Spring naar de content
bron: ANP/Jerry Lampen

Halsema’s comeback: slecht nieuws voor claimers links geluid

Strijden voor de goede zaak – het kan op veel manieren. Deze maand interviewde ik voor De Volkskrant Whitney Wolfe Herd (29), oprichter en CEO van dating app Bumble. Zij is met haar vermogen 230 miljoen dollar een van de rijkste jonge vrouwen ter wereld. Wolfe Herd is niet alleen ondernemer, maar ook een belangrijke stem in de strijd voor gendergelijkheid. Ze heeft naar eigen zeggen een ‘feministisch’ bedrijf, met een vrolijk gekleurd hoofdkantoor in Austin en al even hippe filialen in New York en Londen. En ze gebruikt de media-aandacht die ze krijgt om misogynie en seksisme te bestrijden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Een andere vrouw van 29 is de Saoedische Loujain al-Hathloul. Ze deed een studie Frans in Canada en ontwikkelde zich in haar eigen land als vrouwenrechtenactivist. In 2014 probeerde ze zichzelf te filmen terwijl ze in een auto van de Verenigde Arabische Emiraten naar Saoedi-Arabië reed. Dat mocht toen nog niet, want vrouwen mogen in Saoedi-Arabië pas sinds juni dit jaar een auto besturen. Al-Hathloul werd al verschillende keren gearresteerd en gevangen gezet. Inmiddels zit ze alweer sinds mei achter de tralies, zonder toegang tot een advocaat.

Al-Hathloul strijdt met gevaar voor eigen leven tegen vrouwenonderdrukking. Net als Zineb el Rhazoui, de Marokkaanse activiste en journaliste voor Charlie Hebdo, die aan de aanslag ontsnapte en sindsdien de best bewaakte vrouw van Frankrijk is. Rhazoui is omstreden, omdat ze het islamisme (de politieke islam) een totalitarisme noemt en kritisch is op links Frankrijk wanneer het in haar ogen te laf is. Afgelopen november zei Rhazoui: “De collaborateurs van het islamistische fascisme zijn talrijk in Frankrijk.”

Wie ik in Nederland bewonder is Femke Halsema. Het lot van onderdrukte moslima’s gaat haar meer aan het hart dan de goedkeuring van partijgenoten. “Ik zie in mijn wijk te vaak dat meisjes worden uitgescholden als ze geen hoofddoek dragen,” zei Halsema in 2010 na afloop van een lezing die ze gaf in Utrecht. “Dat noem ik dwang.” In die lezing zei ze ook dit: “Ik ben ervan overtuigd dat er in Nederland duizenden moslimvrouwen zijn die – door islamitisch gezag dwingend voorgeschreven en door vaders, ooms en zonen trouwhartig nageleefd – te weinig bewegingsvrijheid kennen.”

Om zulke dingen te zeggen moet je stevig in je schoenen staan. Gelukkig is dat bij Femke Halsema het geval, ook nu ze als burgemeester van Amsterdam meteen kleur bekent : ze wil niet samenwerken met salafistische organisaties, schreef ze deze week in een brief aan de gemeenteraad. Al eerder liet ze weten hoe ze denkt over deze ‘olie-islam’. Bij Pauw & Witteman aan tafel, in 2014, zei ze: “Waar ik me wel echt zorgen over maak, en ik vind dat daar in het Westen te weinig aandacht voor is, dat is de macht van Saoedi-Arabië. De staatsgodsdienst van Saoedi-Arabië, het Wahabisme noemen ze dat, wordt over de hele wereld geëxporteerd met veel geld. In het Westen neemt niemand daar aanstoot aan, want Saoedi-Arabië geldt als een bondgenoot. Er zit veel geld en olie. Dat is heel slecht nieuws voor vrouwen.”

Op die manier dringt het salafisme nu ook door tot een land als Indonesië, waar van oudsher een progressieve variant van de islam in zwang is, waarbij vrouwen dokter of advocaat kunnen worden. En zo verspreidt de olie-islam zich als een olievlek over de wereld. In Frankrijk gaan er stemmen op, zoals die van oud-premier Valls, om te onderzoeken in hoeverre het salafisme zelfs verboden kan worden. Dat is niet zo eenvoudig, want hoe kun je iemand verbieden te denken wat-ie wil? Wat wel kan, is een haatzaaiende imam uitzetten, zoals Frankrijk in april gedaan heeft met de Algerijnse salafistische imam El Hadi Doudi. Hij had volgens de Franse regering opgeroepen tot ‘discriminatie, haat of geweld’ tegen joden, vrouwen, sjiieten en overspeligen. De deuren van de moskee in Marseille waar hij sprak, bleven gesloten.

Zulk beleid lijkt ook Halsema te willen onderzoeken. Ze is niet de enige ter linkerzijde die deze lijn volgt. Zo bepleitte de PvdA’er Ahmed Marcouch al een verbod op salafistische organisaties. “Salafisten bieden jihadstrijders een ideologie voor hun bloeddorst,” zei Marcouch vorig jaar tegen De Volkskrant. “De stap van salafist naar Syriëganger is snel gezet. Salafisten vinden zichzelf superieur, verwerpen de democratie en dragen haat uit jegens iedereen die anders denkt dan zij; ook de mainstreammoslim wordt weggezet als hypocriet of afvallige.”

Samenwerken met salafistische organisaties om radicalisering tegen te gaan? Dat is kortom net zoiets als de dialoog aangaan met de maffia, om te kijken hoe je samen iets tegen drugshandel kunt doen.

Maar natuurlijk klonk er deze week vooral verzet uit linkse hoek. En Annabel Nanninga juichte meteen dat de plannen ‘linea recta uit t #FVD programma’ kwamen. Elma Drayer voorspelde dan ook in De Volkskrant: “Halsema gaat het in eigen kring knap moeilijk krijgen.”

Je kunt het ook omdraaien. Femke Halsema is back en dat is goed nieuws voor links, slecht nieuws voor diegenen die het linkse geluid de laatste jaren te eenzijdig geclaimd hebben zonder tegenspraak te dulden. Eddy Terstall, die feministen opriep zich ook wat vaker tegen vrouwenonderdrukking in de golfstaten uit te spreken, werd met veren en pek de stad uit gedragen. Yoeri Albrecht, directeur van de Balie, werd jarenlang verweten dat hij zo ontzettend rechts is, omdat hij mensen als Zineb el Rhazoui een podium gaf. Een ieder die vraagtekens plaatste bij begrippen als cultural appropriation (dat betekent dat het niet oké is als witte Nederlander een hippe falafeltent te beginnen), werd als neo-koloniale ‘ontkenner’ aan de schandpaal genageld.

Nu is er Femke Halsema, die niet bang is om te vloeken in de kerk. Die vindt dat identiteitspolitiek onnodige verdeeldheid kan zaaien. Die snapt dat bepaalde vormen van activisme averechts kunnen werken. Dit jaar nog zei ze, in verband met de fameuze white privilege-discussie: “In Nederland hebben zwarte mensen niet apart achter in de bus hoeven zitten. Je kunt niet een discours uit een land dat een systematische onderdrukking heeft gekend, zomaar naar hier verplaatsen, en tegen Nederlanders zeggen: jullie doen hetzelfde. Dat klopt niet, en leidt af van het racisme dat hier wel degelijk is.”

Er zijn veel mensen die willen strijden voor de goede zaak. Maar hoe je dat het beste kunt doen, daarover kun je van mening verschillen. Het moet weer gaan schuren op links. Er moet wrijving zijn en vuur en daarvoor is een vonk nodig. Ik hoop dat Halsema’s comeback in de politiek die vonk is.

Onderwerpen