Spring naar de content

Couperus in Londen & in Extaze

Oude tijden herleven voor liefhebbers van decadente literatuur.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jan Zandbergen

Zelden werden we hartelijker welkom geheten dan in het Haagse Louis Couperus Museum, afgelopen zaterdag. Mevrouw Caroline de Westenholz, de voorzitster van het museum (op de foto met haar Britse dandy-echtgenoot Peter ffrench-Hodges) stond persoonlijk op de uitkijk in het portaal. Naar verluidt zou de Britse ambassadeur zijn opwachting maken bij de opening van de tentoonstelling Couperus in English. De Britse diplomaat liet het overigens lelijk afweten op deze feestelijke dag, maar de voorzitster beschouwde de komst van een verslaggever van de ‘Haagsche Post’ — waar Couperus zelf nog voor geschreven had — als een onverwachte troostprijs. 

Abboneer op een lidmaadschap

HP/De Tijd heeft een gratis app

Ontvang dagelijks actuele achtergrond, opinie en inspiratie op het nieuws op uw smartphone of tablet. Lees de actuele columns van onze website, blader door de laatst verschenen nummers en krijg exclusief toegang tot eerdere edities.

Download de app

Binnen werden we onverwijld voorgesteld aan de inleider van de avond, de Britse vertaler Paul Vincent. Op de foto hurkt hij naast Louis Couperus, wiens wassen uitvoering een vast plekje heeft in de serre van het museum. Vincent verblijdde de Engelssprekende wereld met The Discovery of Heaven van Mulisch, Cheese van Elsschot, On the water van H.M. van den Brink en Dearest Pet van Midas Dekkers. Met dit laatste boek, dat de bestialiteit tot onderwerp heeft, leek hij de juiste man om een gezelschap van liefhebbers van decadente literatuur toe te spreken. Werk van Couperus had Vincent nooit vertaald, maar hij was er wel bekend mee. In leven was de Haagsche schrijver al in het Engels uitgegeven. De Britten met hun koloniale ervaring hadden indertijd een voorkeur voor The Hidden Force; de Amerikanen waren met name geporteerd voor The Books of the Smal Souls. 

Het museum, bestaande uit twee kamers en suite met portes brisées, was voor de gelegenheid gevuld met beschaafd Haags publiek in de hogere leeftijdscategorie. Een van de oudste aanwezigen was Mrs. F. Gibson-Philips, de kleindochter van de Britse onderminister Cecil Harmsworth, die de gastheer van Couperus was ten tijde van diens Londense reis voor de Haagsche Post in 1921. Tegen mevrouw Harmsworth had Couperus toegegeven een drugsgebruiker te zijn, wat de minister geschokt in zijn dagboek noteerde. Zijn kleindochter trad bij deze tentoonstelling met de scoop naar buiten: Couperus is — en dat mag de verrassende conclusie heten — met voorsprong de oudste HP-junkie. Move over, C.B. Vaandrager! 

Naast liefhebbers van bestialiteiten en drugs waren er ook beschaafde mensen, zoals dichter Anton Korteweg, die snel vertrokken was uit deze poel des verderfs. En dat die Britse ambassadeur niet opdaagde, zal achteraf niemand verbazen.