Spring naar de content

Boekenweek 2015: literaire waanzin en normale mensen

Na elk nieuw boek verzuchtte zijn vader dat er ‘weer geen normaal mens in voorkwam’. Het is een verwijt dat Gerard Reve in brieven, interviews, en ongetwijfeld ook in halfdronken gesprekken, uitmolk. Vaak gevolgd door de uitspraak dat normale mensen, als die al bestonden, in elk geval niet in geslaagde literatuur te vinden waren.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Dries Muus

Het klinkt sympathiek. Plausibel ook. Wat valt er in godsnaam voor spannends te vertellen over normale mensen? Over min of meer gelukkige, of gemiddeld ongelukkige, levens? Groots en meeslepend willen we leven, en als dat niet lukt, dan willen we in ieder geval lezen over mensen die dat wél doen – ook als het hun ondergang betekent. Juist als het hun ondergang betekent, misschien.

Goed gekozen dus, dat Boekenweekthema. Waanzin. Don Quichot, Madame Bovary, Frits van Egters, Henry Chinaski, de uitvreter, Jörgen Hofmeester – een groot deel van hun onweerstaanbaarheid zit ’m in de gekte. De grenzen die ze overgaan. Grenzen die de gemiddelde lezer misschien weleens van een afstand heeft gezien, misschien zijn we er weleens voorzichtig naartoe geschuifeld, hebben we er zelfs een stap overheen gezet – om vervolgens zo hard als we kunnen terug te sprinten naar de veilige, normale gebieden.

Normale mensen
Maar hoe aantrekkelijk literaire waanzin ook is, toch wringt er iets aan het idee dat normale mensen niet in goede boeken thuishoren. De door Reve zo geliefde Toergenjev voerde de ene na de andere normale mens op. Sentimenteel, temperamentvol, verlegen, angstig – zeker. Maar waanzinnig? Rijp voor het gekkenhuis? Nou nee.

Over Tolstoj schreef Karel van het Reve, Gerards Geleerde Broer: “Zijn helden zijn allemaal – als de lezer begrijpt wat ik met dat vreemde woord bedoel – ‘normale’ mensen. Ze willen allemaal graag gelukkig zijn. Als het ze goed gaat zijn ze ontroerd door de wonderbaarlijke wijze waarop de wereld in elkaar zit, en als het ze slecht gaat hebben ze de indruk dat het leven een zinloze kwelling is.”

Een van de beste romans van de afgelopen jaren, The Love Affairs of Nathaniel P. van Adelle Waldman, wordt bevolkt door compleet herkenbare, normale mensen. Wanhopig en gefrustreerd, soms vriendelijk, soms schofterig, ze willen allemaal graag gelukkig zijn en heel af en toe lukt ze dat. Groots is het niet. Meeslepend zeker wél. Sommige heel goede schrijvers kunnen het normale fascinerend en ontroerend maken, en soms is dat een verademing.