Spring naar de content

‘Ruziezoeker? Ik?’

Ton Elias stond vroeger bekend als ‘driftkikker en onruststoker’. Nog altijd is hij ‘brandend ambitieus, keihard en soms godsonmogelijk’, maar ook: eerlijk, loyaal en gesteld op fatsoen. De ex-journalist, communicatiedirecteur en ondernemer is nu een jaar Tweede Kamerlid voor de VVD. ‘Ik ben nog maar net begonnen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Als hem, een klein jaar na zijn toetreding tot de VVD-Tweede Kamerfractie, gevraagd wordt om medewerking aan een weekbladprofiel, blijkt weer eens hoe vertrouwd de succesvolle ex-spindoctor is met het belang van beeldvorming.

Nadat Ton Elias zijn aarzeling over medewerking heeft overwonnen, gewordt ons een niet-aflatende stroom van mails, onder meer over enige van zijn mediaoptredens die ons mogelijk waren ontgaan. Want heus, het is niet bij dat ene optreden bij Pauw & Witteman over de winkelsluitingswet gebleven. In de wetenschap dat zijn portefeuille als Kamerlid zich niet automatisch vertaalt in de uitnodiging tot optreden in een veelbekeken talkshow, had hij de redactie van het programma warm weten te maken voor een dubbeloptreden van hem met de SGP’er Bas van der Vlies, die – primeurtje – nog nooit op de televisie was geweest.

Verder ontvingen we een stortvloed van feiten, om zijn opstelling te verduidelijken, dan wel zijn vasthoudendheid en ijver te illustreren. En een lange lijst van namen (met bijbehorende nulzesnummers) van een zeer divers gezelschap mensen uit zijn heden en verleden, dat wat hem betreft zou kunnen bijdragen aan een beter beeld van de persoon en politicus.

Last but not least kwam er ook nog het uiterst gedetailleerde beklag van een velletje of zeven (nog los van de drie bijlagen) dat hij deed naar aanleiding van een inmiddels alweer meer dan vijftien jaar geleden verschenen profiel in HP/De Tijd. Enerzijds onderstreept zo’n dossiertje zijn als ervaringsdeskundige opgebouwde ergernis dat reputaties voor een belangrijk deel ontleend worden (en blijven) aan de knipselmap, anderzijds dient het als waarschuwing in onze richting dat prudentie inzake de politicus Elias geen kwaad kan.


Hij is een control freak, die naar verluidt in woede kan ontsteken als zijn afspraak een paar minuten te laat is. We zijn die maandagmorgen dan ook aan de vroege kant als we aanbellen, na eerst een blik te hebben geworpen op zijn royale pand in de Haagse villawijk Marlot. Buiten wordt aan de sfeer van welstandigheid bijgedragen door de aanwezigheid van een elf jaar oude Mercedes uit het dure segment (zijn vintage Jaguar staat elders), binnen door de blijken van belangstelling voor het Haags impressionisme. De aankoop van het pand vormde destijds wel de spreekwoordelijke rib uit zijn lijf, ‘die maakte dat ik toen wel wat kistjes wijn, zoals jullie weten een hobby van me, van de hand heb moeten doen’.

Hoewel Elias nog onder de douche stond toen zijn bezoek op de bel drukte, was de ontvangst hartelijk. Onze gastheer vult letterlijk (als vlezige verschijning) en figuurlijk (dominant aanwezig als hij is) de eetkeuken. Vanwege een medische aandoening – pfeiffer – dient hij het een tijdje rustig aan te doen, maar daar valt vooralsnog weinig van te merken.

Ooit was hij lid van de PvdA, maar dat lidmaatschap zegde hij op toen W.F. Hermans de toegang tot Amsterdam ontzegd werd omdat de schrijver zich niet genoeg anti-apartheid had betoond. “Ik ben in 1994 VVD-lid geworden, maar mijn opstelling dateert van een paar jaar eerder, toen die waanzinnige linkse hetze plaatsvond tegen Joop van den Endes commerciële zenderavontuur TV10, waar ik toen net voor had gekozen. Toen het allemaal niet doorging met TV10, rees bij een boel mensen de vraag hoe dat nu verder moest. Moesten ze soms naar het arbeidsbureau? Toen zei ik: ‘Jongens, dat is toch niks voor ons, dat is voor mensen zonder armen en benen – laat mij desnoods maar aardbeien plukken.’ Ik herinner me toen te zijn aangekeken of ik gek was geworden. Maar ik dacht: als dat rechts is, ben ik vanaf nu dus rechts.”


Hij meldde zich bij de kandidaatstellingscommissie onder leiding van wijlen VVD-coryfee Gijs van Aardenne. “Men had plek 60 voor me in gedachten, dus daar heb ik voor bedankt. Men vond de overgang van journalistiek naar politiek te abrupt.”

Maar zijn vooral op idealisme gestoelde belangstelling voor het Kamerlidmaatschap als even eervolle als nuttige functie (want hij hoefde niet hogerop en al helemaal niet nog ergens burgemeester te worden) bleef. “In 2006 voerde de scoutingscommissie twee extra gesprekken met mij en onthield zich vervolgens van een oordeel. Waarom? Ik neem aan omdat ze dachten dat ik een ruziemaker was. Ik heb daarop gezegd dat ik me altijd aan afspraken hield. Geloofden ze dat: prima, en anders: dan maar niet. Ik heb dat beeld van ruziezoeker nooit begrepen. Al die mensen die dachten dat ik binnen een paar maanden een rel zou schoppen, hebben zich vergist. Ik wil hier een succes van maken en weet hoe het werkt. Ik ben iemand die zijn hele leven al zegt wat-ie vindt. Ik heb een geweldige hekel aan geleuter achter iemands rug om. Maar ten slotte werd ik op 30 augustus 2006 gebeld met de vraag of ik plaats 23 accepteerde. Die avond van 22 november 2006 kwamen we om kwart over elf tweehonderd stemmen tekort voor die 23ste zetel. Iedereen was al aan de drank toen ik pas een uur later hoorde dat ik het niet gehaald had.”

Zijn late entree, eind vorig jaar, nadat Henk Kamp bestuurder op de Antillen was geworden, impliceerde dat hij wat portefeuille betreft niet al te veel noten op zijn zang kan hebben. “Natuurlijk had ik Media een mooi onderwerp gevonden. Maar als je in zo’n fractie wilt gaan functioneren, dan moet je je neerleggen bij de geldende spelregels. Een van de afspraken is – en daar houd ik me aan – dat als het gaat over de algemene strategie van de VVD, die wordt uitgedragen door de heer Rutte, en niet door de heer Elias.”


“Ik heb geopteerd voor Economische Zaken of Verkeer en Vervoer, en het is het eerste geworden. Maar vergis je niet: als ik het heb over het te laat betalen van facturen door de overheid, dan komt dat echt uit mijn tenen, omdat ik er zelf als ondernemer mee te maken heb gehad. In de beginperiode van mijn bedrijf heb ik geld van vrienden moeten lenen om de salarissen te kunnen betalen omdat een of andere boterletter van een ambtenaar ergens niet tijdig een vinkje had gezet.”

Hij benadrukt zijn rol van beginnend Kamerlid, dat in dat eerste jaar vooral probeert de inhoud, techniek en bijbehorende handigheid van dat ambacht in zijn vingers te krijgen. “Ik zit niet in het fractiebestuur en heb in die zin geen deel aan het strategisch afwegingsspel; ik zit niet op zondagochtend bij Rutte thuis. In de fractie praat ik uiteraard mee over de algemene lijn en het is een VVD-gewoonte om samen te lunchen. Daar gaat natuurlijk ook het nodige over tafel.”

Elias komt naar eigen zeggen uit een ‘wat linksig milieu’. Zijn vader was onderwijsjournalist bij De Tijd en later bij NRC Handelsblad; zijn moeder was huisvrouw met uitgesproken meningen en belangstelling voor politiek. Zoon Ton trad, na een – niet-afgemaakte – studie politicologie, in de voetsporen van zijn vader. Hij begon zijn journalistieke loopbaan bij het universiteitsweekblad Folia Civitatis. Enkele jaren later strandde die carrière kortstondig op een gefnuikt hoofdredacteurschap. “Uitgerekend de matige, luie journalisten stemden tegen mijn benoeming. De in de journalistiek doorgeschoten democratiseringsgedachte dat – en tot op de dag van vandaag is dat het geval – een hoofdredacteur geen eigenwijze, eisende stellende keizer mag zijn, maar een door de redactie gekozen, dus per definitie op consensus gericht iemand moet zijn, heeft het verval ingeluid van het beroep. Dat speelde bij Folia toen ook.”


Van Folia ging het naar Den Haag Vandaag, een toen nog gezaghebbende actualiteitenrubriek, waar Elias zich ontpopte als een gretige, agressieve nieuwsjager, overtuigd van zijn eigen kwaliteiten. Het was dringen op de apenrots van Den Haag Vandaag, waar Elias het vooral gemunt had op zijn collega, eindredacteur Ferry Mingelen, door hem destijds omschreven als ‘een journalistieke minkukel die geen leiding kan geven’. Het conflict liep dermate hoog op dat hoofdredacteur Ed van Westerloo zich gedwongen zag in te grijpen. Het pleit werd beslecht in het voordeel van Mingelen.

“Het was heel simpel,” blikt Elias terug. “We vonden Mingelen veel te aanmatigend. Hij zou de kijkers weleens vertellen hoe het precies zat, in plaats van te laten zien wat er daadwerkelijk in de Kamer gebeurt. Dat is nog steeds zo. Is er in de Kamer een debat geweest waarin mevrouw Kant roept dat het een schande is en meneer Klink vindt dat het allemaal wel meevalt, dan zie je mevrouw Polak in NOVA zich een halve slag draaien: ‘En Ferry, hoe zit het nu écht?’ (met stemverheffing) Alsof die Mingelen weet hoe het zit. En daarbij: mevrouw Dobbelsteen uit Assen bepaalt zelf wel wat zij ervan vindt.” De journalistieke taak van de NOS, vervolgt hij, is het registreren van wat er in Den Haag gebeurt, met hier en daar een toelichting. “Maar je ziet alleen journalisten die achter politici aanrennen en wezenloze vragen stellen, en die al even wezenloze kruisgesprekken tussen journalisten onder elkaar. Als je elke dag met dedain praat over wat er in Den Haag gebeurt, gaan de mensen dat ook geloven. Gelukkig kijken er steeds minder mensen naar. Maar het is niet goed; toen niet en nog steeds niet. In die zin had minister Donner groot gelijk toen hij zei: ‘Het is de druppel die de steen uiteindelijk uitholt.'”


Tussen Mingelen en Elias is het niet meer goed gekomen. “Als we elkaar in de wandelgangen tegenkomen, knikken we minzaam.”

Na zijn gedwongen vertrek bij Den Haag Vandaag volgden kortstondige avonturen bij TV10 en De Krant op Zondag. Vervolgens vond Elias onderdak als anchorman van de Haagse redactie van RTL. Voor diezelfde omroep presenteerde hij, samen met Catherine Keijl, het politieke praatprogramma De Vierde Kamer. Keijl: “Ik was door de directie naast hem gezet, want het programma moest ook leuk zijn. Dat vond hij helemaal niks. ‘Wat moet ik met die vrouw van de 5 Uur Show?’ Ik was van alle kanten gewaarschuwd dat er met die man niet viel samen te werken, maar dat bleek mee te vallen. Hij kan ontzettend uit zijn dak gaan, is brandend ambitieus, keihard en soms godsonmogelijk. Maar als blijkt dat je iets kunt en je je niet laat imponeren door die grote bek van hem, dan is hij een voortreffelijke collega. Ik ben dol op Ton. Toen ik in de shit zat, was hij er voor me. Dat vergeet je niet.”

Aan zijn verbintenis met de Haagse RTL-redactie kwam een einde na een hoogoplopend conflict over de aanstelling van een nieuwe chef. Het ging om Frits Wester, tot dat moment spindoctor van CDA-fractieleider Elco Brinkman.

Bart Jochems, destijds parlementair redacteur bij RTL: “Twee dagen voor de verkiezingen, die zouden uitmonden in het kabinet-Kok I, werden we geconfronteerd met een missive van de hoofdredacteur Rik Rensen: ‘Frits Wester wordt jullie nieuwe chef en wie het daar niet mee eens is – daar is het gat van de deur.’ We hadden niets tegen Frits persoonlijk, maar hij had nul ervaring, trachtte de berichtgeving over het CDA te beïnvloeden en – dat was het ergste – we kregen niet langer informatie uit de wandelgangen over de formatie van Kok I, uit vrees dat die binnen de kortste keren op de CDA-burelen zou belanden.”


Er werd oproer gekraaid, en Elias, die door de hoofdredactie gezien werd als de kwade genius achter de revolte, werd tijdens een algemene redactievergadering op non-actief gesteld.

Jochems: “Het was geen eenmansactie van Ton, maar hij had zijn reputatie van driftkikker en onruststoker tegen. Onterecht. Hij is hard en scherp, ja, maar ik heb hem nooit kunnen betrappen op een dubbele agenda of achterbakse streken. Ik was net benoemd tot interim-chef, toen hij naar me toe kwam: ‘Dit is natuurlijk een debiele situatie, ik ben tien keer beter en meer ervaren dan jij, maar laten we een paar heldere afspraken maken.’ Daar hield Ton zich keurig aan, zelfs als hem te kennen werd gegeven dat hij maar twee minuten zendtijd kreeg, in plaats van de door hem gewenste acht. Dat laatste gebeurde regelmatig, want Ton heeft graag veel ruimte voor zichzelf.”

Na zijn vertrek bij RTL hoopte Elias zijn journalistieke loopbaan bij de NOS voort te zetten, maar de deur bleef gesloten, zelfs toen hij aanbood om voor de helft van zijn RTL-salaris aan het werk te gaan. Elias: “Ze moesten me niet. Letterlijk werd me gezegd: ‘We nemen geen mensen met RTL-bloed.'”

Overigens zijn de verhoudingen met RTL’s Frits Wester, na een goed gesprek ten huize van Elias, alweer een paar jaar hersteld.

Elias ging het bedrijfsleven in en werd directeur communicatie bij Aegon, waar hij het na vijf jaar voor gezien hield. Op 1 januari 2000 begon hij zijn eigen communicatie-adviesbureau.

“Wanneer ik twee minuten binnen ben bij een reclamebureau of communicatiebedrijf,” zegt hij met de stelligheid hem eigen, “zie ik al wat er mis is: glanzende bolides op de parkeerplaats, twee receptionistes achter de balie, van wie er één haar nagels zit te doen, duur meubilair en in elke kamer een eigen espressoapparaat. Dat soort bedrijven gaat als eerste over de kop. Bij mij ging het er zuiniger aan toe. Ik zeurde over enveloppen van het bedrijf die voor privédoeleinden werden gebruikt – toch twee euro. Mijn medewerkers kregen snel een auto, maar gekócht in plaats van geleasd, en twee jaar oud. Daar moesten ze vier jaar in blijven rijden – reken maar uit wat dat scheelt. En snel afscheid nemen van mensen die niet functioneren; ook daar was ik vrij radicaal in.”


Zo radicaal dat het altijd weer een verrassing was wie je bij het jaarlijkse uitje kon begroeten, herinnert Ronald Ockhuysen zich, destijds adviseur bij Elias BV. “Het moest altijd op zijn manier, en wie zich daaraan niet conformeerde, kon vertrekken en wel meteen. Hij is zeer overtuigd van zijn visie en gaat recht op het resul-taat af. Dat is niet altijd even handig. Je kunt een raad van bestuur wel adviseren om de hele communicatieafdeling met onmiddellijke ingang te ontslaan, maar dan jaag je meteen het halve bedrijf in de gordijnen, ook de mensen die je adviezen moeten uitvoeren.”

Elias hoort het geïnteresseerd aan. “Natuurlijk heb ik tegen mensen gezegd dat het me verstandiger leek om – als ze iedere dag om vijf uur thuis willen zijn – stukjes te gaan tikken bij de gemeente Zoetermeer, schaaltje zeven of acht. Wat is daarop tegen? Daar wordt die persoon gelukkiger van, en ik ook. Het zou veel vaker moeten gebeuren in Nederland. Van niet één beslissing om met iemand te stoppen, heb ik spijt. Ik heb het bovendien altijd keurig afgehandeld.”

Elias Advies werd in 2006 verkocht aan twee adviseurs, onder wie Bart Jochems. Sinds de verkoop van zijn bedrijf is Elias financieel nóg onafhankelijker. “En zoals jullie weten, is geld gemunte onafhankelijkheid.” Hij doet er nog weleens wat dingetjes bij op z’n oude vakgebied. “Soms belt er nog iemand en dan stuur ik een rekeningetje.”

Zijn grootste verbazing als Kamerlid is dat de Kamer zelf zo weinig tegenmacht organiseert.

Elias: “Onze VVD-fractie heeft zeven beleidsmedewerkers, die we 2120 euro bruto per maand mogen betalen. Los van mijn eigen medewerker kan ik dus nog voor een halve tot driekwart dag per week op iemand leunen. Ik pleit echt niet voor enorme staven, maar dit vind ik belachelijk weinig. Het bedrag waarmee het Rijk zijn budget voor externe adviezen overschrijdt, is, op jaarbasis, al vijf keer zo groot als de complete begroting van het hele parlement! En wat helemaal belachelijk is: andere fracties weten dit ook allemaal, maar er gebeurt niks, uit angst te worden uitgemaakt voor zakkenvuller. Maar ik vind het zeer goed te verdedigen om een paar miljoen extra uit te geven aan het parlement dat controleert of het kabinet het geld wel goed besteedt. Ik ga me daar de komende jaren voor beijveren.” Een van de gevolgen van het gebrek aan ondersteuning is de opmars van de lobbyisten. “Die komen met kant-en-klare amendementen aanzetten, en dat vind ik ongezond. Ze vinden het ook volkomen normaal dat je ze ontvangt. Dan bellen ze mijn medewerker en zeggen: ‘Plan een afspraak in.’ Pardon!! Zo werkt dat niet, althans niet bij mij.”


Zoals hij zijn bedrijf leidde, zo zou ook Nederland moeten worden geleid, vindt Elias. Maar helaas moet hij constateren dat er nogal wat schort aan de wijze waarop de BV Nederland omspringt met de haar toevertrouwde belastinggelden. Neem de IB-Groep, waar jaarlijks zestig miljoen aan externe advisering wordt uitgegeven. Geen haan, behalve Elias, die ernaar kraait. Nog een voorbeeldje: “Er is door Economische Zaken 4,5 miljoen aan facturen uitgegeven waar de Rekenkamer het predicaat dubieus aan geeft. Anderhalf miljoen daarvan is ten onrechte betaald. Niemand die dat interesseert, ook de populistische PVV niet. Saai onderwerp, denken Kamerleden en pers, geen eer aan te behalen. Onbegrijpelijk. Tenminste, voor wie het parlement als meer beschouwt dan een electoraal platform waar de hardste schreeuwers de meeste media-aandacht krijgen. Maar ik ga er wél over zeuren, want ik vind 4,5 miljoen een hoop geld. Ik heb in het gezegende jaar 2006 223 duizend euro belasting betaald. Mag dat misschien een beetje fatsoenlijk worden besteed?

“Ondertussen zie je in de Kamer hoe de pers, die in toenemende mate wordt gevormd door Rutger Castricums en Jakhalzen, bij de motiebalie, ook wel ‘de pisbak’ genoemd, zich druk staat te maken over het relletje van de dag. Er is nu veel minder aandacht voor de inhoud van de politiek, ook bij de serieuze pers.

“Wat je ziet, is dat Kamerleden het belangrijkste werk dat we hier doen, namelijk fatsoenlijke wetgeving en fatsoenlijke controle, veronachtzamen, en dat ze zich steeds meer richten op handigheidjes uithalen om de pers te halen. Ik heb nu al twee keer die schreeuwlelijk van een Hero Brinkman in een debatje tegenover me gehad en beide keren wist hij niet waarover hij het had.


“Nee, ik weet niet of ik mijn ellebogen moet bijpunten om hoger op de lijst te komen. Ik heb ook geen idee welke plek ik straks krijg. Ik steek gewoon mijn vinger op en dan zie ik het wel. Ik heb het gevoel dat ik nog maar net ben begonnen.”

Naam: Ton Maarten Christofoor Elias.

Geboren: Den Haag, 14 maart 1955.

Carrière: Ton Elias zet in 1977 zijn eerste schreden in de journalistiek als hij bij het Amsterdamse universiteitsblad Folia Civitatis gaat werken als eindredacteur. Hij doet dat tot 1982 – een jaar later behaalt hij zijn kandidaats politicologie aan de UvA. Afstuderen komt er niet meer van – van 1982 tot 1989 werkt hij als redacteur/verslaggever bij Den Haag Vandaag. Hij stapt in het (mislukte) TV10-avontuur van Joop van den Ende, om daarna tot 1995 als freelance journalist te werken voor onder meer RTL en Het Parool. Vervolgens maakt Elias de overstap naar het bedrijfsleven: bij Aegon is hij vijf jaar actief als directeur Communicatie. In 2000 zet hij twee adviesbureaus op: Elias Communicatie en Elias Advies, waar hij tot 2007 directeur van blijft. In 2006 maakt hij een nieuwe stap: hij stelt zich voor de VVD verkiesbaar als Kamerlid. Eind 2008 is het zover: hij neemt de zetel over van de vertrekkende Henk Kamp.

Onderwerpen