Spring naar de content

Bruin is het nieuwe rood (II)

Het politieke spectrum wordt doorgaans voorgesteld als een balk, een schaal, een continuüm, een as, hoe je het noemen wilt, van links naar rechts. Parlementen worden zo ingericht, over de hele wereld. Die indeling bestond al voordat de termen ‘links’ en ‘rechts’ hun ideologische lading aannamen. Het politieke proces vraagt erom, er is een groep die de macht heeft en een groep die de macht wil. Daarom zijn tweepartijenstelsel zo praktisch: alle scholen, vleugels en stromingen gaan in de trechter en eindigen op een overzichtelijk speelveld, voor team A of team B.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Het wezen van zo’n links-rechts-indeling is dat hoe verder je van het midden af staat, hoe moeilijker de omgang met je tegenvoeter aan de andere kant wordt. In het midden zijn de verschillen niet zo groot en valt met wat duwen en trekken wel een coalitie te vormen. Tijdens formaties zie je partijen ook vaak een beetje van kleur verschieten, alsof ze met elkaar in de wasmachine hebben gezeten. De ‘vleugels’ van de partijen dienen als een soort kleurgeheugen en leggen de nadruk juist op hun incompatibilité. Naarmate het aantal stemmen zich gelijkmatiger over de partijen verdeelt, wordt het moeilijker een logische coalitie te vormen en duren formaties langer. Het regeerakkoord zal kleurloos en beperkt zijn, de partijleiders gaan met meel in de mond spreken, de kiezer wijkt uit naar partijen die scherp en duidelijk zijn, het midden raakt nog verder uitgehold, het regeerakkoord wordt nog valer, de compromissen nog moeilijker uit te leggen, de kiezer gaat op zoek naar – enzovoort.

Misschien zou het oprichten van een politieke partij in Nederland moeilijker gemaakt moeten worden. Tot deze eeuw was het hoogste aantal zetels dat een protestpartij ooit verwierf zeven (de Boerenpartij, in 1967), outsider Pim Fortuyn liep in 2002 met 26 zetels al in het virtuele premierspak (hij werd erin begraven) en met 24 gepeilde zetels is de PVV op dit moment de derde partij van Nederland. Juist in een tijd dat volksmenners met extreme ideeën zo makkelijk een enorme aanhang weten te mobiliseren, zou je het oprichten van nieuwe partijen misschien moeilijker moeten maken. Op allerlei andere gebieden is dit een normale aanpak. Het volk wil roken en drinken, de politiek acht dit ongezond en bemoeilijkt het. Als populisme ongezond is voor de democratie, waarom zou de politiek dat dan niet ook bemoeilijken?


Maar ja, dan draai je de volumeknop van de stem des volks naar links (zachter) – precies wat de proteststemmers zo boos maakt. De oude politiek kiest vooralsnog voor de omgekeerde tactiek: ook harder schreeuwen – zie de VVD. Genuanceerde, weldenkende politici hopen dat genuanceerde, weldenkende kiezers hun in dit tumult trouw zullen blijven, maar het lijkt toch anders te gaan: het radicale geluid van Wilders roept de behoefte op aan een radicaal tegengeluid – zie het succes van Pechtold.

De plattegrond van een parlement mag in links en rechts verdeeld zijn, de werkelijkheid trekt zich daar weinig van aan. Zo heb je de sociaal-culturele links-rechtsdimensie en de sociaal-economische. De meeste Nederlandse kiezers zijn bijvoorbeeld voor inkomensnivellering (sociaal-economisch links) maar ook voor een streng immigratiebeleid (sociaal-cultureel rechts). En dan kent het politieke landschap sinds kort nog een derde tweedeling, althans volgens de politicoloog Mark Bovens: die tussen hoger- en lageropgeleiden. We leven in een ‘diploma-democratie’. De oude politieke partijen zijn geacademiseerd en trekken vooral beter opgeleide kiezers, de sterkste nieuwkomers, SP en PVV, trekken juist de lageropgeleiden, die nog steeds de meerderheid van de bevolking vormen. Mensen met een lagere opleiding zijn vaak tegen immigratie en mensen die tegen immigratie zijn, hebben vaak een lagere opleiding.

Het zou dus voor de hand liggen als de SP meer ging hameren op het gevaar van de islam en het inpikken van banen door immigranten, en de PVV op sociaal-economische thema’s juist naar links zou bewegen. De SP doet dit gelukkig niet, maar bij de PVV is dat inderdaad wat je ziet gebeuren. ‘PVV schuift op naar links over economie’, berichtte NRC Handelsblad vorige week. Op economische thema’s zweeft de PVV ‘nu tussen de VVD en de SP’, constateerde de krant.


Zweven tussen de VVD en de SP – het is een bizar beeld. Althans, als je het politieke spectrum nog steeds als een lijn ziet. Maar dat is het blijkbaar niet meer. Het is een cirkel geworden, waarbij de uitersten aan de achterkant bij elkaar komen. Vandaar dus: bruin is het nieuwe rood.

Onderwerpen