Spring naar de content

Waarom Ruby niets te vrezen heeft

Lieve Ruby, 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Olga Kortz

Vorige zomer was ik op Sardinië. Van mijn peettante had ik begrepen dat Sardinië een prachtig eiland is. Wonderschone natuur, schappelijke prijzen en de plaatselijke bevolking zou sympathiek zijn. Op het moment dat ik arriveerde was het denk ik bijna 40 graden Celsius. De dame van wie ik een appartement huurde via de website airbnb.com –mocht je ooit nog eens ergens een appartement willen huren, lieve Ruby, probeer het via airbnb.com- sprak amper Engels. De mailtjes die ik van haar ontving had ze of door een vertaalmachine gehaald, of, en dat is denk ik waarschijnlijker: de Engelse woorden die ze gebruikte, had ze zelf verzonnen.

Ik zou haar nooit ontmoeten. Ze had de sleutel van het huis onder het zeil van de barbecue verstopt. Toen ik het huis eenmaal gevonden had, bleken er vijf barbecues op het terrein te staan. En zoals wel vaker met gokken: ik gokte vier keer de verkeerde barbecue. Enfin. Uiteindelijk was ik binnen, had ik me opgefrist, een paar kasten opengetrokken, alles gedaan wat je doet als je de plaats van bestemming bereikt hebt. Ik wist niet of Sardinië mij zou brengen wat ik ervan verwacht had, ik voelde het.

Ik verkende het eiland. Ik reed richting Porto Rotondo, richting het huis van een van jouw, waarschijnlijk, grootste klanten. Ik had de berichtgeving niet heel nauwlettend gevolgd. Ik wist niet zeker of jouw grootste klant nog steeds een buitenhuis in Porto Rotondo bezat. Ik probeerde blote borsten te zien. Blote geslachtsdelen, zoals op de foto’s van El Pais. Ik zag niets. Ik maakte rechtsomkeert en verdwaalde hopeloos. Pas om middernacht vond ik mijn huis. En zo ging dat de rest van de twee weken dat ik daar was. Ik zocht iedere dag naar bunga bunga party’s, iedere dag verdwaalde ik in die Sardijnse slangenkuil. Uiteindelijk vond ik er alleen een verdwaalde hond, en die heb ik meegenomen. Was het een vrouwtje geweest, had ik haar Ruby genoemd.

Gisteren las ik dat er zes jaar geëist is tegen een van jouw, waarschijnlijk, grootste klanten. Je zou miljoenen van hem ontvangen hebben. In ruil voor illegale seks en hij zou je het nichtje van Muburak mogen noemen.

Lieve Ruby, ook ik heb op mijn vijftiende weleens gekust met iemand met wie dat verboden was, vanwege zijn leeftijd. Toen de mensen daar lucht van kregen, kreeg ik onsympathieke bijnamen. ‘Het nichtje van Mubarak’ zou ernaast verbleken. Ik heb het bed niet met hem gedeeld, maar had ik er fatsoenlijke bedragen voor ontvangen, zoals jij, dan weet ik niet of ik anders gehandeld had. Het enige cadeau dat ik van de man in kwestie kreeg was een boek met alle liedteksten van Ramses Shaffy. Hij gooide dat op mijn zestiende verjaardag door de brievenbus.

Lieve Ruby, zoals we van Italië gewend zijn, gaat iedere storm wel weer liggen. Bevinden de enige verliezers zich onder het volk. Jij bent het volk allang ontstegen. Hou je koest. Heb geduld. Alles zal goedkomen.

Liefs,

OK