Spring naar de content

Goede en slechte satire

Lees de column van Jan Kuitenbrouwer deze week in HP/De Tijd als u eens ouderwets wilt lachen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Henk Steenhuis

Kuitenbrouwer voert de mental coach ten tonele, die Ruud Lubbers nog eens inprent hoe met zijn obsessie voor vrouwenbillen om te gaan. Dit is satire op z’n best: actueel, geestig en scherp. En toch – hoewel het over een heel gevoelig onderwerp gaat – is het onwaarschijnlijk dat over dit stuk een rel ontstaat.

Dat is wel gebeurd rond de column die ongeveer gelijktijdig verscheen in NRC Handelsblad, geschreven door Youp van ’t Hek. Van ’t Hek voert de hoofdredacteur van het Brabants Dagblad, drs. Tony van der Meulen, ten tonele, die wordt afgeschilderd als een vreemdganger op kosten van de baas. Van der Meulen zag zich gedwongen deze ‘onthullingen’ in zijn eigen krant en in NRC Handelsblad tegen te spreken. Niettemin, Van ’t Heks column is in Brabant het gesprek van de dag. Is dit daarom betere satire dan de column van Kuitenbrouwer?

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

De overeenkomst tussen beide columns is dat de inhoud is verzonnen – althans daar moeten we in het geval van Van der Meulen maar vanuit gaan. Weliswaar hoeven we hem niet op zijn blauwe ogen te geloven, maar het zou wel heel dom van hem zijn iets te ontkennen dat waar is. Zoiets komt altijd uit.

Het verschil tussen beide columns zit in de oprechtheid ervan. Dat Kuitenbrouwer fantaseert, is voor iedere lezer onmiddellijk duidelijk. Van ’t Heks column berust ogenschijnlijk op ware feiten: er wordt een bestaand hotel opgevoerd waarin de hoofdredacteur zich regelmatig terugtrekt met een jonge vrouwelijke collega. Ook laat hij in een echt café de stamgasten grossieren in sterke verhalen over de hoofdpersoon. Pas door Van der Meulens ontkenningen gaat de lezer zich afvragen of de column soms gefantaseerd is.

Wat er geestig aan is, ontgaat ons, maar dat is wel vaker het geval bij Youp. Kwalijker is dat hij misbruik maakt van het vertrouwen van de lezer in het gedrukte woord. In beginsel gelooft de lezer immers alles wat gedrukt staat. Als een columnist wil fantaseren, moet hij de lezer signalen geven dat het hem nu om iets anders gaat dan de waarheid. Wie dat niet doet, wil ofwel de lezer met opzet misleiden of is gewoon een slechte columnist.

Onderwerpen