Een boerenland, met een boerensmaak en een boerencultuur
Wat BBB de agro-industrie tegen elke prijs wil besparen, gunnen zij de culturele sector van ganser harte: een koude sanering. Jan Kuitenbrouwer: 'Als Nederland één linkse hobby heeft, dan is het niet de cultuur, maar de land- en tuinbouw. Die trekkers op het Malieveld zijn uitkeringstrekkers.'
In 1985 reisde ik naar Atlanta, Georgia, voor een reportage over de spectaculaire wedergeboorte van die stad. De charismatische zwarte burgemeester Andrew Young had nieuw elan gebracht, hij gaf de zwarte middenklasse ruim baan, trok investeerders aan, liet de grootste luchthaven ter wereld bouwen om van Atlanta hét luchtvaartknooppunt van het Zuiden te maken en liet ambitieuze lokale projectontwikkelaars het vervallen oude centrum vernieuwen met indrukwekkende, futuristische gebouwen. En er was een groot nieuw museum gebouwd, ontworpen door Richard Meier, ook bekend van het stadhuis van Den Haag. Daar lag het, op een heuvel, te fonkelen, een juweel van blinkend wit email, zoals al Meiers gebouwen.
Met dat museum was één probleem: er was geen collectie. De nieuwe elite van Georgia was wel kunst-minded, maar de oude bestond vooral uit katoenplanters, pinda- en pecanboeren en de Woodruff-familie, die Coca Cola groot maakte. Een groot deel van Robert C. Woodruff’s immense fortuin liet hij na aan de stad, maar hij had geen belangstelling voor kunst. Wat niet meehielp was dat 106 gefortuneerde Atlanta’se kunstliefhebbers in 1962 om het leven kwamen toen hun vliegtuig neerstortte bij Parijs, aan het einde van een Europese museumtour.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
