Spring naar de content

Dromen moet je leren

Antropoloog en kunstenaar Martijn van Oorschot fotografeerde gedurende een jaar vijftig kansarme jongeren uit het Braziliaanse Itaquera en Amsterdam, en portretteerde hen als de man of vrouw die ze ooit willen worden. Onlangs verscheen zijn fotoboek Dromen doen, vol hoopvolle koppies in de omgeving van hun ideale baan.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Martijn van Oorschot was acht toen hij in het Journaal beelden zag van uitgehongerde leeftijdgenootjes in Biafra. Waarom dóet niemand daar wat aan, vroeg hij zich af.

Tien jaar later trok Van Oorschot de wereld in, op zoek naar een antwoord. Hij verkeerde internationaal in de hoogste en de laagste kringen, en de verwondering werd almaar groter. “Het verbaasde me dat er nog steeds zo weinig interactie is tussen de verschillende rangen en standen in een land. Wie voor een dubbeltje wordt geboren, wordt maar zelden een kwartje. Natuurlijk, er zijn uitzonderingen, mensen die ondanks hun achtergrond iets moois bereiken. Maar we denken te snel dat ieders toekomst vooral door eigen inzet wordt bepaald. Dat is niet zo. Stom geluk is een factor die je niet mag onderschatten. Een kansarm kind heeft zo veel meer problemen te overwinnen.”

Omdat het volgens de antropoloog moeilijk is om te zien wat er buiten de eigen kring gebeurt, wilde hij een brug slaan. Tussen kansarme jongeren en invloedrijke volwassenen. Aanvankelijk op de conventionele manier – hij nodigde Nederlandse gezaghebbers uit om te komen praten op een school in Amsterdam. Eén van de heren belde van tevoren om te vragen of hij z’n auto wel voor de deur kon parkeren; of zijn wielen dan niet werden gejat. Het telefoontje bleek exemplarisch voor de ontmoeting die volgde. Volgens Van Oorschot waren alle aanwezigen te vooringenomen geweest om echt naar elkaar te luisteren.

Een brug slaan moest dus op een andere manier. Directer, confronterender. Meer vanuit het kind zelf. Via een foto!


De geportretteerde jongeren zouden zélf een brug slaan naar de buitenwereld, door te laten zien wat hun toekomstdroom was. Maar hadden ze die eigenlijk wel?

Van Oorschot sprak een jaar lang met kinderen van de zwarte vmbo-school Waterlant in Amsterdam, en met kinderen van een arme school in een voorstad van São Paulo, Brazilië. Zo kwam hij erachter dat privéproblemen vaak alle tijd voor dagdromen over de toekomst opslokken. “De kinderen zeiden dingen als: ‘Ik hou van katten en ben aardig, dus word ik dierenarts.’ Dan is duidelijk dat zo iemand er totaal niet over heeft nagedacht. Dus blijf je praten. Wat kán je goed, hoe kun jij iets voor de wereld betekenen? Pas op het moment dat de kinderen meer zelfvertrouwen kregen, ontdekten ze wat bij hen past.” En zo bleek een stoere rastakop het allerliefst binnenhuisarchitect te worden, een arm Braziliaanse jongetje buitengewoon intelligent, en het meest schuchtere meisje van Waterlant eigenlijk best sexy.

“Leren dromen moet onderdeel worden van het onderwijs. Persoonlijke aandacht is veel belangrijker dan welke les dan ook. Laat kinderen nadenken over de vraag wat ze van hun leven willen maken. Pas dan weten ze waarom ze naar school gaan. Durven dromen is de enige manier om uit je achterstand te breken.”

Dromen doen. € 28,50. Te bestellen via [email protected]. Zie ook: dromenjongeren.blogspot.com.

Onderwerpen