Spring naar de content

Een Korte, Onvolledige Maar Niet Minder Cruciale Geschiedenis van De Omloop Het Volk

Vandaag gaat het wielerseizoen weer van start met de Omloop het Volk – door sommigen nog altijd abusievelijk aangeduid als de Omloop het Nieuwsblad. Tijd om enkele hoogtepunten uit de geschiedenis van deze openingskoers eens kort met u door te nemen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

De Omloop het Volk werd in 1919 voor het eerst georganiseerd door de broers Charel en Prosper Het Volk uit Gent. Nu ja, in werkelijkheid deed Charel al het werk – Prosper was vooral een vertragende factor omdat hij in zijn diepste wezen een wielerhater van heb ik jou daar was. Uiteindelijk kwam het erop neer dat Prosper alleen het affiche ontwierp, maar dat was dan ook meteen van grote klasse: een doodshoofd dat door een wiel heen keek. “Dood aan Het Volk” stond er in fraaie, gotische letters onder, want Prosper had er twee hele middagen zijn best op gedaan.

’17: Frieda Degrasblaaser
Die eerste editie in 1917 was niet onmiddellijk een knalsucces. Er waren veertien aanmeldingen van negen verschillende renners (Fred Debeuckere had zich voor de zekerheid in vijfvoud aangemeld, zo verheugde hij zich op de koers), waarvan er uiteindelijk zes kwamen opdagen: Fred Debeuckere, Henri-Jacques Floton, Peter Vannoppen, Lucien Crets, Charel Het Volk en Stan De Poffer, een druiloor van een kerel die in Gent en omstreken destijds enige bekendheid had verworven als de bakker van de kleinste pannenkoekjes van België.

Die eerste Omloop werd ook toen al aangekondigd als de openingsklassieker – vreemd voor een koers die toen nog eind augustus werd georganiseerd, maar, zo zei Charel Het Volk in een interview met zichzelf in de gelijknamige krant: ‘Een wielerseizoen kun je niet vroeg genoeg openen.’ Een zin die later nooit meer is geciteerd, geparafraseerd of gebruikt als titel van een Mart Smeets-columnbundel – voor zover bekend een unicum in de wielersport.
De eerste wedstrijd kende een opvallende winnaar in Frieda Degrasblaaser, een 81-jarige weduwe uit Aarschot die op een herenrijwiel op weg was naar de Jaarreünie van Collaborateurs in West-Vlaanderen en nietsvermoedend over de Grote Markt van Gent onder het finishdoek doorfietste. Wat een schrik toen zij plots overal gejuich hoorde en van haar fiets getrokken werd.
‘U heeft de verkeerde,’ riep ze nog. ‘Ik heb niets gedaan!’
Maar de menigte was door het dolle heen en even later werd Frieda Degrasblaaser gehuldigd als de eerste winnaar van de Omloop Het Volk. Nog diezelfde avond voegde Charel Het Volk een nieuw lid toe aan Regel 3 – “De coureur die als eerste en met de fiets over de finish komt, wint de wedstrijd”: “3a: dit geldt alleen voor coureurs die het hele parcours hebben afgelegd”.
(Een halfjaar later stierf Charel Het Volk toen zijn broer Prosper met een bakfiets vol hamlappen over hem heen reed. Per ongeluk, volgens Prosper. De organisatie van de koers kwam hierop in handen van de krant Het Volk van hoofdredacteur Freddy Het Volk – geen familie).

’32 en ’47: de Kunuits en een dode zeehond
De geschiedenis van de Omloop is een vat vol verhalen. Neem die beruchte editie van 1932, toen Benoni Kraeckers zo ver alleen voorop lag dat hij in Korst, een dorp op vijftig kilometer van de aankomst, drie boerenzusjes zwanger maakte en toen nog tijd had om onder het genot van koffie en appelgebak te worden voorgesteld aan zijn toekomstige schoonouders, die vijftien kilometer verder van de finish woonden.
Kraeckers won die editie van de Omloop met negen minuten voorsprong op Gert Graasbeek en de bezemwagen, die als verrassende derde mee op het podium mocht.
Of wie herinnert zich niet de wedstrijd van 1947? De barre winter van 1947, toen het zo hard vroor dat er in Vlaanderen plots een Eskimo-familie opdook – de Kunuits waren dat. Later bleek dat moeder Kunuit, Gerda, een baan als hoogleraar antropologie aan de Universiteit van Gent had aangeboden gekregen.
Vader Kunuit was een gevreesd tegenstander van de wielersport, want hij beschouwde iedere sport waarin geen ijsberen voorkwamen als een tijdverdrijf voor weekhartige zonaanbidders. Zijn oudste zoon, Jan Kunuit, ging in het grootste geheim van start in de Omloop het Volk, hij had een week daarvoor leren fietsen en wilde zijn krachten meten met leeftijdsgenoten.
Die wedstrijd, verreden onder temperaturen tussen -8 en -12, leek met overmacht gewonnen te worden door Jan Kunuit. Vlak voor de finish werd de leider in de koers echter met een dode zeehond van zijn fiets geslagen door zijn inderhaast ingeseinde vader. De winst ging dat jaar naar Johan Schaermaeckers, bijgenaamd “De Enige Eenbenige met Twee Benen Uit Diest”.

’66: Graat
En dan was daar natuurlijk de Omloop van 1966, toen Jose Grobben, Rik Plussers (bijnaam: ‘Rik VII’) en de zestienjarige Nederlander Gerard Graat voorop lagen. Graat, die een razendsnelle opgang had gemaakt en werd beschouwd als het grootste wielertalent dat de wereld ooit had aanschouwd, versloeg zijn twee medevluchters op grootse wijze in de spurt en won zo zijn eerste grote wedstrijd, waarna hij voor de microfoon van de vierjarige radioverslaggever Michel Wuyts aankondigde op zijn hoogtepunt met wielrennen te stoppen en voor de liefde naar Zuid-Amerika te verhuizen. Enkele jaren later was Graat korte tijd president van Nicaragua, tot hij bij een staatsgreep werd afgezet en met racefiets en al de Stille Oceaan in reed.
Een paar jaar later won een Brusselse jongen voor het eerst de Omloop. Hij werd “het verlegen stamelende Belgische antwoord op Graat” genoemd. Zijn naam was Eddy Merckx.

Wie er vandaag zal winnen? Niemand die het weet. Maar laat duidelijk zijn dat hij op de schouders van reuzen plaatsneemt. Charel Het Volk had het graag meegemaakt, maar dat was buiten Prosper – en de sterfelijkheid van de mens – gerekend.