakt Ayar duidelijk dat het paradoxen regent bij de conditionering van de mens. Het uitsluiten van minderheden die zich weigeren te laten omvormen tot ‘inclusieve modelminderheden’ is daar een treffend voorbeeld van. 

De basishouding van machthebbers door de eeuwen heen is zorgen dat ongewenste meningen niet te veel in de openbaarheid komen. Alleen als de macht zich comfortabel genoeg voelt, worden de teugels gevierd. Sinds Brexit, de onvoorziene overwinning van Trump en het floppen van het Oekraïne-referendum is het duidelijk dat een aanzienlijk deel van het volk de progressieve ideologie van de machthebbers niet deelt. Sociale media kregen de schuld, of de Russen, maar nooit het eigen falen. 2016 was echt een omslagpunt. Sindsdien is de grip van de macht op vrije meningsuiting verder verstevigd, en is de sfeer ook grimmiger geworden.

Het boek van Ayar,  opent heel toepasselijk met De menselijke conditie, een gedichtje van Levi Weemoedt. 

Het roken heb je opgegeven

Je drinkt niet meer wat het is geweest

Jammer alleen dat gezonder leven

Zo schadelijk is voor je geest

Ayar: ‘Iedereen heeft het over mijn drinkgedrag, maar niemand praat over mijn dorst, luidt een bekende klacht. Niet lang meer, want de overheid gaat zich ook met uw dorst bemoeien. Als het aan de Gezondheidsraad ligt, komt er een integrale aanpak van gezondheid. Daarin gaat het niet alleen om het ontmoedigen van ongezond gedrag, maar ook om het aanpakken van wat wordt gezien als onderliggende oorzaken, zoals armoede, chronische stress en de nabijheid van een snackbar.’

Het zijn vooral de ChristenUnie en GroenLinks die roepen dat er een suikertax moet komen op ongezond of in ieder geval suikerrijk voedsel. Ik schreef het al eens in een preek: maar die belasting geldt natuurlijk niet voor de deelnemers van het suikerfeest, want obese kindertjes zijn prima mits van de juiste religie of als ze in de Bijlmer wonen en sloten Fernandes willen drinken.

Sommigen spreken van de opkomst van de angstige klasse: mensen die koste wat het kost elk risico willen uitbannen.

Er lijkt geen rem te zitten op overheidsbemoeienis uit naam van de gezondheid. Sinds Covid-19 kan de staat bepalen of mensen wel of niet in de buitenlucht mogen vertoeven, wat ze op hun gezicht dragen en of ze hun dierbaren mogen knuffelen. Ayar gaat uitvoerig in op de verregaande bemoeienis van de overheid in het privéleven van de onderdanen. Ze interviewt neuroloog Jan Bonte over de totalitaire gezondheidsstaat. Bonte: ‘We zijn ons steeds meer met gezonde mensen gaan bemoeien. Het handboek voor psychische aandoeningen is inmiddels zo dik dat er geen normaal mens overblijft. In de lichamelijke geneeskunde speelt hetzelfde. De hausse aan preventieve bevolkingsonderzoeken is een voorbeeld daarvan, maar ook het coronatestcircus. De correlatie tussen het aantal positief geteste personen en ziekenhuisopnames is beperkt, toch varen onze beleidsmakers daar volledig blind op.’ 

Terecht stelt Ayar dat de laatmoderne Nederlander vooral bang is. Doodsbang. Want of het nu gaat om het klimaat of om volksgezondheid, er dreigt continu gevaar. Sommigen spreken van de opkomst van de angstige klasse: mensen die koste wat het kost elk risico willen uitbannen. De ene helft is bang voor pandemieën, anderen vrezen de totalitaire wereldregering. Het klimaat is urgent, complotdenkers zijn een gevaar voor de samenleving, sociale media zijn onveilig, en het dagelijkse leven wordt gekenmerkt door voortdurende bedreigingen die moeten worden weggenomen via maatregelen of technische oplossingen. De fixatie op veiligheid is ook niet zonder gevaren, stelt Ayar, die filosoof Gerben Bakker over zijn boek Dansen met de hydra interviewt. Het veiligheidsgeloof verdringt andere waarden en gaat ten koste van onze eigen weerbaarheid en die van onze omgeving. Bakker ziet de huidige omgang met ‘gevaar’ als strijden met de Hydra, een veelkoppig draakachtig monster uit de Griekse mythologie. Naarmate we veiliger zijn, zien we steeds meer risico’s, zegt de filosoof die eerder met Gert Jan Geling het boek Over politieke correctheid uitbracht, en een boek schreef over veiligheid en ethiek. 

Gezondheid valt nu ook onder risicobeheersing. De oorlog tegen roken is niet afgelopen of er duiken nieuwe ‘vijanden’ op: obesitas bijvoorbeeld, of problematisch alcoholgebruik. Fysieke bedreigingen de baas zijn is evenmin voldoende; ook woorden kunnen kwetsen en vragen daarom om safe spaces

Digitalisering moest veiligheid brengen (veilig in de cloud! Veilig contactloos betalen!), maar blijkt ook al onveilig, getuige de zorgen om cyberaanvallen, black-outs en andere virtuele rampspoed. Om over de gevolgen van doorgeslagen digitalisering voor burgerlijke vrijheden nog maar te zwijgen. Ayar citeert president Roosevelt: ‘We have nothing to fear, but fear itself’. 

De afhankelijkheid van de controlestaat en technologie voor veiligheid is inmiddels gevaarlijker dan andere risico’s die de Nederlanders vrezen. Het huidige controledenken is gericht op korte termijn veiligheidswinst en leidt tot conformisme, het verlies van autonomie en menselijke waardigheid. De controlementaliteit beheerst zo vrijwel alle terreinen van het leven. 

Zelfs in de auto – ooit hét symbool voor persoonlijke vrijheid – ontkomen burgers niet aan de controlestaat. Zo zijn alle nieuwe auto’s sinds juli 2022 verplicht uitgerust met een ingrijpend waarschuwingssysteem voor te snel rijden. De Intelligent Speed Assistent (ISA) wordt gecombineerd met een black box die informatie over de rit opslaat en rijfouten van de bestuurder aan de politie door kan geven. De digitale assistent kan nu nog per rit worden uitgezet, maar de vrees bestaat dat dit bij een volgende update niet meer kan. De ‘snelheidsbegrenzer’ is bovendien slechts een van de dertig veiligheidssystemen die de EU dit jaar verplicht stelt voor nieuwe auto’s. Andere verplichtingen zijn onder meer een aansluiting op een alcoholslot en een waarschuwingssysteem dat slaperigheid of smartphonegebruik opmerkt, via bijvoorbeeld software dat afwijkend rijgedrag in de gaten houdt.

Ayar: ‘Digitalisering is een veelkoppig monster dat zich voedt met data. Die staan we vrijwillig af door elektronisch te betalen, via social media of vanwege extra korting bij Albert Heijn. Daarnaast experimenteren ook in Nederland overheden met sensortechnologie, zoals slimme lantaarnpalen die niet alleen toegerust zijn met camera’s maar mensen ook kunnen wijzen op vrije parkeerplaatsen en met lichtaanpassingen gedrag en stemming beïnvloeden om steden ‘veiliger’ en ‘aantrekkelijker’ te maken. Door de komst van sensortechnologie, Big Data en kunstmatige intelligentie is het onderscheid tussen een duwtje in de goede richting of dwingend sturen vervaagd. Vooral de koppeling tussen al die data en toepassingen – het internet of things – maakt het mogelijk om uiterst efficiënt te interveniëren in het persoonlijke leven van burgers, maar ook in publieke ruimtes. Het net van data spant zich zo als het ware om het individu heen.’

Het Chinese sociale kredietsysteem is een voorbeeld van hoe intensieve surveillancetechnologie verkeerd uitpakt. Technologie wordt daarbij ingezet voor volledige uniformiteit in gedrag en denken, en voor het onderdrukken van culturele, intellectuele en politieke veelvormigheid. 

Ayar interviewde Wijnand IJsselsteijn, professor mens- en techniekinteractie aan de Technische Universiteit Eindhoven. 

‘Als ik de huidige ontwikkelingen moet vergelijken met een roman, denk ik eerder aan Aldous Huxley’s Brave New World,’ zegt IJsselsteijn. ‘Ofwel een dystopie van zelfopgelegd hedonistisch nihilisme. Wat beide boeken met elkaar gemeen hebben is het eenvormig en ondergeschikt maken van het individu. Waar in 1984 de totalitaire regering van Big Brother met constante surveillance en gedragssturing de burger volledig onderwerpt, maakt in Brave New World een klein groepje technocraten de dienst uit. Waarden als familie, liefde en vrijheid hebben plaatsgemaakt voor een technologische utopie waarin iedereen gezond en tevreden is, mede dankzij de stemmingscontrolerende staatsdrug soma.’

Ik las De Maakbare Mens deels in de schitterende tuinen van de Vittoriale degli Italiani, het megalomane monument dat Gabriele d’Annunzio voor zichzelf schiep aan de oevers van het Gardameer. 

Ayar: ‘De beloften van de maakbare samenleving komen maar niet uit. Dromen over duurzaamheid, digitalisering en diversiteit hebben tegenstrijdige gevolgen. Totale veiligheid en gezondheid zijn uiteindelijk illusies. Zolang de maakbare mens goed gedrag vertoont en de juiste mening heeft, blijft de illusie van maakbaarheid desondanks in stand. Consensus is in de maakbare samenleving belangrijk, net als conformisme. Voor meningendiversiteit is weinig ruimte in de media. Ook in de politiek heerst eenvormigheid; traditionele verschillen tussen stromingen als rechts en links zijn niets meer dan lege labels. Lege labels regeren ook het debat. De maakbare mens is daarin een etiket dat op het juiste hokje past.’

Ik las De Maakbare Mens deels in de schitterende tuinen van de Vittoriale degli Italiani, het megalomane monument dat Gabriele d’Annunzio voor zichzelf schiep aan de oevers van het Gardameer. 

Het contrast tussen het inktzwarte en naargeestige Nederland, langzaam maar zeker gesloopt door een cynische regentenbende van Rutte, en de laconieke, lichtzinnige en genotzuchtige levensstijl van de Italianen (maar ook die van de Spanjaarden, de Portugezen en de Grieken) kon niet groter en pijnlijker zijn, daar in die Tuin van Eden.  

Voor de lezer van De Maakbare Mens is er ook nog een vrolijke playlist met liedjes waarnaar Bina Ayar verwijst in haar beklemmende en beklijvende boek. Ik waarschuw de aandachtige gemeente voor de zoveelste keer: verlaat dat reservaat van pekelharingen nu het nog kan.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.