Spring naar de content
bron: ANP/EPA/Ivan Sekretarev/Pool

Het Balkanplan van Poetin loopt uit op een fiasco

Het leek allemaal zo voor de hand liggend voor Poetin’s Rusland. Richt je pijlen op de ‘orthodoxe, Slavische broeders’ in de Westelijke Balkan en je hebt er zo vier nieuwe bondgenootschappen tegen de zuidoostelijke grens van de Europese Unie bij. Maar de flirt van het Kremlin met Servië, Montenegro, Macedonië en Bosnië en Herzegovina lijkt grotendeels op een blauwtje uit te lopen, zo meldt de Londense denktank International Institute For Strategic Studies. Daar kunnen ze wel eens gelijk in hebben.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Paul Geraedts

Vanuit historisch oogpunt lijken de cultureel, religieuze en historische banden tussen de Balkan en Rusland afdoende voor nauwe betrekkingen. Het geheel zit echter gecompliceerder in elkaar. Een verassing is dat niet; in deze etnisch diverse regio op de grens van de Europese Unie zit zo’n beetje alles gecompliceerd in elkaar. Maar een ding lijkt duidelijk: een pan-Slavisch bondgenootschap met Rusland zit er voor de vier landen van het voormalig Joegoslavië niet in.

Montenegro

Neem allereerst het dwergstaatje Montenegro met slechts 644.000 inwoners, in 2006 afgescheiden van een kortstondige unie met Servië. Tegen de wil van Poetin in trad het land in mei 2016 toe tot de NAVO. Uiteraard is het toetreden van een klein — en dus militair gezien vrij waardeloos — land als Montenegro een strategische actie, die een duidelijk signaal naar Rusland stuurt. Rusland antwoordde met sancties. Het land is een grote investeerder in Montenegro, met name in de toeristenindustrie. Op dit moment is Montenegro kandidaat-lid voor EU-lidmaatschap.

Anti-NAVO protest in de Servische hoofdstad Belgrado. Terwijl de regering een pro EU-koers vaart, is er onder de bevolking ook draagvlak voor nauwere banden met Rusland, veelal gevoed door de herinnering aan de NAVO-bombardementen van 1999. Beeld: ANP

Servië

Dan is er Servië. Dat land heeft lang als bad boy van de Balkan in een isolement gezeten. Tegenwoordig vaart de huidige regering onder president Aleksandar Vucic een steeds duidelijker wordende pro-EU koers. Een laatste wapenfeit voor de regering-Vucic in Belgrado is het aanstellen van de openlijk lesbische Ana Brnabic als premier van het land. Terwijl er in eerste instantie gejubeld werd door buitenlandse media — de situatie voor LGBT’ers in het conservatieve balkanland is niet al te best — lijkt de ware reden minder nobel.

Wit voetje

Met Brnabic haalt president Vucic hopelijk een wit voetje bij de Europese Unie en stelt hij tegelijkertijd een marionet aan die naar zijn pijpen danst. Terwijl de huidige regering er werk van maakt om lid te worden van de EU, zit een NAVO-lidmaatschap er voor Servië hoogstwaarschijnlijk niet in. De herinneringen aan de NAVO-bombardementen van 1999 zitten nog vers in het geheugen gegrift. Volgens veel Serviërs een regelrechte oorlogsmisdaad, bovendien uitgevoerd zonder VN-mandaat.

Macedonië

Het kleine, etnisch diverse Macedonië zit al sinds 2015 in een politieke impasse waar maar moeizaam een eind aan komt. Het land heeft bovendien een grote Albanese minderheid. Een kwart van de bevolking is Albanees en eist meer rechten. Ook dit land staat sinds 2005 op de kandidatenlijst van de EU, maar in tegenstelling tot noorderbuur Servië worden er nog weinig concrete stappen ondernomen.

Toenaderingspogingen van Rusland strandden onlangs op de politieke situatie in het land. De door Moskou gesteunde nationalistische partij VMRO-DPRO moest de macht afgeven aan de Sociaal-Democraten onder leiding van Zoran Zaev, die als een van de doelstellingen heeft om de gestrande gesprekken met de EU weer op te starten.

President Milorad Dodik van de Republika Srpska met Vladimir Poetin. Beeld: ANP

Bosnië en Herzegovina (Republika Srpska)

Een ander complex vraagstuk is Bosnië en Herzegovina. Het land bestaat uit twee delen met een grote autonomie: de Kroatisch-Bosnische Federatie en de Servische Republiek (Republika Srpska). Srpska heeft een grote meerderheid aan etnische Serviërs.

Dit gedeelte is misschien wel het meest Rusland-minded van de vier gebieden waar Poetin zijn invloedssfeer wil uitbreiden. De president van de RS, Milorad Dodik, onderhoudt goede contacten met Poetin. Rusland is een belangrijke handelspartner voor de economisch zeer zwakke republiek. Ook ondersteunt Rusland het verlangen van de Bosnische Serviërs om zich af te scheiden via een referendum.

‘Stabilotacracy’ boven Europese waarden?

Voor alle vier hierboven genoemde landen geldt een ietwat andere situatie.  Al zijn er ook raakvlakken die voer tot nadenken scheppen. Democratie is op de Balkan een rekbaar begrip; politici bekommeren zich in eerste instantie om zichzelf en het behoud van het pluche. President en voormalig premier Vucic in Servië is daar een goed voorbeeld van. In alle genoemde landen zijn de democratieën fragiel en kalven vrije waarden steeds verder af.

Het falen van Rusland in de Balkan is dan ook geen reden tot juichen. Het lijkt er namelijk steeds meer op dat de Europese Unie op de Balkan de voorkeur geeft aan stabiliteit boven een werkelijk respect voor — en naleving van — democratie, mensenrechten en een functionerende, eerlijke rechtsstaat.

De onderzoekers van het International Institute For Strategic Studies hebben daar een treffende term voor bedacht: Stabilitocracy; een schijndemocratie die ondanks alle problemen in het land toch toe mag treden tot gesprekken met Brussel. Zo lang de stabiliteit in dit van oudsher turbulente gebied maar bewaard blijft en Rusland zoveel mogelijk buiten de deur gehouden wordt.

Paul Geraedts doorliep vanaf oktober 2015 een Master in Conflictstudies aan de Faculteit Politicologie van de Universiteit van Belgrado.

Onderwerpen