Spring naar de content
bron: ANP

Urgenda vs de staat: ‘De klimaatzaak kan nog jaren duren’

De Nederlandse overheid gaat nogmaals door het stof nu het Hof Urgenda opnieuw in het gelijk stelt in het hoger beroep van de beruchte klimaatzaak. Het resultaat: De overheid moet meer gaan doen om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Maar laat de overheid het hier bij? 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nico Hofstra

Het was een historische overwinning, drie jaar geleden. Duurzaamheidsorganisatie Urgenda, onder leiding van directeur Marjan Minnesma, spande met negenhonderd mede-eisers een rechtszaak aan tegen de Nederlandse staat. Het doel van Urgenda: de overheid dwingen om de hoeveelheid broeikasgassen te verminderen. De rechter stelde Urgenda in het gelijk.

Die uitspraak was een duidelijk signaal, zegt Marc Loth, hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg. “Bedenk wel, deze uitspraak was zes maanden voor de Klimaatconferentie van Parijs. Op dat moment zaten de onderhandelingen muurvast en was er geen enkel vooruitzicht op internationale overeenstemming. Ondertussen was het duidelijk dat we te maken hadden met een temperatuurstijging die uiteindelijk gevaarlijk zou zijn voor de Nederlandse burgers.” De rechtbank beoordeelde het gebrek aan vooruitgang vanuit de overheid uiteindelijk als schending van de zorgplicht van de Nederlandse staat.

De staat ging na de uitspraak in hoger beroep. Afgelopen mei mochten beide kampen pleidooi houden. In de vandaag gedane uitspraak werd de vloer aangeveegd met de argumentatie van de staat: “De staat handelt onrechtmatig en in strijd met de zorgplicht,” stelt het gerechtshof. “Gelet op de grote gevaren die dreigen te ontstaan, moeten al op korte termijn verdergaande maatregelen worden genomen om de uitstoot van broeikassen terug te dringen.”

‘Immoreel’

Enkele dagen voor aanvang van deze uitspraak blikt Urgenda-directeur Minnesma terug op het hoger beroep van afgelopen mei. “Na de uitspraak in 2015 riep de staat: ‘We gaan in hoger beroep, niet zozeer omdat we niets aan klimaatverandering willen doen, maar omdat we vinden dat de rechter op onze stoel is gaan zitten’. Een principekwestie dus. Vervolgens zijn ze in de rechtbank op alle fronten weerstand gaan bieden.” “Immoreel,” noemt Minnesma dit zogenaamde trias politica-argument.

Advocaat Koos van den Berg van Urgenda somde tijdens het pleidooi onder meer de gevaren van klimaatverandering op, zoals zeespiegelstijging, smeltende polen en droogte. Landsadvocaat Bert-Jan Houtzagers benadrukte namens de staat hoeveel Nederland al doet tegen klimaatverandering: “Ik ken geen ander kabinet dat zoveel doet voor het klimaat,” aldus Houtzagers.

En daar blijft het niet bij, werpt Minnesma tegen: “Hij riep laatst dat wij nota bene koploper zijn in de wereld wat betreft klimaatverbetering. Voor de goede orde, we lopen achteraan als het gaat om de hoeveelheid duurzame energie en het tegengaan van CO2-uitstoot. Er zijn zelfs 175 landen die minder CO2 uitstoten dan wij en dan durft zo’n advocaat doodleuk te roepen dat wij koploper zijn. Dan ben je de boel aan het bedotten. Oneerlijk. Ik zou tegen die man  zeggen, ga je eens in de stof verdiepen.”

Er zijn zelfs 175 landen die minder CO2 uitstoten dan wij

Al met al een vals spel van de staat, denkt Minnesma: aan de ene kant gooit de verdediging alle mogelijke argumenten in de strijd om de zaak te winnen. Aan de andere kant houden zij vol dat deze zaak eerder een principekwestie is. Dat blijkt ook wel wanneer het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in mei een reden opgeeft voor het hoger beroep. “De rechtbank lijkt de politiek buiten spel te hebben gezet in de uitspraak en daar is hoger beroep tegen ingesteld,” aldus een woordvoerder tegen HP/De Tijd.

Simpel beeld

Bovenstaand argument van de staat is te makkelijk omschreven, stelt ook hoogleraar Marc Loth.  “Dat zou namelijk betekenen dat we maar twee stoelen hebben; eentje voor de rechter en eentje voor de Nederlandse politiek. Echter, Nederland heeft in deze zaak ook te maken met het klimaatbeleid op Europees niveau en de Verenigde Naties,” zegt Loth, die onderzoek deed naar de historische uitspraak uit 2015. “Wat de staat zegt is dus een veel te simpel beeld van een veel complexere rechtsorde.”

Dat de staat deze ronde ook heeft verloren komt volgens Loth ook wel door het gebrekkige inschattingsvermogen van de verdediging. “Ik denk dat de staat deze zaak heeft onderschat. Zij hebben te veel nadruk gelegd op het trias politica-argument en zijn zich pas tijdens het hoger beroep serieus gaan verdedigen. Dat verweer vind ik – in tegenstelling tot wat Minnesma zegt – meer dan logisch, maar eigenlijk waren ze er te laat mee.”

Kleine kans overigens dat de zaak nu voorbij is. Dat blijkt tevens uit de reactie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, kort na de uitspraak van de rechter: “Het gaat om een principiële kwestie,” zegt een woordvoerder, daarmee opnieuw wijzend op het trias politica-argument. “Het kabinet zal de uitspraak goed bestuderen met het oog op eventuele cassatie.”

Volgens Loth is dat inderdaad het meest voor de hand liggende traject. “Een normale cassatie duurt overigens zo’n twee jaar. Deze zaak is echter groter dan normaal en daarom kan het makkelijk nog langer gaan duren.”