Spring naar de content

Zomergast Freek de Jonge: een les in (zelf)vertrouwen, discipline en concentratie

De aankondiging dat Freek de Jonge dit seizoen bij Zomergasten zou aanschuiven zal velen met een onplezierig gevoel hebben vervuld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tim Jansen

Drie uur luisteren naar een van het eigen gelijk overtuigde ouwe zuurpruim, zullen sommigen gedacht hebben. Want Freek de Jonge heeft te kampen met enkele hardnekkige (voor)oordelen. Hij is verzuurd. Hij is allang over zijn top heen. Hij is arrogant. En Freeks uitgedragen morele en politieke overtuigingen zouden niet overeenkomen met zijn levensstijl. Kritiek samen te vatten als ‘links lullen, rechts vullen’.

Interviewer Wilfried de Jong deinsde er niet voor terug om deze onderwerpen aan te snijden. De cabaretier gaf in veel gevallen adequaat antwoord op de vragen, al bleven er een paar mooie vragen open. In zijn antwoorden keerde De Jonge constant terug naar drie kernwoorden: vertrouwen, discipline en concentratie. Deze drie eigenschappen zouden ten grondslag liggen aan succes. In ieder geval aan De Jonge’s eigen succes. De cabaretier schetste de jonge variant van zichzelf als een flierefluiter die pas gedisciplineerd werd door de samenwerking met Bram Vermeulen. De andere helft van Neerlands Hoop speelde in het Nederlands volleybalteam en kaatste elke dag zes uur lang een bal tegen de muur. Door jezelf te disciplineren en je te concentreren kun je iets onder de knie te krijgen. Dit illustreerde De Jonge mooi met misschien wel het bekendste filmpje uit de golfsport. Tiger Woods die zich concentreert voor een welhaast onmogelijke chip en vervolgens het balletje met een enorm effect in de hole ziet verdwijnen.

Een ander fragment dat om zelfvertrouwen gaat komt uit de documentaire The Choir: Military Wives, waarin een jonge koordirigent vrouwen van Engelse Afghanistangangers samen laat zingen. Aanvankelijk zijn de vrouwen onzeker, maar uiteindelijk staan ze blakend van zelfvertrouwen in de Royal Albert Hall te zingen. Over zijn eigen zelfverzekerdheid en vermogen tot het incasseren van kritiek is de cabaretier wat ambigu. Enerzijds vermeldt hij trots dat hij met Neerlands Hoop de wens had ‘nooit doodgeknuffeld te worden door het publiek’. Tegenover de constatering dat hij hierin geslaagd is, staat dat hij ‘een gebrek aan waardering voelt’, daarbij verwijzend naar kritieken op zijn werk en persoonlijkheid.

Op de kritiek dat zijn gedrag niet in lijn was met de moraal die de cabaretier verkondigde, stelde De Jonge deze zich aan te trekken. Helaas verzuimde De Jong op dat moment door te vragen welke gevolgtrekkingen De Jonge hier uit trok. Veranderde dit zijn innerlijke morele overtuigingen? Verkondigde hij daarna een andere boodschap? Of paste de cabaretier zijn levenswandel aan? Alle kritieken hadden De Jonge wel gehard, emotielozer gemaakt. Door te concentreren op zijn werk had hij zijn emoties lange tijd uitgeschakeld. Pas bij de komst van zijn kleindochter liet De Jonge emoties weer toe. De Zomergast sprak open en bedachtzaam over de tragische momenten in zijn leven (De Jonge verloor een zoon en een kleindochter). De Jonge durfde voor een fragment te kiezen dat dicht bij het overlijden van zijn kleindochter kwam. We zagen de Britse hersenchirurg Henry Marsh terugkeren naar Oekraïne, waar hij de moeder van een meisje bezocht dat hij jaren eerder tevergeefs had proberen te redden van een hersentumor. Dit fragment dat draaide om de (gesneefde) hoop was een mooi en droevig uitstapje buiten het drieluik van succes (vertrouwen, discipline, concentratie) dat de hele avond gepredikt werd.

Het verhaal over het drieluik had nog interessanter kunnen worden na het fragment waarin we de op leeftijd zijnde komiek Danny Kaye zagen. De Jonge betrok dit op zichzelf en gaf aan door te gaan met optreden zolang het gaat zoals het nu gaat. Wel betreurde hij het dat een ‘angry young man’ leuk werd gevonden, terwijl de ‘angry old man’ als zuurpruim wordt weggezet. Hoe dan ook: De Jonge gaat ook door als er nog maar tweeduizend man naar zijn voorstelling willen komen. Dan worden het twintig zaaltjes van honderd, aldus De Jonge. Misschien uit ijdelheid, maar vooral uit liefde voor wat hij doet. Kunst maken. Iets dat hij doet met zelfvertrouwen – arrogantie was gisteravond niet te zien.

Arrogantie is jezelf of je eigen werk boven dat van anderen stellen. De Jonge sprak niet neerbuigend over anderen, noch vond hij zichzelf beter dan anderen. Aan zelfvertrouwen in zijn eigen harde werken ontbreekt het de cabaretier niet. Daarom was het einde van de show zo typerend. Toen alle fragmenten van de avond nog kort op het grote scherm passeerden ging De Jonge daar op een kenmerkende wijze naar staan kijken. Handen in de zakken, het bovenlijf onhandig naar achteren gebogen. Niemand kan zo onooglijk zelfvertrouwen uitstralen als De Jonge. Het oude lijf schreeuwt in stilte: ‘dit is wie ik ben en daar doen jullie het maar mee.’ En gelijk heeft hij.

Bekijk de uitzending hier terug.

freek de jonge zomergasten recensie