Spring naar de content
bron: anp

In 2024 moet alles een label krijgen

Max Pam wil dat in het nieuwe jaar alles een label krijgt. Niet alleen om te zien hoe duurzaam een huis is, maar ook om te zien hoe lekker jenever is en hoe gezellig het is op het ministerie van Financiën. En hoe leesbaar en humoristisch is deze column? Ook een keurmerk!

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

Een columnist die ik altijd graag lees, is Teun van de Keuken. Hij is de zoon van de filmmaker Johan van der Keuken (1938-2001), over wie ik altijd hoorde dat hij een communist was. Of hij dat ook echt was, weet ik niet. 

Wel moet ik bij naam Johan van der Keuken altijd aan Rick van der Ploeg denken, ooit staatssecretaris van Cultuur voor de PvdA. Toen Johan van der Keuken de Bert Haanstra Prijs kreeg, hield Van der Ploeg een toespraak. Daarin zei hij een groot liefhebber te zijn van de films van Johan van der Keuken. Improviserend kwam de staatssecretaris toen te spreken over een productie van Van der Keuken die hij wel in het bijzonder had gewaardeerd, te weten de film Blind Kind – uitgesproken op zijn Engels zoals in Blind Date of in A Special Kind. Terwijl de Van der Keuken-kenners verbaasd om zich heen keken, ontdekte de staatssecretaris even later via de tekst van zijn eigen rede – die ongetwijfeld voor hem geschreven was – dat Blind kind niet gaat over een blinde soort die als een Darwinistische horde de mens binnenkort zal uitroeien. Blind kind, zo vertelde zijn eigen redevoering hem, is gewoon een Nederlandse titel.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Dat blinde kind sloeg overigens niet op zijn eigen zoon Teun, die juist heel goed kan kijken, maar dit allemaal terzijde.

Teun is een onvermoeibare strijder tegen alles wat ongezond, onrechtvaardig en oneerlijk is. De hypocrisie van het bedrijfsleven, en dan vooral die van de supermarkten, is zijn core business. Hij bedrijft zinvolle journalistiek, die de wereld verder helpt, maar soms vind ik hem wel eens een beetje lijken op H.A.A.R Knap (1911-1986). 

Is whisky lekkerder dan rum? Jenever lekkerder dan cognac? Coca-Cola lekkerder dan Fanta? Hoe wordt de score als je aan gin nog eens tonic toevoegt?

Wie was deze Henri Alexis Anne Reinier Knap?

Als kind heb ik hem een paar keer ontmoet. En hij heeft mij ook keer geholpen. Henri Knap was net als Carmiggelt een van de eerste columnisten Het Parool, en eigenlijk van heel Nederland. Hij noemde zichzelf Dagboekanier, omdat hij elke dag een stukje schreef over wat zich in Amsterdam afspeelde. Op een keer werd ik als jonge jongen aangereden, fietsend op de Overtoom. De empathische automobilist keek niet naar mij om, maar reageerde woedend en wilde de kras op zijn voertuig op mij verhalen. Mijn vader, een collega van Knap, fluisterde de Dagboekanier dit onrecht in en de volgende dag stond in de krant wat mij was overgekomen. De automobilist vond het verder raadzaam er het zwijgen toe te doen, want Knap was in die dagen een machtig man.

In zijn dagboek deelde Knap lof uit aan Amsterdammers die zich in gunstige of ongunstige zin hadden onderscheiden. Wie zich had misdragen kon een veeg uit de pan krijgen, maar voor helden en andere braverikken had Knap een oorkonde klaar liggen ‘met iepenloof van de Rupsen’. 

(Het Parool, 11-09-1946)

Afbeelding met tekst, Lettertype, document, typografie

Automatisch gegenereerde beschrijving

Dat waren nog eens tijden!

Helaas had je ook mensen die Henri Knap maar een toonbeeld van kleinburgerlijkheid vonden. Dat imago werd versterkt doordat Knap in de oorlog voor de gelijkgeschakelde omroep een paar bedenkelijke hoorspelen had geschreven, hoewel hij ook onderduikers had geholpen, in het verzet had gezeten en de balans voor hemzelf zeker naar Goed was doorgeslagen. In 1970 nam Knap afscheid bij Het Parool en ik herinner mij dat Peter van Straaten bij die gelegenheid een tekening heeft gemaakt waarop je Knap ziet als Mozes, die de berg afdaalt met de tafelen in de hand en roept: ‘Gij zult geen waardeloze artikelen aan de deur kopen!’. 

Die goede raad krijgen we, in allerlei vormen en gedaanten, vaak ook van Teun van de Keuken in onze maag gesplitst. Terecht natuurlijk, want het is voor ons eigen bestwil, het is nu eenmaal ongezond om ongezond te eten. Van (te veel) suiker ga je dood en hetzelfde geldt helaas voor roken, drinken en drugs. Die zouden we allemaal niet meer tot ons moeten nemen, te beginnen bij onze kinderen. Die moeten we leren dat broccoli gewoon veel lekkerder is dan ijs en dat spruitjes net zo smakelijk kunnen zijn als een zak chips.

Derhalve is mijn voorstel om in het jaar 2024 alles, maar dan ook werkelijk alles, van een label te voorzien, zodat de consument ook bij alles meteen weet welk (on)gezond vlees ze in de kuip hebben.

Om te beginnen is een groen label voor alles wat duurzaam en gezond is natuurlijk helemaal oké. Maar er moet daarnaast ook een label komen voor alles wat lekker is. Welke kleur dat label moet hebben, laat ik graag aan anderen over. Bij zo’n lekker-label kan de consument afwegen of de graad van lekkerheid wel opweegt tegen het mogelijk ongezonde karakter van het product. Een Bounty, Mars of Nuts (bestaan die nog?) kan dan voor lekker een +10 krijgen en voor gezond een -10, zodat het gemiddelde op 0 uitkomt. Drop (slecht voor de bloeddruk, maar verslavend lekker) komt ook uit op een gemiddelde van 0. Lekkere dingen die ook nog gezond zijn, zullen het hoogst scoren. Ik ken ze niet onmiddellijk, maar ze moeten bestaan. Het is voor onze samenleving als geheel een opdracht om daar naar op zoek te gaan. 

We kunnen jury’s laten bepalen hoe lekker iets is. Over niets kun je meer twisten dan over smaak en dan kunnen we eindelijk eens objectieve maatstaven ontwikkelen. Is whisky lekkerder dan rum? Jenever lekkerder dan cognac? Coca-Cola lekkerder dan Fanta? Hoe wordt de score als je aan gin nog eens tonic toevoegt? Een nieuw terrein van labelen ligt voor ons open en die hoeft zich heus niet alleen tot etenswaren te beperken.

Labels voor columns en krantenstukjes zie ik trouwens ook wel zitten als een waarschuwing vooraf.

Locaties kun je een gezelligheidslabel geven. Zo krijg je cafés met een 10, restaurants met een 9, huizen met een 6, kantoren met een 3. Het ministerie van Financiën in Den Haag komt er vanaf met een 1. Enzovoort. Een andere schaal dan die van 1 tot 10 is mogelijk, en ook zou je weer kleuren of de letters van het alfabet kunnen gebruiken. Verder zou je bij voorbeeld een schoonheidslabel, een fatsoenslabel, een educatief label, een muzikaal label kunnen ontwikkelen. Ook hier zijn de mogelijkheden eindeloos. Een sexy-label voor kleding natuurlijk, naast het kindvriendelijke label dat al bestaat, opdat de consument weet dat haar of zijn nerveus gesneden slipje niet door de uitgemergelde kinderen van Sri Lanka wordt gemaakt. Het enige nadeel dat ik nog kan ontdekken, is dat je sommige producten moet volplakken met labels, maar met een digitale code is dat eenvoudig op te lossen. 

Labels voor columns en krantenstukjes zie ik trouwens ook wel zitten als een waarschuwing vooraf. Een leesbaarheidslabel, een humorlabel, een grofheidslabel, een beledigingslabel, een (nep)feitenlabel, een links/rechtslabel, om er maar een paar te noemen. Dan word je als consument tenminste goed geïnformeerd en weet je waar je aan begint. 

Daarom wens ik u een gelukkig en volledig gelabeld 2024.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €5 per maand.