Spring naar de content

Babymoord

De vondst in Nij Beets van vier vermoorde en op zolder in koffers verstopte baby’s trok veel media-aandacht. Toen ik er voor het eerst van hoorde, zat ik in de auto op de terugweg van vakantie in Frankrijk, waar de week daarvoor de voorpagina’s van de provinciale krant werden gedomineerd door zes of zeven opgegraven babylijkjes – het exacte aantal staat me niet meer bij – in een tuin van een boerderij in Bretagne. Vanzelfsprekend was in beide gevallen sprake van grote publieke ontsteltenis en de vraag hoe iets in het oog lopends als een zwangerschap ettelijke keren onopgemerkt kan blijven. In een radioreportage vertelde een dorpsgenoot van de verdachte moeder dat hij bij het ontwaren van politieauto’s en de wegafzetting had gevreesd dat er misschien iemand vermoord was, maar dat er iets nog veel ergers aan de hand bleek te zijn: vier babylijkjes!

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Op dat moment dacht ik: kom kom, tut tut, het is erg, maar is het ook erger dan wanneer iemand anders van het leven beroofd zou zijn? Moord is altijd verontrustend, maar is moord op een pasgeborene extra verontrustend? Mij lijkt van niet, en in het algemeen waren de reacties op deze zaak dan ook redelijk ingehouden. Geschoktheid overheerste, terwijl veel mensen tegelijk compassie met de moeder aan de dag legden en wezen op de noodzaak van hulpverlening, afgezien van de onvermijdelijke straf voor de gepleegde misdaden. Deze mening werd ook vertolkt in een hoofdredactioneel commentaar in NRC Handelsblad.

Filosoof Ger Groot juicht in dezelfde krant deze welwillende houding toe, maar vindt dat er seksisme in het geding is, omdat mannelijke kindermoordenaars (bijvoorbeeld in de afdeling eerwraak) op heel wat minder empathie van het publiek kunnen rekenen, terwijl er bij hen van minstens evenveel psychische getroubleerdheid sprake zal zijn. Hij pleit er niet voor om de moordende moeders even categorisch af te serveren als de moordende vaders, maar om begrip niet alleeen voor de moeders te reserveren.

Of Ger Groot hier daadwerkelijk een staaltje onversneden seksisme te pakken heeft, betwijfel ik. Zodra de kinderen iets ouder zijn dan pasgeboren, gaat het verschil in bejegening van vrouwelijke of mannelijke kinderdoders helemaal niet meer op. Uit Amerika herinner ik me het geval van een moeder die haar twee kinderen van zes en acht jaar vermoordde door ze in autostoeltjes vast te gespen en de auto het water in te laten rijden, en die vervolgens een oproep deed, omdat haar kinderen waren ontvoerd. Een andere moeder verstikte haar kinderen met een kussen. De publieke opinie was woedend en legde in het geheel geen empathie aan de dag voor de psychische nood van de moordenaressen.


Woede is het onderscheidende element tussen moord op een pasgeborene door de moeder en het vermoorden van alle andere kinderen. Wie een kind vermoordt dat ‘er al is’, schaadt vanzelfsprekend het kind, maar ook de maatschappij, oftewel de gemeenschap van mensen die een relatie met dat kind onderhouden. Als een vader een pasgeborene aan de moeder ontrukt en vermoordt, pleegt hij een grotere misdaad dan wanneer een moeder na een geheime bevalling de pasgeborene vermoordt. De man schaadt immers de baby én de moeder, terwijl de vrouw alleen de baby schaadt en niet de maatschappij, want die weet van niets. Ook al komt de misdaad later aan het licht, het feit geeft toch minder woede.

De moeder-kindrelatie is gedurende de zwangerschap kwalitatief anders dan de vader-kindrelatie. De moeder heeft fysiek eigendomsrecht en kan de foetus laten aborteren bijvoorbeeld, terwijl de vader daar geen enkele zeggenschap over heeft. Hij kan de vrouw niet dwingen tot abortus, hij kan haar ook niet tegenhouden. Over de wettelijke termijn van abortus valt te twisten en dat gebeurt dan ook. Boven de grens van levensvatbaarheid (24 weken) is abortus niet meer toegestaan, wat niet wegneemt dat het aborteren van een vier-maanden-foetus ook behoorlijk barbaars is. De EO heeft wel eens onprettige filmpjes laten zien, waaruit je maar één conclusie kunt trekken: abortus is moord. Toch houdt de publieke opinie in meerderheid vast aan het idee dat abortus legaal moet blijven. Postnatale abortus is een misdaad waar terecht straf op staat. De maatschappij moet tenslotte ergens een grens trekken. Maar de woede over deze vorm van wetsovertreding is minder, zodat compassie vanzelf meer de kans krijgt.