Spring naar de content
bron: ANP/Vincent Jannink

Een gesprekje over mannenvoetbal anno 2020

Dione de Graaff: “Dames en heren, welkom bij de NOS, welkom bij deze eerste wedstrijd van de Nederlandse mannen op dit Europees Kampioenschap. Onze jongens spelen vanavond tegen de Roemeense mannen en hier in de studio in Hilversum zitten onze analisten. Welkom Sarina Wiegman, welkom Anouk Hoogendijk en welkom Rafael van der Vaart. Jongens, vanavond spelen dus onze mannen voor het eerst sinds zes jaar weer eens een wedstrijd op een eindtoernooi – wat verwachten jullie?”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Frank Heinen

Sarina Wiegman: “Ik denk dat het wel eens een heel moeilijk toernooi kan gaan worden voor de mannen. Je merkt toch dat er in andere landen de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd in mannenvoetbal, met name in het Oostblok is het niveau echt met sprongen vooruitgegaan, met name tactisch, en in Nederland zie je dat er eigenlijk niet eens genoeg goeie mannelijke voetballers zijn om een volwaardige competitie te vullen.”
Anouk Hoogendijk: “Het klopt natuurlijk wat Sarina zegt, maar we mogen niet vergeten dat Nederland van oudsher natuurlijk een land is waar mannenvoetbal hartstikke populair was. Sla de geschiedenisboeken er maar op na. Er is denk ik nog altijd veel potentie, waar het vooral om gaat is dat we de jeugd weer weten aan te spreken.”
DdG: “Klopt dat Rafael? Kan Nederland weer een mannenvoetballand worden als jongens weer nieuwe rolmodellen, nieuwe voorbeelden krijgen?”
Rafael van der Vaart: “Ik denk het wel. In mijn tijd keek je op tegen mannen, spelers van Ajax en Oranje en zo. Er was ook best vaak mannenvoetbal op televisie toen.”
DdG: “Bij de NOS zonden we toen nog iedere zondag de mannencompetitie uit.”
AH: “Hahaha.”
SW: “Kun je je nu niet meer voorstellen.”
DdG: “Na de eerste wedstrijd tegen Albanië was er ook kritiek. Er waren mensen die zeiden: ‘Dit heeft niets met voetbal te maken’.”
AH: “Kijk, je kunt honderdduizend dingen zeggen over het niveau. Dat het ondermaats is, dat het nog niet op het niveau staat dat we gewend zijn…”
SW: “Dat het saai is, dat de spelers weinig sympathiek ogen, dat er te veel tegen de scheidsrechter gezanikt wordt…”
AH: “Dat het enthousiasme ontbreekt, dat het te veel om geld draait…”
SW: “Dat spelers zich aanstellen…”
AH: “Dat het eigenlijk niet om aan te zien is…”
SW: “En dat is natuurlijk allemaal waar, maar het is denk ik vooral belangrijk is dat je het voetbal zoals wij dat nu kennen niet steeds gaat zitten vergelijken met het voetbal wat we nu zien. Waarom dat vergelijken? Waarom kan het niet naast elkaar bestaan?”
DdG: “Rafael?”
RvdV: “Kijk, die kritiek komt natuurlijk uit de bekende hoek. Een stel zure, oude vrouwen die denken dat ze het voetbal hebben uitgevonden. Terwijl ik tegen iemand als Vera Pauw zou willen zeggen: kom gewoon eens kijken bij een mannenwedstrijd! Dan zie je dat daar net zo veel enthousiasme, net zo veel beleving, net zo veel techniek aan de dag wordt gelegd als bij de vrouwen. En natuurlijk: het spel zal dan wat vaker stil liggen. Wij hebben nou eenmaal die lagere pijngrens, daar is niks aan te doen. Maar als ik dan lees dat mevrouw Pauw zegt dat wat de mannen doen niks met topsport te maken heeft, dan vind ik dat vooral verdrietig.”
AH: “Die jongens halen, op hun niveau, ook gewoon het maximale uit zichzelf.”
SW: “Natuurlijk hoor ik ook mensen zeggen: waarom zou ik nu opeens naar mannenvoetbal gaan kijken? Ik kijk toch ook niet naar mannentennis?”
DdG: “En wat zou je tegen die mensen willen zeggen?”
SW: “Ja nou ja… er zit natuurlijk wel wat in.”
DdG: “Anouk, stel: Nederland wint vandaag van Roemenië. Wat betekent dat voor de aandacht voor het mannenvoetbal?”
AH: “Ja, die kan dan een enorme boost krijgen. Het moet weer gaan leven, mensen moeten weer met Miedema-knotjes naar hun werk, zoals toen we vorig jaar wereldkampioen werden.”
SW: “Zo’n hype zie ik niet snel meer gebeuren.”
AH: “Dat is inderdaad misschien wat veel gevraagd.”
DdG: “Wat wel leuk is, is dat je – ook vanavond weer – steeds meer mannen in het stadion ziet.”
AH: “Dat is heel belangrijk voor de toekomst van het voetbal.”
SW: “Voetbal is er voor iedereen. Ook voor mannen.”
DdG: “De interesse voor de mannen is er wel in Nederland – rond zo’n toernooi. Rafael, hoe zorgen we ervoor dat het hier niet bij blijft? Rafael? Jongens, kan iemand Rafael even wakker schudden?”
RvdV: “De grootste valkuil is toch dat we nu gaan denken dat iedereen naar de mannen-Eredivisie gaat kijken als onze jongens het hier goed doen.”
SW: “We moeten het wel in perspectief plaatsen: dit toernooi vindt plaats in de zomer. De Tour is nog niet begonnen, het regent op Wimbledon, de Vierdaagse is nog een maand weg en de Eredivisie ligt al weer een tijdje stil. Dan moeten mensen bijna wel mannenvoetbal kijken.”
AH: “Toch kijk ik wel uit naar vanavond.”
DdG: “Heel goed, Anouk, dankjewel voor het bruggetje. Zo meteen gaan we naar Rivkah op het Veld, die staat op het veld bij bondscoach Daphne Koster, maar eerst even kort: wat verwachten jullie van vanavond?”
AH: “Ik verwacht dat onze Oranje Leeuwen het weer goed gaan doen.”
SW: “Als ambassadeur van dit toernooi hoop ik natuurlijk in de eerste plaats op een spectaculaire wedstrijd.”
RvdV: “Ik verwacht een gelijkspel. Maar een doelpuntrijk, leuk gelijkspel. Het blijft tenslotte een vrouwensport.”