Spring naar de content
bron: anp

Tommaso Buscetta, de eerste pentito

In aanloop naar de uitspraak in het Marengo-proces schetst antropoloog en criminoloog Hans Werdmölder, auteur van het boek De Zaak Ridouan T., in een vierdelige serie de opkomst van de maffia in Nederland. Deze week het tweede deel over Tommaso Buscetta, de eerste spijtoptant, die later kroongetuige werd en ervoor zorgde dat honderden maffiosi werden gearresteerd. Hij gaf als eerste pentito een blik op de maffia van binnenuit.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Hans Werdmölder

In Italië werken op dit moment zo’n 1200 voormalig criminelen, zogeheten ‘spijtoptanten’, samen met justitie. Voor hun ‘dubieuze rol’ wordt hen een lichtere straf opgelegd en kunnen zij rekenen op bescherming en een andere identiteit. Een groot aantal heeft zijn gezin en schoonfamilie meegenomen in het succesvolle getuigenbeschermingsprogramma. Tommaso Buscetta (1928-2000) was de eerste serieuze spijtoptant van de maffia, in het Italiaans een pentito, die bereid was met justitie samen te werken. Hij noemde zichzelf een ‘man van eer’ en, naar eigen zeggen was hij een heel goede getuige. De verklaringen en herinneringen die Buscetta heeft opgebiecht gaan meer dan een halve eeuw terug.

Tommaso Buscetta werd geboren in de Siciliaanse hoofdstad Palermo en de jongste uit een gezin van zeventien kinderen. Al jong zette hij de eerste stappen in de criminaliteit. De Cosa Nostra (letterlijk ‘onze zaak’) had voor hem iets fascinerends; een Fraternella (geheim broederschap) oftewel een genootschap van ‘mannen van eer’. In zijn ogen was de Cosa Nostra ook een ‘organisatie voor wederzijdse hulp’. Het lidmaatschap vindt plaats via een ritueel. Een paar druppels bloed uit de vinger van de noviet wordt aangebracht op een prentje met Maria Boodschap. Het prentje wordt vervolgens in brand gestoken. De noviet moet het plaatje vasthouden totdat het helemaal is opgebrand. Intussen wordt de eed van trouw afgelegd. Als je het geheime genootschap verlaat of verraadt zul je branden in de hel. Het plegen van een moord behoort tot een impliciete code om lid te kunnen worden van de Cosa Nostra. Daarnaast kent het genootschap de code van stilzwijgen, de omertà. Tussen 1949 en 1952 verbleef Buscetta in het buitenland, in Argentinië en Brazilië, waarna hij terugkeerde naar zijn geboortegrond. In 1963 vluchtte hij vanuit Italië naar de VS waar hij de maffiafamilie Gambino hielp bij het opzetten van pizzeria’s, die fungeerden als frontstores voor een grootschalig netwerk van drugshandel. Dat was de beroemde Pizza-connection. In 1968 werd Buscetta in Italië bij verstek veroordeeld voor twee moorden. Omdat Italië niet direct vroeg om zijn uitlevering, vluchtte hij in 1970 naar Brazilië. Hij werd daar alsnog gearresteerd en uitgeleverd naar Italië, waar hij zijn eerdere opgelegde straf moest uitzitten. Ondanks het respect dat Buscetta binnen de Cosa Nostra genoot, was hij in rang niet hoger dan een soldaat. In de gevangenis van Palermo hoorde hij dat het hoofd van zijn maffiafamilie, een capo, hem zelfs uit het genootschap had willen zetten vanwege de respectloze wijze waarop hij zijn eerste twee vrouwen had behandeld. Tussen 1972 en 1980 zat Buscetta in de gevangenis. In 1980 wist hij uit gevangenschap te ontsnappen en vluchtte naar Brazilië, ook om aan de interne Siciliaanse maffia-oorlogen te ontkomen. In Brazilië hoorde hij dat zijn twee zonen in Palermo waren gedood door de maffiaclan van Corleone, de broedplaats van de maffia. Later hoorde hij dat de moorden waren uitgevoerd door een vriend van hem. Hij liet zijn vriend, Salvatore Cancemi, weten: ‘Je kon niet weigeren. Ik vergeef je want ik weet wat de Cosa Nostra is.’ Binnen de Cosa Nostra dienen opdrachten altijd stipt te worden uitgevoerd.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap