Spring naar de content
bron: Paul Tolenaar

Drie broers in rouw: ‘Gewone lieve mannen moeten niet dood willen’

Hoe is het als je bloedeigen broer niet meer wil leven? Nathan Vos (hoofdredacteur Zin Magazine), Marcel Langedijk (journalist en schrijver) en Justus Donker (kunstenaar) weten het. ‘Het gemis wordt steeds erger.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nathalie Huigsloot

Ik zag hoe mijn ouders naar hun zoon keken. De zoon die het altijd zo goed had gedaan. Die een huwelijk had gehad, twee zoontjes, een eigen zaak, een groot huis met een sauna, een heel dure Volkswagen, een burgerlijk leven inclusief ski- en zomervakantie, dure apparatuur en zo’n klotetrampoline in de achtertuin.
Dat was allemaal weg.
Op de bank tegenover hen zat een schim van die zoon. Een magere jongen. Krap veertig, maar nu al afgeleefd.
Ik zei: “Waarom wilde je ons zien, Markie?”
Hij zei: “Omdat het genoeg is geweest, ouwe rukker. Ik ga er een eind aan maken.”
Mijn ouders zeiden niks.
Ik voelde woede opborrelen, wilde vloeken, eigenlijk, maar zei rustig: “Dat kan niet zomaar, joh.”
Hij zei: “Dat weet ik. Ik ben er al bijna een jaar mee bezig en het ziet ernaar uit dat het gaat lukken. Ik ben er bijna.”
Mijn ouders zeiden nog steeds niks. Ik wist ook even niks uit te brengen. Deze hadden we niet zien aankomen.
Mark was keurig, voordat het allemaal misging, hij deed wat de Vinex-wijk van hem verwachtte.
Op zijn slaapkamer trok hij vervolgens de gordijnen dicht, en haalde van onder het matras een fles wijn tevoorschijn die hij er op een handig moment verstopt had. Die zoop hij leeg.
En, ja, dan sliep hij. Drank hielp. Tegen de geestelijke kwellingen, tegen de angsten die hij had, de depressieve gevoelens die hij met niemand deelde.
Hij was de ideale zoon, de ideale schoonzoon, de perfecte vriend. Hij was de vader, de zoon en de Heilige Geest.
Hij was Arie Boomsma, maar dan zonder dat lichaam.

Uit: Gelukkig hebben we de foto’s nog, door Marcel Langedijk

Marcel Langedijk: “Tien jaar geleden ontdekten we als gezin dat mijn broertje alcoholist was. Hij was getrouwd, had twee kinderen, een goedlopende zaak in gehoortoestellen, eigenlijk ging alles goed. Tenminste, volgens de burgerlijke patronen was alles peachy. Maar dat bleek dus niet zo te zijn. Hij ging steeds meer drinken, hij scheidde, ging acht jaar lang van afkickkliniek naar ziekenhuisopname. Het was een grote, neerwaartse spiraal. Toen heeft hij besloten om euthanasie te laten uitvoeren. Hij was 41 toen hij overleed.”
Justus Donker: “O, en die kinderen, hoe oud waren die?”
Langedijk: “Ongeveer negen en elf.”
Donker: “Dat je afscheid van hen kan nemen, hè. Ik ben nog liever een verslaafde of alcoholistische vader, als ik er maar een soort van ben. Begrijp je? Het is zo pijnlijk voor die kinderen.

Het hele artikel leest u op Blendle.
Bent u geïnteresseerd in meer artikelen van
HP/De Tijd? Lees ze hier op onze gloednieuwe app.

Onderwerpen