Een jaar later verdacht justitie Kist en zijn vrouw Inge van brandstichting in beider sportzaak te Steenwijk, maar bewijs was er niet. Op dit moment runt Kist een groothandel in wedstrijdvisvoer. Ook is hij trainer van Steenwijker Boys.

Meneer Kist, komt u nog vaak bij AZ?

“Nou en of. Vier à vijf keer per maand. AZ zit in mijn hart. Bovendien ben ik rapporteur voor De Telegraaf; ik geef spelers rapportcijfers.”

AZ-voorzitter Dirk Scheringa heeft een zaal in het DSB-stadion naar u vernoemd, hè?
“Ja, de Kees Kist Lounge, haha.”

Steenwijker Boys is een vierdeklasser. Zou u niet veel liever assistent-trainer bij AZ zijn?

“Dolgraag! Als Louis van Gaal belt, zet ik alles aan de kant en rij ik vanmiddag nog naar Alkmaar. Ik weet zeker dat ik de spitsen van AZ het nodige zou kunnen bijbrengen. Ik heb natuurlijk veel meer ervaring dan de huidige spitsentrainer, Shota Arveladze.”

Bent u in al die jaren nooit door AZ gepolst?

“Nee, en dat heeft me best een beetje verwonderd. Ik ben toch een icoon van de club. ‘Mister AZ’ noemen ze me. Klaas-Jan Huntelaar), een vriendje van me, heeft ook wel ’s gezegd: zo’n baan zou typisch iets voor jou zijn.”

Maar u dringt zich niet op?

“Nee. Ik praat regelmatig met Louis, maar dan ga ik niet zeggen: nodig mij maar uit om assistent te worden.”

AZ staat in de competitie een straatlengte voor. Zullen ze het, net als in 2007, alsnog verknallen?

“Nee. Daar is deze ploeg veel te professioneel voor.”