Spring naar de content

‘Ik ben veel harder geworden’

Hij was een werkloze dromer, een afvalboer. Met dat afval werd Bob Crébas (1951) rijk: 78 miljoen toucheerde hij na de verkoop van Marktplaats.nl. Maar die eerste Marktplaats-tijd was ellendig. ‘Het zijn jaren die ik nooit meer mee wil maken.’ door Sara van Gorp, foto Jos Lammers

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Van dromer tot miljonair, dat is mijn verhaal. Het begint bij het niets, bij een boerderij in de polder, waar ik ben opgegroeid. Landbouwschool, bosbouwschool, een vrije jongen was ik. Ik kom uit de generatie die zich afvroeg wat de zin was van werk. De hippie- en kabouterbeweging, dat was mijn wereld. Het leek soft, maar we voerden harde acties, dat wel. Ik was zoekende. Ben ik een boerenjongen? Ja. Hoe verhoudt zich dat tot mijn omgeving? Ik las Siddhartha, van Hermann Hesse. Kreeg jong kinderen met mijn vrouw Carla, begin twintig waren we. We noemden ze Frank en Robin, van frank en vrij en Robin Hood. Werken moest af en toe. Doodgraver ben ik nog geweest, heb fabriekswerk gedaan. En ik kan de fietspaden laten zien die ik heb aangelegd. Maar ik was de slechtste werknemer die de gemeente had. Op een gegeven moment zei m’n baas: ‘Wat wil je nou, een vaste baan, of moet ik je ontslaan?’ Ik zei: ‘Ontsla mij maar.’ Carla wilde de deur wel uit, paprika’s plukken. Ik ben jarenlang thuis geweest met de kinderen. Zette de kringloopwinkel Goedzooi op terwijl ik werkloos was, baanloos noemden we dat. Begin jaren tachtig was het, werk maken van afval, ik ben een afvalboer. We kregen betaalde banen bij de kringloopwinkel, Carla en ik zetten meer winkels op. Met twee compagnons begon ik Het Goed, met grote kringloopwinkels door heel Nederland.

We hadden op tijd in de gaten dat we via internet moesten gaan handelen.

Het lijkt alsof je met tweedehandsspullen achterloopt, maar juist dan moet je goed kijken wat de trends worden. Omdat je moet weten wat je weggooit en wat je gaat verkopen in je zaak. Het was problematisch om het geld bij elkaar te krijgen om Marktplaats.nl te kopen. Wij dachten dat het zo’n 50.000 gulden zou kosten, maar het was 600.000. Gigantisch veel geld was dat toen, maar we vonden dat het dat waard was. Wij dachten heel simpel: je moet de klanten volgen. Die geven nu hun bank gratis aan onze kringloopwinkels. Maar als ze ‘m straks op internet kunnen zetten om ‘m voor vijftig gulden te verkopen, krijgen wij geen spullen meer binnen en droogt de handel op.


Binnen een paar maanden konden we Marktplaats verkopen voor de dubbele prijs. Iedereen zou hebben gezegd: Goed gedaan jongens! Maar we zagen de site groeien, we zagen dat het werkte. Het was een heel drukke periode. Ik was veel het land in om winkels op te zetten, met mijn compagnons heb ik er zo’n zeventien opgezet. Ik werkte ineens keihard, nog steeds trouwens. Marktplaats kostte steeds meer tijd. Het groeide als een speer; meer werknemers, meer kantoorruimte. Met één probleem: er kwam geen geld binnen. Dat was echt hopeloos. Drie, vier jaar lang was het ellende. Jaren die ik nooit meer wil meemaken. Vanwege de stress, de zorgen. We hadden veertig mensen aan het werk, maar geen idee hoelang we die nog konden betalen. Dat was een kwestie van weken, maanden hooguit. Het geld vloog er steeds harder uit, en alles wat we verzonnen, werkte niet.

Tot ik bedacht dat we 6 euro moesten vragen voor advertenties waarin iets werd aangeboden voor meer dan 200 euro. Ik zat met Carla in het Voorhuys, een restaurant in Emmeloord. Die 6 euro, een ingeving was het, zó moet het. Carla was het er meteen helemaal mee eens. En het was een succes, dat zie je bij een site als Marktplaats binnen een kwartier. Het slaat aan, mensen betalen het. Dat was geweldig. Vanaf dag één draaiden we break even, nou, toen waren we wel héél erg gelukkig. Ik was daarmee gelukkiger dan na de verkoop van Marktplaats. Omdat ik uit de zorgen was, omdat het team was gered.

Meteen viel iedereen over ons heen, binnen een week had je de site gratismarktplaats.nl. Die adverteerden op onze site, andere websites deden dat ook: “Gratis paarden adverteren op huppeldepup.nl.” Het was een bijna fysieke strijd op Marktplaats. Tot diep in de nacht was ik met mijn zoons bezig om advertenties te zetten tegen die concurrenten: “Alleen waardeloze paarden adverteren op huppeldepup.nl.” Steeds weer teksten bedenken: gratis is waardeloos. Dat soort slogans. En dan spammen op die sites, en zij deden dat weer bij ons. Tot drie uur ‘s nachts en dan ‘s ochtends om zes uur weer verder.


De eerste fase van het Marktplaats-succes vonden we geweldig: we hebben een Ferrari, en waarom zouden we die de deur uit doen? Want je bent een succesvolle ondernemer, en dat na al die stress. Er kwamen steeds partijen langs die ons wilden overnemen. Wegener, Viavia, De Telegraaf; dat was boeiend natuurlijk. Het liep altijd stuk op de prijs. We hadden Marktplaats dan wel niet gekocht en uitgebouwd om er geld mee te verdienen, maar het heeft een waarde en we wilden het niet voor minder verkopen. Maar wat is waarde? Dertig miljoen is net zo vaag als 600.000 gulden, of 100 miljoen, of 200 miljoen. Eigenlijk is handel heel simpel: je kunt iets verkopen als het je niet uitmaakt of je het wel of niet verkoopt. Dan zit je goed. Dat heeft bij ons geduurd tot die magische 225 miljoen euro.

Ja, ik ben veel harder geworden door de jaren heen, door de groei, door het succes. Mensen ontslaan, daar word je niet vrolijker van. Ik kom nog uit de beweging van arbeiderszelfbestuur en alles democratisch beslissen. Maar er kwam een moment dat ik moest zeggen: “Nee, we doen het zó.” Ik heb conflicten gehad met mijn broer over het beleid, we zijn lange tijd niet on speaking terms geweest met elkaar. Dat is goed gekomen, en we maken nu met veel plezier samen muziek in onze rockband.

Dat ik al die jaren met Carla samen ben, is belangrijk. Carla is bij alles, zonder haar zat ik hier nu niet, was ik niet waar ik was. Een achterban is doorslaggevend voor succes, een stabiele relatie van waaruit je dingen kunt ondernemen en toetsen. We hebben ons werk altijd om het gezin heen georganiseerd. Nu nog, onze zoons zitten allebei in het bedrijf. Samen hebben we na de verkoop van Marktplaats Brennels opgezet. We ontwikkelen textiel van brandnetels, als alternatief voor katoen. En we hebben Brennels Buiten opgezet, een strandlocatie in de Noordoostpolder waar van alles te doen is.


Ik ben altijd iemand geweest van wie werd gezegd: wordt dat nog wat met die jongen? Mijn ouders hebben nooit gedacht dat hun kinderen van die wereldhits zouden worden. Het is allemaal goed gekomen, maar vroeger liepen we altijd langs de hoofdweg. We waren met negen kinderen thuis. Als aan mijn ouders werd gevraagd wat al die kinderen nou deden, dan was het enige dat je kon zeggen dat het er veel waren, en daar had je het wel mee gehad. Dat is lastig voor ouders. Mijn broer deed iets met paarden, een ander had wel psychologie gestudeerd maar die was schillenboer. Ik was actie aan het voeren en met de kringloopspullen bezig. Dat ik hier ben gekomen terwijl ik niet de gebaande paden heb bewandeld, dat vind ik mooi. Als ik bij Staatsbosbeheer was gaan werken, had ik zeker niet zo’n groot succes gehad. Van dat idee word ik gelukkig, niet van het geld.

Onderwerpen